Kerk & religie

Christenen Turkije helpen waar het kan

De jonge kerk van Turkije worstelt met de komst van miljoenen vluchtelingen. Turkse christenen over het balanceren tussen hun eigen kwetsbare positie en de oproep tot medemenselijkheid.

Jilke Tanis
24 February 2016 08:16Gewijzigd op 16 November 2020 01:41
IZMIR. Syrische vluchtelingen wagen vrijwel dagelijks de oversteek van Izmir naar een van de Griekse eilanden. Christenen proberen de ontheemden hulp te verlenen, maar moeten daarbij omzichtig te werk gaan. beeld AFP
IZMIR. Syrische vluchtelingen wagen vrijwel dagelijks de oversteek van Izmir naar een van de Griekse eilanden. Christenen proberen de ontheemden hulp te verlenen, maar moeten daarbij omzichtig te werk gaan. beeld AFP

Het was eigenlijk een goed plan. Ze zouden voedsel­pakketten klaar­maken en die distribueren onder vluchtelingen in de armste wijk van de stad. Met een paar vrijwilligers toog pastor Michael daarom op een middag met een truck naar het andere eind van de Turkse stad Izmir. Ze hadden toestemming van de lokale chef, er kon weinig fout gaan.

Aangekomen in het arme stadsdeel was het niet moeilijk om de vluchtelingen te vinden; met hun pas konden zij zich gemakkelijk identificeren. Terwijl de vrijwilligers de pakketten uitdeelden, kwamen er steeds meer boze Turken om de truck staan. Waarom zij geen pakket kregen, wilden ze weten. Zij waren toch ook arm? De burgemeester vreesde voor zijn herverkiezing en koos partij voor de Turken. Iedereen kreeg een pakket of niemand kreeg hulp. In het zonnetje voor zijn kerk vertelt pastor Michael dat dit misschien rechtvaardig lijkt, maar dat dat het niet per se is. De Turkse armen krijgen immers onder­steuning van de staat, vluchtelingen worden door niemand gesteund.

Vluchtelingen helpen; in Turkije is dat niet zo simpel als het lijkt. De 4000 christenen in het land zijn relatief laag opgeleid en hebben net als hun landgenoten vaak vooroordelen tegen Syriërs. De vaak erg kleine gemeenten hebben bovendien weinig geld en capaciteit. Ook moet je als christen uitkijken met wat je doet, vertelt pastor Michael. „Een tijdje geleden stond er op de voorpagina van een grote Turkse krant dat christelijke zendelingen vluchtelingen zouden helpen. Zendelingen worden in Turkije vaak als spion van de CIA gezien, dus was het maar de vraag wat zij wilden met die vluchtelingen. Op scholen wordt immers geleerd dat christelijke naties plannen hebben met ons land en dat buitenlandse krachten Turkije willen destabiliseren. Dat gedachtegoed zorgt ervoor dat wij erg op onze hoede moeten zijn.”

In de praktijk betekent dat volgens Michael dat veel christelijke leiders niet te veel in de openbaarheid treden over de vluchtelingcrisis in hun land. „Maar dat betekent niet dat we ons stilhouden. We hebben in Izmir twee mannen die Koerdisch en Arabisch spreken. Zij verzorgen nu dagelijks zo’n vijftig gezinnen die ze kennen en waarvan ze weten dat zij geld nodig hebben. Op die manier weten we ook dat we niet toevallig Syrische IS-strijders helpen die voor een korte vakantie in Turkije zijn.”

Michael zelf probeert vooral onder zijn gemeenteleden bestaande vooroordelen tegenover vluchtelingen weg te nemen. „In de Bijbel staat immers dat God geen onderscheid maakt tussen Jood en Griek, tussen Turken en Arabieren. De uitdaging is dat wij dit als kerk uitdragen.”

Interne problemen maken dat volgens Michael niet gemakkelijk. „In het oosten van Turkije heerst oorlog met de Koerden. Hier keren mensen terug naar de islam, terwijl anderen gewoon verdwijnen. Zo’n 99 procent van de lokale christenen heeft een moslimachtergrond en heeft problemen met de familie of de sociale omgeving. Dat maakt het niet gemakkelijker en doet andere problemen in de stad weleens naar de achtergrond verdwijnen.”

Maar er is meer. Tijdens gesprekken met lokale christenen komt steeds weer naar voren dat zij de taalbarrière als grootste drempel zien. Want hoe help je mensen werkelijk als je hen niet verstaat? Mary, een Braziliaanse christen die sinds een aantal jaren in Turkije woont, vertelt dat het communiceren vooral met handen en voeten gaat. „We laten ons niet door die taal­barrière tegenhouden. Vooral niet omdat er veel geestelijke nood is onder de vluchtelingen. Ze zijn vaak gefrustreerd over hun eigen geloof omdat ze in hun land vreselijke dingen in naam van hun god zagen gebeuren.

Dat God hier aan het werk is, zagen we laatst heel concreet toen we met een team vrijwilligers in een tentenkamp aankwamen en een familie bezochten. Toen een van de mannen zich voorstelde als Daniel, reageerde de familie geschokt. Op de vraag waarom ze zo reageerden, antwoordden ze dat ze de voorafgaande nacht hadden een droom hadden gehad dat er een Man verscheen Die zich Jezus noemde en vertelde dat er de volgende dag een Daniel langs zou komen om te helpen. Dit heeft ons erg bemoedigd.”

Voorzichtiger

Terwijl een aantal lokale christenen zich op eigen initiatief inzet voor het vluchtelingenwerk, is de kerk van Michael dus voorzichtiger geworden in het werk dat ze voor vluchtelingen doen. „Nadat een PKK-politicus ons begon te helpen bij het uitdelen van voedsel­pakketten om daarmee zijn eigen verkiezingscampagne een boost te geven, besloten we dat het genoeg was. We doen wat we kunnen, maar dat is helaas dus erg beperkt. Het is echter niet allemaal negatief: tijdens diensten staat de kerk open, waardoor er regelmatig mensen een kijkje komen nemen. Ook zo kunnen we vluchtelingen bereiken.”

Dit is het tweede deel in een serie over vluchtelingen in Turkije. De namen van sommige christenen zijn om veiligheidsredenen gefingeerd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer