Kerk & religie

In Irak gebeuren ook nog wonderen

Het is bepaald geen ereplaats: Irak prijkt dit jaar op de tweede plaats van de Open Doorsranglijst, een overzicht van landen waar christenen het zwaarst worden vervolgd. Toch staan in het Tweestromenland niet alle seinen op rood. De belangstelling voor het christendom is er groot.

Albert Groothedde

26 January 2016 07:11Gewijzigd op 16 November 2020 00:57
beeld AFP
beeld AFP

Een Irakees is trots op zijn land. Met recht en reden – al het eigentijdse barbarisme ten spijt. Mesopotamië, het huidige Irak, geldt als kraamkamer van tal van hoogstaande beschavingen. Het was Irak waar de eerste steden ontstonden. Het was Irak waar het eerste schrift werd uitgevonden. Het was ook Irak waar de aartsvader Abraham door God werd geroepen om uiteindelijk zelfs tot een zegen te zijn voor alle geslachten.

Ook het christendom heeft veel aan Irak te danken. In de tijd dat West-Europeanen nog doolden in het donker heidendom waren er in het huidige Irak reeds bloeiende christelijke gemeenschappen. Al zo’n 2000 jaar is er sprake van christelijke aanwezigheid in het Tweestromenland. Algemeen wordt aangenomen dat de apostel Thomas de eerste was die er het Evangelie verkondigde.

De komst van de islam in de zevende eeuw betekende een einde aan de bloeiperiode van het christendom in Irak. Verdwijnen deed het christendom echter niet. Tot op de dag van vandaag zijn er in het land kerken die zich beroemen op hun eeuwenoude christelijke wortels. Kerken die naar eigen zeggen de band met de vroege kerk levend houden. De vraag is: hoe lang nog?

Begraafplaats

De relatie Irak-christendom is vooral de laatste twee eeuwen een pijnlijke. Sinds de tweede helft van de negentiende eeuw sturen westerse kerken en zendingsgenootschappen met enige regelmaat zendelingen naar het overwegend islamitische land. Het is er ploegen op rotsen. Irak kreeg onder Amerikaanse missionarissen de veelzeggende naam: ”the missionary’s graveyard” (begraafplaats van zendelingen).

Na de val van het Ottomaanse Rijk in 1917 krijgt het Britse rijk de zeggenschap over Irak. Vijftien jaar later wordt Irak onafhankelijk. De zelfstandigheid luidt een dramatische periode in voor de Iraakse christenheid. In 1933, nog geen jaar na de onafhankelijkheid, vermoordt het Iraakse leger in het noorden van het land ongeveer 3000 Assyrische christenen. Deze slachtpartij gaat de geschiedenisboeken in onder de naam Genocide van Simele.

Tussen 1941 en 1958 is Irak opnieuw een vazalstaat van Groot-Brittannië. Een staatsgreep maakt in 1958 een einde aan een door de Britten in het leven geroepen monarchie. Het land ontworstelt zich daarmee ook aan de Britse dominantie.

De decennia die volgen worden politiek gedomineerd door de Arabisch-socialistische Ba’athpartij. Van 1979 tot 2003 is Saddam Hussein partijleider en president. Hij bestuurt het land met harde vuist. Politieke tegenstanders worden meedogenloos uit de weg geruimd. In 2003 komt er een einde aan het bewind van de dictator. Een internationale coalitie onder leiding van de Verenigde Staten neemt de macht over.

Voor christenen is de periode-Saddam Hussein opmerkelijk genoeg een tijd van relatieve rust. De dictator slaagt er door zijn repressieve beleid in om alle groeperingen –inclusief antichristelijke bewegingen– in toom te houden. Zolang christenen zich onthouden van onwelgevallige politieke uitspraken, wordt hun geen strobreed in de weg gelegd. In 2003 telt Irak ruim 1 miljoen christenen.

De situatie voor christenen verandert na 2003 sterk. Een falende overheid slaagt er niet in om de antiwesterse sentimenten die leven onder de bevolking in toom te houden. Vooral christenen en andere minderheden moeten het ontgelden. In het najaar van 2004 worden tal van bomaanslagen gepleegd op kerken in Bagdad en Mosul. Ook in de jaren erna zijn de kerken met enige regelmaat doelwit. Tientallen christenen komen bij de aanslagen om het leven.

De gerichte aanslagen op christenen leiden tot een massale uittocht. Honderdduizenden christelijke Irakezen zoeken hun heil in de Verenigde Staten en Europa. Tal van anderen verlaten de hoofdstad Bagdad en vestigen zich in het noorden van het land. In de relatief veilige vlakte van Ninevé bouwen de christenen een nieuw bestaan op.

