Ook na convenant geen plaats voor principieel bezwaarden in PKN
De onoverkomelijke bezwaren tegen de PKN betreffen onder andere de Barmer Thesen. Met de wijziging van de tekst van het convenant van de classis Alblasserdam op dit punt heeft de hervormde synode nog meer duidelijk gemaakt dat er voor hen die principiële bezwaren tegen de grondslag van de nieuwe kerk hebben geen plaats is, schrijft dr. P. de Vries.
Op haar laatste zitting heeft de hervormde synode nog een laatste voorstel met betrekking tot de bezwaarden gedaan. Als een hervormde gemeente bezwaard is, kan zij met de status van bezwaarde gemeente deel uitmaken van een classis binnen de PKN die uitsluitend bestaat uit vanouds hervormde gemeenten. Na vijf jaar zal dan de situatie worden geëvalueerd.
Nog afgezien van het feit dat er geen mogelijkheden worden geopend voor minderheden van kerkenraden en gemeenteleden in gemeenten die in meerderheid wel meegaan, moeten wij van dit voorstel zeggen dat ook hier weer het uitgangspunt is: meegaan in de PKN. Dat is juist -onder welke constructie het ook gebeurt- voor hen die principiële bezwaren tegen de PKN hebben onoverkomelijk.
Barmer Thesen
Telkens weer wordt gesproken over de ernst van een breuk en gezegd dat wij elkaar moeten vasthouden. Stelselmatig wordt de vraag ontweken wat ons innerlijk en geestelijk aan elkaar verbindt. Wij moeten, als wij de rechte leer belijden, onszelf ernstig onderzoeken of wij wel zelf de kracht van de waarheid kennen. Niet elke afwijking in leer of leven is zo ernstig dat zij ons buiten het Koninkrijk der hemelen houdt. Dat geldt in ieder geval wel voor het beoefenen van homoseksuele relaties. Wie dergelijke relaties mogelijk acht, geeft daarmee zelf in woorden aan een ander geloof te hebben dan dat van profeten en apostelen. Hij of zij zal dan ook de eeuwigheid op een andere plaats doorbrengen dan waar profeten en apostelen samen met vele anderen dat mogen doen.
Vanuit hen die onoverkomelijke bezwaren hebben tegen de PKN is steeds naar voren gebracht dat die bezwaren vooral de Barmer Thesen en de Konkordie van Leuenberg gelden. De bezwaren tegen de orthodox-lutherse belijdenisgeschriften zijn van een andere orde en vallen daarbij totaal in het niet.
In de Barmer Thesen wordt een genade- en rechtvaardigingsleer beleden die niet is naar de Schrift en niet in overeenstemming met die van de gereformeerde -en trouwens ook orthodox-lutherse- belijdenisgeschriften. De genade wordt algemeen gemaakt en de rechtvaardiging tot een objectief gebeuren dat geen noodzakelijk verband houdt met het persoonlijke geloof en de daaraan verbonden innerlijke vernieuwing door de Heilige Geest. De Konkordie van Leuenberg gaat uit van een kritische houding ten opzichte van de Schrift.
Convenant
In de classis Alblasserdam heeft een aantal gemeenten die bezwaard mee willen gaan in de PKN een zogenaamd convenant opgesteld. De synode had tot aan de laatste synodevergadering nog steeds niet op dit convenant gereageerd.
De belangrijkste zin uit dit convenant was: „Wij verwerpen de Barmer Thesen en de Konkordie van Leuenberg.” Juist deze zin wil de synode als volgt wijzigen: „Wij nemen deze niet zonder meer voor onze rekening.” Het is duidelijk dat met het overnemen van deze wijziging het gehele convenant totaal wordt ontkracht.
Ik kan dan ook niet begrijpen dat de classis Alblasserdam stelt dat het convenant zonder voorwaarden vooraf aanvaard is en dat het voorstel tot wijziging van het moderamen als niet meer dan een suggestie moet worden gezien.
