„Plan Dekker nekslag voor thuisonderwijs”
FRANEKER. „Dit betekent de nekslag voor het thuisonderwijs. Onbegrijpelijk dat een bewindspersoon van liberalen huize hiermee komt.”
Erna Stelma uit Franeker, woordvoerder van de Stichting Christenen voor Onderwijsvrijheid, is diep teleurgesteld over de brief van staatssecretaris Dekker over het thuisonderwijs. Stelma gaf haar zoon thuisonderwijs.
„De staatssecretaris heeft een verkeerd beeld van het thuisonderwijs. Hij denkt dat er misbruik wordt gemaakt van de vrijstellingsregeling, maar hij ziet de groep ouders die de regeling gebruiken zoals deze bedoeld is, over het hoofd. Door alle eisen die hij gaat stellen, draait de bewindsman het thuisonderwijs de nek om en gaat hij volledig voorbij aan het recht dat ouders hebben kinderen op te voeden en te onderwijzen volgens hun eigen godsdienstige overtuiging. Ik zie dit voorstel als een beperking van de vrijheid van godsdienst.”
Wat vindt u ervan dat dit voorstel komt van een bewindsman van liberalen huize?
„Onbegrijpelijk. Hij zou eens in de leer moeten gaan bij klassiek liberalen. Dekker heeft kennelijk een groot wantrouwen richting vrijgestelde ouders. Het is echt ongehoord dat ouders een verklaring moeten overleggen omtrent het gedrag (vog) om hun eigen kinderen les te geven. Verder steekt het mij dat kinderen die thuisonderwijs krijgen elk jaar een toets moeten maken, en kinderen die op de basisschool zitten alleen aan het eind van hun schoolperiode.
Ook de eis dat alleen degenen die een hbo-opleiding hebben en pedagogisch-didactische kwaliteiten bezitten thuisonderwijs mogen geven, is bizar. Dat geldt helemaal voor de eis dat ouders die hun kinderen voortgezet onderwijs geven, voor elk vak dat ze geven een onderwijsbevoegdheid moeten hebben. Het geven van thuisonderwijs is zo anders dan klassikaal lesgeven. De bewindsman begrijpt dat niet.”
Betekent dit plan het einde voor thuisonderwijs in Nederland?
„Ja. Internationale verdragen zeggen dat de staat de rechten van ouders én kinderen op godsdienstvrijheid moet respecteren. Als de bewindsman dat afhankelijk maakt van de opleiding van de ouders, holt hij dit recht uit.”