Dolkstoot

Het vertrek van de laatste Amerikanen uit Irak in december 2011 leidt tot een machtsvacuüm. Het land wordt geteisterd door verdeeldheid. Soennieten en sjiieten –aanhangers van twee dominante stromingen binnen de islam– zitten elkaar keer op keer dwars. De centrale regering in Bagdad slaagt er niet in om de rust en orde in het land te herstellen.

De soennitische terreurbeweging IS maakt in 2014 handig gebruik van de verdeeldheid. Vanuit Syrië veroveren de islamisten grote delen van Irak. Grote steden als Mosul (Ninevé) en Kirkuk vallen zonder noemenswaardig verzet in handen van de fanatieke islamitische strijders.

De zegetocht van IS is een dolkstook in het hart van de nog in Irak wonende christenen. De vlakte van Ninevé, lang beschouwd als relatief veilig gebied, wordt toegevoegd aan het islamitische kalifaat. De christenen slaan massaal op de vlucht. Sinds augustus 2014 is IS heer en meester in christelijke dorpen als Qaraqosh, Telskuff en Bartella (zie kaart).

De meeste christenen vluchten naar het nabijgelegen Koerdistan, een semi-autonome Iraakse regio. Lokale christenen vangen hun broeders en zusters op in kerken, tenten, scholen en andere locaties. Voor christenen die voorheen in Bagdad en omgeving woonden, is het de tweede vlucht in tien jaar tijd. Geschaad en gebutst door alles wat hen is overkomen, zien ze voor zichzelf geen toekomst meer in Irak. Hun besluit staat vast: onze toekomst ligt in Europa.

Op dit moment telt Irak naar schatting nog zo’n 200.000 christenen. Een deel van hen heeft de koffers inmiddels gepakt. Komt er na zo’n 2000 jaar aanwezigheid dan toch een einde aan het christendom in Irak?


„Openheid voor het christendom ongekend”

Ds. Michaël, voorganger van een kleine protestantse gemeente in Noord-Irak, had de koffers al ingepakt. Hij was van plan om in Zweden asiel aan te vragen. Het liep echter anders. „Mijn vrouw en dochter werden tijdens de reis in Syrië gevangengenomen. God liet ons weten dat we in Irak moest blijven.”

De vriendelijke veertigjarige Irakees stichtte een kleine huisgemeente in de buurt van Erbil, de hoofdstad van de Iraakse provincie Koerdistan. Inmiddels bezoeken zeker 200 leden de diensten. Onder hen zijn veel vluchtelingen.

Michaël is geboren in een Chaldeeuws-katholiek gezin (zie ”Kerkelijke kaart Irak”). Het christendom van zijn jeugd was vooral cultuurchristendom, vertelt hij. Zijn eigen christen-zijn veranderde fundamenteel toen hij op 27-jarige leeftijd een Bijbel kreeg van een oom die na een verblijf in Australië protestants was geworden. God gebruikte de Bijbel als middel tot bekering. Ook Michaël keerde het katholicisme de rug toe.

Het leven werd er voor de jonge christen niet gemakkelijker op. Hij werd geminacht en gemeden door leden van de Chaldeeuws-Katholieke Kerk. Dat gaat door tot op de dag van vandaag. Zeker nu de protestantse gemeente groeit. Priesters waarschuwen expliciet voor de „protestantse ketters.” De laster doet Michaël pijn. Toch waakt hij ervoor om met gelijke munt terug te betalen.

Zonder aanzien des persoons ontfermen de leden van zijn gemeente zich over de tienduizenden vluchtelingen die in Erbil en omgeving zijn neergestreken. Moslims, jezidi’s, cultuurchristenen, iedereen die aanklopt wordt als het even kan geholpen. De gemeente zelf wordt op haar beurt ondersteund door christenen uit het buitenland. Vanuit Nederland gebeurt dat door Bijzondere Noden, het deputaatschap van de Gereformeerde Gemeenten voor diaconale hulp in binnen- en buitenland.

Veel vluchtelingen verwonderen zich over de vriendelijkheid van de leden van de protestantse gemeente. Nieuwsgierig naar hun inspiratiebron, groeit ook de belangstelling voor het Woord. Wekelijks belegt de gemeente op donderdagavond speciale bijeenkomsten voor vluchtelingen. Het kerkgebouw zit bijna altijd vol.

Of er nog toekomst is voor het christendom in Irak? Ds. Michaël durft zich niet te wagen aan een voorspelling. „Het leven hier is als op een vulkaan. Ieder moment kan er een uitbarsting plaatsvinden.” De voorganger prijst zich gelukkig met het huidige beleid van de regering van Koerdistan. Minderheden, waaronder christenen, krijgen alle ruimte om diensten te beleggen en zelfs aan evangelisatie te doen. De geschiedenis van Irak leert echter dat de situatie zomaar kan veranderen.

