En toen ging de grens tussen Rusland en Oekraïne op slot
Rond het associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne, waarover Nederland morgen stemt, komt altijd Rusland ter sprake. Dat zou het verdrag maar niets vinden. Maar hoe kijken de Russen naar het akkoord?
Igor Tsjernov verlangt naar de tijden van vier jaar geleden. Toen de treinen tussen Belgorod en Oekraïne af en aan reden. Nu is het een saaie boel op het treinstation van de West-Russische stad, op 30 kilometer van de Oekraïense grens. Wie tegenwoordig Oekraïne vanuit Rusland wil bezoeken, heeft een uitnodiging nodig, terwijl voorheen de grenzen wijd openstonden.
Oekraïne en Rusland leven in onmin. Oorzaken: de Russische inlijving van het schiereiland de Krim in 2014, de oorlog in Oost-Oekraïne, waar volgens Kiev Moskou achter zit, en Rusland ziet het Oekraïense broedervolk via het associatieakkoord, waarvan belangrijke handelsdelen op 1 januari dit jaar in werking zijn getreden, afdrijven richting de Europese Unie.
De twee landen hadden al een handelsruzie en nu heeft Rusland zich gewapend tegen het associatieverdrag. Uit vrees dat Europese producten via Oekraïne de Russische markt overspoelen, heeft de Russische president Vladimir Poetin vanaf dit jaar de vrijhandelszone tussen beide landen opgezegd. Moskou voegde daar een importverbod op Oekraïense agrarische producten, grondstoffen en levensmiddelen aan toe. Kiev reageerde met het verlaten van de vrijhandelszone en een embargo op Russische goederen.
Belgorod, een stad met ruim 350.000 inwoners, lijdt onder de handelsruzie. De regio Belgorod exporteerde in januari van dit jaar 70 procent minder naar Oekraïne dan in januari 2015. De import daalde met 60 procent.
Ontslagen
Niemand wil hier komen wonen, verzucht de 34-jarige Tsjernov, directeur van een bedrijf in bouwmaterialen, achter zijn bureau. Belgorod gold als een aantrekkelijke regio. Je kon makkelijk de grens over naar het Oekraïense Charkov, 80 kilometer verderop. Nu bouwt niemand nog een huis en heeft niemand bouwmaterialen nodig. Tsjernov heeft daarom vijf mensen ontslagen, al komt dat ook door de economische crisis.
Is het dan niet beter voor Belgorod als Oekraïne afziet van het verdrag? Tsjernov haalt er zijn schouders over op. „We blijven buren. Vroeg of laat pakken we de handel weer op. Want de Europese Unie zit niet te wachten op Oekraïense producten. Dus moeten de Oekraïners wel handeldrijven met ons.”
Vrijwel niemand in Rusland kan het associatieverdrag wat schelen, denkt Tsjernov. „We houden ons bezig met ons werk, met ons salaris. Dat akkoord zal ons een zorg zijn.”
Datzelfde denkt de 44-jarige Natalija Tsjernisjova, directeur van een tijdschrift over het lokale bedrijfsleven in Belgorod. Ze is geen Poetinliefhebber. In haar kantoor hangt een foto van zijn rivaal Michail Chodorkovski. Poetin maakt zich wel zorgen om het akkoord, denkt ze. „Het Kremlin vreest een democratisch en welvarend Oekraïne. Daar kan het akkoord voor zorgen. Als de Russen dat zien, gaan ze dat ook eisen. Dat wil het Kremlin niet hebben.”
In de Russische hoofdstad Moskou lacht politicoloog Sergej Michejev (48) in een hotellobby in Charkov om de redenering over een democratisch Oekraïne. „Dat is een mythe. Sinds de Oekraïense onafhankelijkheid in 1991 komt daar niets van de grond en dan nu opeens wel?”
Michejev, die ook verschijnt op de Russische staatstelevisie, wordt in Litouwen gevreesd. Dat zette hem op een zwarte lijst, omdat hij vanwege zijn uitspraken een gevaar zou vormen voor de staatsveiligheid. Gevolg is dat Michejev de Schengenlanden niet kan bezoeken.
Hij ligt er niet van wakker en ook niet van het associatieverdrag. Dat is geweest, verleden tijd. Belangrijker voor nu is dat de sancties tussen het Westen en Rusland verdwijnen en dat de Europese Unie zich niet laat beïnvloeden door Washington.
Volgens Michejev zijn de Amerikanen de grote boosdoener in het conflict tussen Rusland en Oekraïne. Ze willen immers overal hun macht laten gelden, stelt hij. Dat is Moskou een doorn in het oog. Zeker als blijkt dat de NAVO zich op Oekraïens grondgebied gaat begeven. „De NAVO is een militair bondgenootschap. Rusland ziet dat als een bedreiging van de nationale belangen. Daartegen verzetten we ons.”
Wat stelt Michejev dan voor? „Oekraïne moet een neutrale status krijgen. Zodat het Westen én Rusland ermee kunnen handelen.”