Destijds heeft de Evangelisch-Lutherse Kerk aangegeven dat zij het weglaten van de Konkordie van Leuenberg uit de kerkorde niet kon aanvaarden. De einduitkomst van de kerkelijke weg over het convenant is dan ook bij voorbaat duidelijk. De tekst zoals die er oorspronkelijk stond zal niet gehandhaafd blijven. Dan kan ook niet in het licht van de aangenomen kerkorde.
De synode heeft inmiddels naar aanleiding van het convenant een brief gestuurd aan het moderamen van de classis Alblasserdam. Zij schrijft dat zij de keuze van de gemeenten die het convenant hebben opgesteld positief duidt. Dat positieve bestaat dan daarin dat deze gemeenten de eenheid van de kerk bewaren en zich in willen zetten voor een verdieping van het belijdend karakter van de kerk.
In dit antwoord wordt al duidelijk de dragende gedachte achter de kerkorde van de PKN meegenomen, namelijk dat men bij alle verschillen die er zijn van elkaar wil leren en dat men niet aangeeft dat de wegen werkelijk principieel scheiden.
Geen plaats
De synode schrijft trouwens ook duidelijk dat de kerk als geheel staat voor de in haar kerkorde gemaakte keuzes. Dat betekent dat voor degenen die deze keuzes niet maken er geen wettige plaats is binnen de PKN.
De gemeenten die op de wijze van het convenant de PKN dachten te kunnen binnengaan, weten waar zij aan toe zijn. Het is onmogelijk de PKN in te gaan met totale afwijzing van de Barmer Thesen en de Konkordie van Leuenberg.
In het RD van 12 maart stond de kop ”Hervormde synode doet stap richting bezwaarden”. Deze kop acht ik misleidend en onjuist. Met haar wijziging van de tekst van het convenant heeft de synode nog meer duidelijk gemaakt dat er voor hen die principiële bezwaren tegen de grondslag van de PKN hebben geen plaats is binnen de PKN.
Calvijn
Ten slotte nog iets over het telkens gemaakte verwijt van scheuring. Telkens weer wordt in al datgene wat de synode van de Hervormde Kerk heeft geschreven over de kerk zonder nadere toelichting gesproken. De PKN lijkt gelijk te worden gesteld met de kerk van Christus in haar zichtbare gestalte. Echter, de eenheid van de kerk is allereerst een eenheid in geloof en dan pas een eenheid in structuren.
Degenen die onoverkomelijke bezwaren tegen de PKN hebben, weten dat er krachtens de grondslag van de PKN voor hen geen eenheid van het geloof binnen haar grenzen mogelijk is. Zij kunnen hun gevoelen niet beter onder woorden brengen dan zoals Calvijn dat eenmaal deed in zijn brief aan kardinaal De Sadolet, waarbij de reformator inging op diens verwijt dat de Reformatie de eenheid van de kerk had verbroken: „Ik houd echter staande dat dit verscheuren waarvan gij ons ten onrechte beschuldigt, niet onduidelijk bij uzelf te constateren valt. En niet alleen ten aanzien van de kerk, maar ook ten aanzien van Christus Zelf, want het staat immers vast dat Hij jammerlijk in stukken is gehouwen. Hoe zal de kerk haar Bruidegom aanhangen, wanneer zij Hem niet ongeschonden bezit? Hoe echter kan men spreken van een ongeschonden Christus, wanneer én van Zijn gerechtigheid én van Zijn heiligheid én van Zijn wijsheid de roem wordt overgedragen op een ander? (...) Geve de Heere, Sadolet, dat u en al de uwen nog eens tot het inzicht mogen komen dat de eenheid van de kerk door geen andere band tot stand wordt gebracht dan wanneer Christus, de Heere Die ons met God de Vader verzoend heeft, ons uit deze versplintering vergadert tot de gemeenschap van Zijn lichaam om ons zo door Zijn Woord en Geest alleen tot één hart en één ziel te doen samengroeien.”
De auteur is hervormd predikant te Elspeet.