De mogelijkheden die er nu zijn, worden door de gemeente uitgebuit. Met enige regelmaat worden grote evangelisatiebijeenkomsten belegd (zie ook ”Wilt u gezond worden?”). Duizenden moslims en jezidi’s horen daar het Evangelie. De openheid voor het christendom is ongekend. Michaël verwondert zich over Gods leiding: „De duivel dacht IS te kunnen gebruiken om Gods Koninkrijk te slopen. God keert het echter ten goede. IS drijft tal van gedesillusioneerde moslims in het net van het Evangelie.” Bijna maandelijks worden er in de gemeente moslims gedoopt.

Indrukwekkend was de doop van een jonge moslima, vertelt hij. De 21-jarige studente was zelf in de Bijbel gaan lezen. Het zaad van het Evangelie ontkiemde in haar hart. Omdat ze geen contacten had met christenen, las ze de Bijbel alsof het de Koran was: ze leerde complete gedeelten uit het hoofd. Na verloop van tijd meldde ze zich bij Michaël met het verzoek om gedoopt te worden. Na een onderwijstraject was het afgelopen voorjaar zo ver. Omwille van haar veiligheid bleef de identiteit van de vrouw ook tijdens de doop angstvallig verborgen. „Gesluierd liep ze de kerk binnen, gesluierd verliet ze na de doop het kerkgebouw weer. Haar ouders dachten dat ze naar de universiteit was.”

Omwille van de veiligheid is de naam van de pastor gefingeerd.


„Wilt u gezond worden?”

Geboeid luisteren de honderden aanwezigen naar de Iraakse zanger. De man van middelbare leeftijd zingt gepassioneerd Arabische christelijke liederen. Hij begeleidt zichzelf op een citer. Soepel beroeren zijn vingers de snaren. De hoorders genieten zichtbaar. De sonore muziek doet hen voor even alle ellende vergeten.

De evangelisatiebijeenkomst vindt plaats in een grote stad in Noord-Irak. De frontlijn met IS ligt op enkele tientallen kilometers afstand. Minaretten domineren de skyline van de stad. Christenen leven er nauwelijks. Vluchtelingen des te meer. Het is juist daarom dat een internationaal team van christenen deze stad heeft uitgekozen om er een tweedaagse evangelisatiebijeenkomst te houden.

In de vluchtelingenkampen zijn flyers uitgedeeld. Voor vervoer wordt gezorgd. Plaats van bijeenkomst: een grote hal in het centrum van de stad. De planning leek wat minder gelukkig. De bijeenkomst viel precies samen met het begin van de ramadan. Zouden er wel moslims komen?

De opkomst valt de organisatoren niet tegen. Uiteindelijk arriveren er zo’n 400 mensen. Het grootste deel van de aanwezigen is moslim of jezidi. Voor de deur staan enkele zwaarbewapende politieagenten. De regering garandeert de veiligheid.

Naast muziek is er volop ruimte voor het Woord. Een Iraakse voorganger uit de Verenigde Staten verzorgt de preek. Het gaat over de verlamde man in Bethesda. Centraal staat Jezus’ vraag: „Wilt u gezond worden?” (Joh. 5). De preek is eenvoudig. Iedereen begrijpt het.

De toepassing ontbreekt niet: „Als je ergens van genezen wilt worden, zul je moeten beseffen dat je ziek bent. En dat bent u! Misschien letterlijk; de dagelijkse ellende waarin u verkeert, maakt u ziek. Geestelijk bent u echter ook ziek, doodziek. U leeft zonder het geloof in de ware God. En daarom, vanavond legt Hij ook u de vraag voor: „Wilt u gezond worden?””

De preek duurt lang. De voorganger laat zijn hoorders niet zomaar gaan. Na te hebben verkondigd hoe God Zijn Zoon naar de wereld zond om zondaren zalig te maken, legt hij de aanwezigen nog eenmaal de vraag voor: „Wilt u gezond worden?” Vele tientallen vingers gaan omhoog. Ook die van vier zwaar gesluierde vrouwen op de achterste rij.

„Laten we nu samen de christelijke geloofsbelijdenis uitspreken.” De vier moslima’s, tientallen jezidi’s, mannen en vrouwen, prevelen zachtjes mee. Er wordt gehuild, de aanwezigen beseffen de consequentie van deze publieke belijdenis. Toch zwijgen ze niet. Ze willen gezond worden.

