Kerk & religie

Bob Fu wil visie Abraham Kuyper in China introduceren

Het gedachtegoed van Abraham Kuyper, 
voorman van de gereformeerden in Nederland, kan betekenis hebben voor het China van de toekomst. Dat gelooft Bob Fu, een Chinese dissident die zijn geboorteland moest ontvluchten. „Kuypers visie is toepasbaar op alle terreinen van het leven. Dat spreekt niet alleen mij aan, het zou ook in China kunnen voorzien in een leemte.”

Albert-Jan Regterschot

11 December 2015 12:20Gewijzigd op 28 February 2023 15:29
Bob Fu. beeld Cees van der Wal
Bob Fu. beeld Cees van der Wal

Hij zat maandenlang in de cel vanwege zijn geloof. De Chinese christen Bob Fu weet dus wat het is om vervolgd te worden. En dat niet alleen: Fu kan er ook over meepraten hoeveel moeite het kost om China te ontvluchten. Met zijn vrouw, die zwanger was zonder daarvoor de vereiste overheidstoestemming te hebben, wist hij in 1997 na een bloed­stollende actie het land uit te komen richting Hongkong.

Fu, die in de Verenigde Staten woont, was vorige week in Nederland om met Stichting De Ondergrondse Kerk door te praten over de situatie in zijn geboorteland. In weerwil van allerlei positieve geluiden over China is Fu niet zo optimistisch. Integendeel, de huidige Chinese regering is volgens hem bezig om de klok terug te draaien waar het gaat over de vrijheid van godsdienst. „Het meest zichtbare bewijs daarvan is het neerhalen van kruisen op kerken.” Hij pakt zijn mobiele telefoon en toont een foto van de verwijdering van een kruis op een kerktoren in de stad Liyang. „Dat is op 30 november gebeurd.”

De overheidsacties tegen christenen beperken zich volgens Fu niet tot het weghalen van kruisen. „Veel minder zichtbaar is het onder druk zetten van mensen om zich vooral niet aan te sluiten bij een kerk, of de druk die wordt uitgeoefend op kerken om niet te evangeliseren. Terwijl het juist tot de aard van het christendom behoort om het Evangelie niet voor jezelf te willen houden.”

Fu onderscheidt drie soorten kerken in het huidige China. Ten eerste is er de door de overheid gereguleerde Drie Zelfkerk. Hij is niet zonder meer negatief over deze geloofsgemeenschap. „Er zijn voorgangers die zich de mond niet laten snoeren. Tegelijkertijd moet je zeggen dat als het erop aankomt de regering wil bepalen wat mensen wel en niet moeten geloven. Niet de Bijbel heeft het laatste woord, maar de overheid.”

China kent volgens Fu daarnaast twee soorten onafhankelijke kerken, die vaak worden aangeduid als huiskerken. „De eerste groep zijn de min of meer legale kerken. Die vind je vooral in de stedelijke omgeving. Veelal komen ze bijeen in kantoorgebouwen. De grotere kerken hebben soms een hele verdieping tot hun beschikking. Maar tekenend voor het gebrek aan vrijheid is dat de regering geen toestemming geeft voor de bouw van een échte kerk. Integendeel, als de overheid de kans krijgt, breekt ze een gebouw waar samenkomsten worden gehouden af.”

De huiskerken in grote steden worden door de overheid meestal ongemoeid gelaten, vertelt Fu, „zolang ze niet te groot worden. Bovendien: het aantal kerken is zo sterk toegenomen dat het voor de overheid ook bijna onmogelijk is om ze aan te pakken. Zolang kerken zich niet te veel richten op de jeugd, zich stilhouden over sociale kwesties en zich niet te veel inlaten met buitenlanders, laat de overheid ze ongemoeid.”