Zoeken naar nieuwe markten in het westen
De Oost-Oekraïense stad Charkov sloeg een aanval van pro-Russische separatisten af en richt zich nu op het associatieakkoord met de Europese Unie. Maar verliest de stad daarmee niet Rusland als handelspartner?
De foto’s op het Vrijheidsplein in de Oost-Oekraïense stad Charkov herinneren aan de strijd van twee jaar geleden. Sommige voorbijgangers houden stil en kijken naar de beelden met Oekraïense vlaggen, de sprekers en de opgetogen gezichten. Iets verderop wordt er een vraag gesteld. Op een zwarte poster staat in het Russisch: Wat heb jij gedaan, zodat Charkov niet de volgende werd?
De volgende, dat wil zeggen: na Donetsk en Loegansk, de twee Oost-Oekraïense steden die in 2014 in handen vielen van pro-Russische separatisten. Zij verzetten zich hiermee tegen de revolutie in Kiev, die president Janoekovitsj in 2014 het land deed ontvluchten nadat hij had geweigerd het associatieverdrag met de EU te tekenen.
Charkov is met 1,4 miljoen inwoners de tweede stad van het land. De plaats is rijk aan industrie en ligt op ruim 30 kilometer van de grens. Maar wat meer is: Charkov hield stand. Pro-Russische separatisten wisten kortstondig het provinciehuis te bezetten, maar dat mislukte.
Wc-papier
Dat had drie oorzaken, blikt de 52-jarige Joelija Smagina terug in een pand in Charkov, waar ze onder andere kleding, voedsel en wc-papier inzamelt voor Oekraïense bataljons en het leger die strijden tegen de pro-Russische rebellen. „Charkov kent een hoogopgeleide bevolking en veel ondernemers. Zij vreesden de chaos die op dat moment in Donetsk heerste en steunden daarom de separatisten niet. Daarnaast heeft de Oekraïense geheime dienst razendsnel de separatisten uit het provinciehuis verjaagd. Vervolgens zijn er huiszoekingen geweest en zijn er rebellen opgepakt.”
Een bepalende rol speelde, volgens Smagina, ook Gennadi Kernes, de burgemeester die na zijn kansen te hebben gewogen koos voor het nieuwe bewind in Kiev.
In Charkov was de blik altijd gericht op het buurland door de innige economische, culturele en historische banden. De stad behoorde tot het Russische rijk en mocht zich zelfs even de hoofdstad van de Sovjetrepubliek Oekraïne noemen. De fabrieken waren volledig geïntegreerd in de Sovjetindustrie en fungeerden als onderdeel van een geheel. Nog steeds zijn ze voor hun voortbestaan afhankelijk van Russische opdrachten.
Maar de blik schuift weg van Moskou. De oorlog in Oost-Oekraïne en de Russische inlijving van het schiereiland de Krim heeft de relatie tussen Oekraïne en Rusland grondig verstoord. „Het vertrouwen in Moskou is gedaald”, concludeert de 24-jarige politicoloog en socioloog Anton Avksentjev in een sushibar. „Meer inwoners zien Rusland als een agressor.”
Dus wordt er vaker naar Europa gekeken. Met het associatieakkoord dat op 1 januari in werking is getreden als eerste concrete stap. Dat heeft een prijs. Rusland heeft door het verdrag handelsmaatregelen genomen. De Oekraïense Nationale Bank verwacht dat in 2016 de export naar Rusland met 30 procent daalt, terwijl die al terugliep door onderlinge handelsblokkades.
Doodsteek
Wordt het associatieakkoord de doodsteek voor het industriële Charkov? Aleksandr Politoesja (56), mede-eigenaar van de zeepfabriek Slobozjanski Milovar in Charkov, voelt de gevolgen, zegt hij in zijn werkkamer, waar naast dossiers overal zeep ligt. Nergens ter wereld moet het frisser ruiken dan hier. Zijn fabriek is als zeepproducent van nummer 1 in Rusland gedaald naar nummer 5. „Sommige Russische bedrijven willen niet met ons samenwerken, omdat we Oekraïens zijn.”
De weg naar Rusland is afgesloten, stelt Politoesja. Daarom is de hoop op de EU gevestigd. „Met het associatieverdrag opent de Europese markt zich voor ons.”
Aan de andere kant van de stad ligt de fabriek Turboatom, die turbines fabriceert. In een van de fabriekshallen houden vier mannen met tangen een gloeiend voorwerp vast, terwijl een moker het met regelmatige slagen smeedt. Een kraan versleept een turbine onder begeleiding van drie arbeiders. Op een wereldkaart staan vooral Russische bestemmingen aangegeven.
Ook deze fabriek moet het hebben van de handel met Rusland: 60 procent van de producten gaan naar de Russen. „Tot nu toe merken we weinig van de moeizame relatie”, zegt de 39-jarige verkoopmanager Vitali terwijl hij door een immense fabriekshal loopt. „Het werk gaat door, al hebben we geen nieuwe Russische opdrachten gekregen. Ja, als Rusland wegvalt, komen we in de problemen. Maar we zijn optimistisch en zullen dan op zoek gaan naar nieuwe afzetmogelijkheden.”