De volgende dag. Een hotelbediende vraagt of hij de voorganger kan spreken. Hij vertelt dat hij weet wat de gasten in zijn woonplaats komen doen. Zijn vader, directeur van enkele lokale scholen voor voortgezet onderwijs, is sinds gisteravond een ander mens...


„Laat je niet benevelen door de islam”

Via Facebook heeft hij nog steeds contact met de sergeant. Kamiran, een 23-jarige Irakees, werkte in 2010 als tolk voor het Amerikaanse leger. Eerder al had een radio-uitzending zijn interesse voor het christendom gewekt; de Bijbel die hij daarna van de Amerikaanse militair ontving, veranderde zijn leven. In het geheim liet hij zich dopen.

Kamiran is geboren in Khana Sor, een jezididorpje aan de voet van het Sinjar­gebergte (zie kaart). Zijn overgang als jezidi –aanhanger van een kleine syncretistische godsdienst– tot het christendom houdt hij tot op de dag van vandaag angstvallig voor zijn familie verborgen uit angst verstoten te worden. Toch komt er een moment dat het bekend zal worden, weet hij. „God wil dat ik predikant word.”

Het gesprek met Kamiran vindt plaats in een schuilkerk in Duhok, een overwegend islamitische stad in het noorden van Irak. De bevolking van Duhok en omgeving is de afgelopen twee jaar bijna verdubbeld. Vooral jezidi’s uit Sinjar en omgeving hebben er hun toevlucht gezocht. Kamiran was een van hen.

De Irakees verblijft in de zomer van 2014 bij zijn ouders als IS Khana Sor en naburige plaatsen verovert. Veel jezidi –vooral vrouwen en meisjes– worden gevangengenomen, honderden mannen worden gedood. Duizenden anderen vluchten het Sinjar­gebergte in. Dagenlang brengen de vluchtelingen door in de bergen. Eten en drinken is er nauwelijks. Baby’s huilen onafgebroken, kinderen sterven van de dorst. Hitte maakt mensen amechtig. De beelden gaan heel de wereld over.

Iedereen kijkt toe; de Verenigde Staten grijpen in. Boven de bergketen worden voedselpakketten gedropt. Na een week slagen Syrisch-Koerdische rebellen erin een vluchtweg te forceren. In vrachtwagens worden de vluchtelingen naar veilig gebied vervoerd. Kamiran: „Ik kan nog steeds moeilijk geloven dat het echt is gebeurd. De eerste paar weken heb ik niet kunnen slapen.” De jonge Irakees zwijgt.

„Hoe het nu met me gaat? Ik ben al mijn bezittingen verloren, maar ik leef in ieder geval nog. Bovendien overheerst échte vrede in mijn hart. Die liefde en vrede van God werpt de vrees buiten.”

Voor de islam heeft Kamiran geen goed woord over. „Veel moslims zeggen dat de islam een vredelievende godsdienst is. Ik denk daar heel anders over. Als je de Koran letterlijk neemt, kom je bij IS uit. Het Westen moet zich niet laten benevelen door de islam. Iemand die een krokodil probeert te temmen, zal vroeg of laat door het beest worden opgegeten. Zo is het met de islam ook.”

Over de toekomst van het christendom in zijn land is de Irakees hoopvol. „Om me heen zie ik bijzondere dingen gebeuren. Door alle vervolging komt nu duidelijk aan het licht wie er echt christen is en wie niet. Bovendien staan juist in deze moeilijke tijd veel moslims en jezidi’s open voor het Evangelie. Er gebeuren hier wonderen.”

Omwille van de veiligheid is de naam van Kamiran gefingeerd.


Kerkelijke kaart Irak

De kerkelijke kaart van Irak is rijk geschakeerd. Het land kent tal van kerken, stromingen en zelfstandige gemeenten. Sommige kerken bestaan al vele eeuwen. Andere gemeenten moeten hun eerst lustrum nog vieren.

De grote, traditionele kerken in Irak hebben over het algemeen weinig op met de kleine christelijke gemeenten. Vooral protestanten moeten het ontgelden.

Illustratief is de handelswijze van een vooraanstaande geestelijke, bisschop Sako, enkele jaren geleden. Op een dag nodigde hij alle Iraakse kerkleiders uit in zijn kathedraal. Voor elke kerk brandde er in de kathedraal een kaars. De bisschop blies een aantal kaarsen uit. „Die zijn van de protestantse kerken. Die horen niet bij ons”, zo lichtte hij toe. Een aantal kerkelijke vertegenwoordigers vertrok meteen.

Overigens zijn er signalen dat de huidige problemen in Irak bijdragen aan een verbetering van de onderlinge kerkelijke contacten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer