Schoolbesturen, wees zuinig op je directeuren
Een basisschool vaart wel bij een bestuur dat de directeur kritisch bevraagt maar vooral ook ruimte geeft, betoogt F. A. van Hartingsveldt.
In RD 27-2 wijdden P. W. Moens van de VGS en drs. L. N. Rottier van Driestar hogeschool een artikel aan het directeurentekort in het reformatorisch basisonderwijs. Ik sluit me aan bij hun warme pleidooi en ben hun dankbaar voor de initiatieven die ze gezamenlijk willen nemen. De vorming en toerusting van onze kinderen is het waard.
Vanuit de praktijk wil ik er graag nog een ander element naast leggen: wees als besturen en raden van toezicht zuinig op je zittende directeuren.
Directeuren van basisscholen verdienen een pluim. Er komt veel werk op hen af. Vaak zijn zij ’s morgens als eerste aan het werk om vervanging voor ziekte te regelen. Is de kachel stuk, moet er een bericht op de website komen of moet er nieuw papier voor het kopieerapparaat gekocht worden, dan is de directeur aan zet. Natuurlijk, hij kan werk bij zijn collega’s neerleggen en dat gebeurt ook. Maar hij is wel eindverantwoordelijk voor de gang van zaken. Functioneringsgesprekken en lesbezoeken moet hij toch echt zelf doen.
Voeg daarbij de voortdurende stroom van nieuwe wetgeving (de Wet werk en zekerheid, privacywetgeving), de invoering van good governance en passend onderwijs en ook nog eens allerlei afspraken in de burgerlijke gemeente, dan is het plaatje wel rond: een directeur dient een duizendpoot te zijn. Dan hebben we het nog niet eens gehad over ouderbetrokkenheid en de digitale bereikbaarheid van scholen, die ook veel van hem vragen.
Balanceren
Een van de dingen die het onderwijsveld ingrijpend hebben veranderd, is de invoering van good governance. Scholen hebben een scheiding moeten aanbrengen tussen besturen en toezicht, dienen in dialoog te zijn met hun maatschappelijke omgeving en hebben ervoor te zorgen dat ze uiterst transparant zijn over hun doelen en resultaten. Dit is voor zowel directeuren als besturen een stevige omslag geweest die nog steeds veel energie vraagt.
Veel besturen kunnen het niet laten om op de stoel van de directeur te zitten. Andere vluchten in een zakelijke benadering van managementcontracten en harde resultaten. Als er in het nieuwe systeem ook nog raden van toezicht meekijken, kan het heel complex worden. Het evenwicht tussen nabijheid en op hoofdlijnen besturen is er een van balanceren en steeds weer oefenen.
Gelukkig zijn daar goede voorbeelden van te geven. Hier en daar sneuvelen er echter ook directeuren. Juist directeuren, omdat zij vaak alleen staan tegenover een groep bestuurders. Soms ook wel omdat de directeur het altijd al alleen heeft moeten doen en een bestuur vindt dat het nu toch zelf ook moet gaan besturen. Menig ex-directeur vervolgt zijn levensweg met butsen en deuken, die niet nodig geweest waren.
Kwetsbaar
Waar zijn zittende directeuren en de besturen mee geholpen? Gunnen we als bestuur onze directeur rustmomenten in de week, waarbij hij gelegenheid krijgt te bedelen aan de Bron? Hij geeft immers leiding aan opvoeders. Dan kan hij toch niet slechts een overactieve regelaar zijn?
Ten tweede, laat de relatie tussen bestuur en directeur gebaseerd zijn op de Bijbelse begrippen genade en waarheid. Dat vraagt om kwetsbare moed om elkaar eerlijk (kritische) feedback te geven. Aan de andere kant zijn we het ook niet gewend om te complimenteren wanneer we vinden dat het goed gaat. Beide zaken zetten directeuren in hun kracht. Om deze sfeer te creëren is er nabijheid en ontmoeting nodig, en niet een bestuur dat letterlijk en figuurlijk op afstand staat.
Bestuurders hebben ook veel vakkennis nodig. Het onderwijsveld staat bol van de afkortingen en regelingen die in veel andere sectoren niet voorkomen. Als bestuurders zich de dynamiek van het onderwijsveld eigen gemaakt hebben, hoeven zij zich ook niet met details bezig te houden. Laat dat over aan de directeur, maar stel hem wel de juiste vragen die hem verder helpen.
Ten slotte is het nodig dat besturen hun directeur in staat stellen een leven lang te leren. Laat VGS en Driestar hogeschool zorgen voor een gevarieerd aanbod dat directeuren de mogelijkheid biedt om zich verder te ontwikkelen. Het reformatorische onderwijs vraagt om inzet van talenten, zich samen verantwoordelijk weten en een hart voor kinderen.
Laten ouders, besturen en kerkenraden vooral bidden voor hun directeur, hun team en de hele school, opdat het –ouderwets gezegd– planthoven des Heeren mogen zijn.
De auteur is voorzitter van het bestuur van de Eben-Haëzerschool in Elspeet.