De laatste groep kerken bestaat volgens Fu uit de groepen die daadwerkelijk met vervolging te maken hebben. „Als je als kerk vasthoudt aan de onveranderlijke waarden van Gods Woord en daarvan ook getuigt, ondervind je de gevolgen daarvan. Een kerk die zich uitspreekt tegen de gruwel van de gedwongen abortussen in China, of die armen probeert te helpen, begeeft zich in het vaarwater van de overheid. Recent kwam me een rapport onder ogen waarin staat dat de regering in 2016 weer iets systematisch wil gaan onder­nemen tegen deze en andere kerken. Neem van mij aan: dat gaat verder dan het verwijderen van kruisen van een gebouw.”

De indruk bij velen in het Westen is dat de kerk in China groeit en dat ook de vrijheid om je geloof te belijden toeneemt.

„Het feit dat de overheid kerken tolereert, is nog iets anders dan geloofsvrijheid. Echt veilig ben je als christen in China niet. Dat is een punt van toenemende zorg. Onder de vorige twee presidenten, Jiang Zemin en Hu Jintao, ontstond er geleidelijk wat meer ontspanning ten opzichte van christenen. Maar voor de huidige president, Xi Jinping, is Noord-Korea een bron van inspiratie: meer macht voor de president, minder voor het volk. Veiligheidsdiensten in China zijn machtig. Kijk alleen maar naar de 200.000 ambtenaren die in de gaten houden wat de bevolking op internet uitspookt. In feite is de overheid bang voor haar eigen burgers. Die angst keert zich ook tegen kerken, omdat die zich laten leiden door het Woord van God. Dat ligt buiten de invloedssfeer van leiders van het volk.”

De Chinese president werd in oktober met alle egards ontvangen in het Verenigd Koninkrijk. Zijn westerse landen kritisch genoeg over de omgang van China met mensenrechten?

„De Engelse regering heeft precies laten zien hoe het niet moet. Het Verenigd Koninkrijk, maar ook andere westerse landen, leveren zich uit aan een regime dat fundamentele menselijke waarden schendt. Een voorbeeld: twee jaar geleden ontsnapte de blinde Chinese advo­caat Chen Guancheng uit China naar de Verenigde Staten. In de jaren daarvoor hadden diplomaten geprobeerd hem te benaderen bij zijn woning, maar ze lieten zich intimideren. Veiligheidstroepen begonnen met stenen te gooien, waarop de diplomaten vertrokken. Dit voorbeeld illustreert precies hoe het Westen opereert tegenover China. Er klinkt kritiek, maar China reageert met machtsvertoon. En daarna houdt het Westen zich stil en gaat verder met het aanknopen van handelsrelaties.”

Wat moet er veranderen?

„We zitten helaas nog in de fase dat het Westen zich ervan bewust moet worden dat er in China meer onvrijheid is dan de gemiddelde Europeaan of Amerikaan zich kan voorstellen. Ik hoop dat getuigenissen van bijvoorbeeld Guancheng en mij leiden tot die bewustwording. Dagelijks heb ik contact met democratisch gezinden in China die er teleurgesteld over zijn dat westerse landen zo stil en schuchter opereren als het om mensenrechtenschendingen gaat.”

Pleit u voor een hardere lijn tegenover China?

„Dat is het enige wat werkt. In de Chinese cultuur levert stevige taal meer respect op dan een benadering waarbij je vermijdt om iemand voor het hoofd te stoten. De vorige president van de Verenigde Staten, Bush, begreep dat. Eens, toen vijf dissidenten na een reis door Amerika terugkeerden naar China, stuurde hij president Jiang Zemin een persoonlijk bericht dat het schadelijk zou zijn voor de relatie tussen de Verenigde Staten en China wanneer deze vijf mensen iets zou overkomen. Zo’n signaal komt veel beter over in China dan een ontmoeting op ambassadeursniveau waarbij de mensenrechten als verplicht nummer aan de orde komen.”

Ondanks alle tegenstand lijkt de kerk in China nog steeds te groeien. Is dat ook uw waar­neming?

„Ik ben weliswaar al bijna twintig jaar het land uit, maar heb nog dagelijks contacten met China. Wat ik dan merk, is dat er onder brede lagen van de bevolking wezenlijke vragen leven rond de zin van het leven. Het grootste deel van mijn studiegenoten aan de universiteit van Liaocheng is christen geworden. Ook onder hoogleraren zijn er velen die tot geloof zijn gekomen. Opvallend is dat kerken met een gereformeerde of evangelicale grondslag het snelst groeien. Ik zie bovendien een grote behoefte om verder te komen dan het zeker zijn van je persoonlijke zaligheid. Mensen willen vanuit hun geloof bijdragen aan een verandering in het land en in het systeem dat China in zijn greep houdt.”

Hoe komt het dat gereformeerde en evangelicale kerken het zo goed doen?

„Dat is een fascinerende vraag, waarop ik ook het definitieve antwoord nog niet heb. Kort gezegd komt het erop neer dat de gereformeerde theologie de meest veelomvattende en integrale benadering heeft van het menselijk bestaan.”

U bent er nog niet helemaal uit hoe het zit?

„Ik ben bezig met een promotiestudie naar de verhouding tussen liberale vrijheid en christelijke vrijheid, toegespitst op de vraag welke visie het beste fundament levert voor een toekomstig China. Een van mijn inspiratiebronnen vormt het werk van Abraham Kuyper. Zijn visie is toepasbaar op alle terreinen van het leven. Dat spreekt niet alleen mij aan, het zou ook in China kunnen voorzien in een leemte.”

Hoe kijken mensen in China met wie u daarover contact hebt daartegen aan?

„Vooropgesteld: er is gebrek aan kennis van de gereformeerde leer, hoewel daar mede door mijn organisatie, China Aid, en anderen, aan gewerkt wordt. Zo hebben we de beroemde Stone-­lezingen van Kuyper in het Chinees laten vertalen. Maar het heeft tijd nodig voordat de inhoud daarvan beklijft. Chinese christenen zijn nog veel meer bezig met wat in de Bijbel heet de volharding der heiligen. Volharden is érg nodig als je geloof bedreigd wordt. Toen ik jonger was, zei een voorganger eens tegen mij: Je kunt nog veel leren van gevangenistheologie.”

Wat is dat, gevangenistheologie?

„Ik denk dat ik het heb geleerd toen ik zelf een tijd gevangenzat vanwege mijn kerkelijke activiteiten. Enerzijds kwam de vraag op me af: wat geloof je nu eigenlijk écht; anderzijds bevestigde God dat Hij van me afwist. Mijn cel veranderde in een zendingsveld, veel medegevangenen zijn ver­anderd door het Evangelie.

Het wonderlijke in China is dat je de doorwerking van het Evangelie dwars door de samenleving ziet. Mensen worden tot Christus getrokken, tot op de dag van vandaag.”


Bob Fu

De Chinees-Amerikaanse Bob Fu werd in 1968 met de Chinese naam Fù Xiqiu geboren in Shandong, China. Hij studeerde Engelse literatuur en was vastbesloten om carrière te maken in de Chinese Communistische Partij. Na de studentenprotesten van 1989 raakte hij teleurgesteld in de Chinese politiek. Enige tijd later werd hij christen. Gaandeweg kwam Fu hierdoor in een lastig parket. Toen zijn vrouw zwanger werd zonder de daarvoor de vereiste overheidstoestemming vluchtte het echtpaar naar het buitenland om aan een gedwongen abortus te ontkomen. Sinds 1997 woont Fu in de Verenigde Staten. In 2002 richtte hij een organisatie op om Chinezen te helpen die vervolgd worden om hun geloof. Fu beschreef zijn ervaringen in ”Man van hemelse vrede”, uitg. Kok, Utrecht, 2014.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer