Mannen, spreek ‘klanten’ van prostitués aan op hun gedrag
Het enige effectieve middel om prostitutie terug te dringen is als ‘klanten’ aangesproken worden door andere mannen, stelt dr. Vilan van de Loo. Het voorbeeld van de 19e-eeuwse middernachtzending laat dat zien.
De geschiedenis herhaalt zich. Weer woedt er een discussie over prostitutie en denkt de overheid dat een wet de oplossing biedt. Slechts ”vier zetels”, zo kopte deze krant donderdag, en dan heeft ChristenUnie Kamerlid Segers de wet erdoor. Half werk. Er kan pas echt iets veranderen wanneer christenmannen massaal in actie komen, zoals ooit de middernachtzendelingen deden. Mannen voor mannen. Waar blijven ze?
Met het actuele prostitutiedebat krijgen we een stortvloed van informatie over de ‘klanten’ van prostituees. Na elk bericht twijfel ik meer aan de integriteit van de man. Zijn er zo veel die ‘gewoon’ naar de hoeren gaan? Maakt het ze niet uit of een vrouw er gedwongen zit of niet, willen ze echt niet zien wie er te jong is? Wat is seksualiteit nog waard voor een man als hij die zomaar koopt?
Het zijn vragen die de man in een negatief daglicht zetten. Ik weet het. En ik weet ook dat ik vrienden heb die niet naar de wallen gaan. Omdat ze net als ik dat ideaal koesteren dat in de mainstream media het nieuwe taboe lijkt te zijn: dat seksualiteit thuishoort in een liefdesrelatie.
De enige mannen die ik ken die zich tegen de prostitutie verzetten met inzet van hun eigen lichaam en leven, waren de middernachtzendelingen. Zij voerden het gesprek over prostitutie op straat, in de openbare ruimte. Mannen die mannen aanspraken op de plaats waar het besluit definitief werd: voor de deur van het bordeel. Gekkenwerk? Misschien. Maar ooit werkte het, en daarmee is het een blauwdruk voor succes.
Gevallen mannen
Eind negentiende eeuw ontsprong de Middernachtzending te in Haarlem. De zevendedagbaptisten Johannes van der Steur (1865-1945) en Gerard Veldhuysen jr. (1865-1936) begonnen hier met het zogeheten posteerwerk, posten voor bordelen om de mannen die naar binnen wilden, tegen te houden. Ze boden een gesprek en kameraadschap. Voor zover dat tenminste lukte, want de prostitutiebranche reageerde met geweld op deze zendelingen. Waar zij verschenen, liepen de inkomsten fors terug. Met andere woorden: er ging een preventieve werking uit van mannen die andere mannen aanspraken op hun gedrag.
De destijds beroemde ds. Hendrik Pierson (1834-1923) haalde de twee naar Amsterdam. Terwijl hij lobbywerk verrichtte met het oog op een nieuwe wetgeving, groeide de Middernachtzending als kool. In heel Nederland voelden christenmannen zich geroepen om hun broeders voor de zonde te behoeden, en de reeds ”gevallen mannen” te redden. Gezien het geweld dat deze ”stoottroepen van de dominee” op straat te verduren kregen, werkte de formule overal uitstekend.
Publicitair gezien was het vaak een een-tweetje. Na de straatgevechten organiseerde de lokale afdeling een voorlichtingsavond, die uiteraard druk bezocht werd. Zo groeide de aanhang in de regio. Op landelijk niveau was er de ”celebrity factor” van Pierson en in toenemende mate van Van der Steur. Pierson was de man van de pakkende oneliners: „Er is maar één middel om aan de gevolgen der ontucht te ontsnappen en dat is, er zich niet schuldig aan te maken.”
In 1911 werden bordelen verboden in de nieuwe zedelijkheidswetten. Dat was goed gedaan: wetgeving en mentaliteitsverandering horen bij elkaar. De Middernachtzending had hierbij met de vrouwenbeweging een cruciale rol vervuld. De zendelingen durfden vragen te stellen over mannelijkheid en seksualiteit, voor de deur van het bordeel.
Terug bij af
Dat gesprek op die plaats en tussen mannen onderling ontbreekt momenteel. Is het noodzakelijk? Ja. Wetten alleen zijn nooit genoeg. Als het mannen zijn die met hun vraag het aanbod van de prostitutie bevorderen, zijn daar andere mannen nodig, met de kracht van kameraadschap.
In 2000 werd het bordeelverbod uit de wet geschrapt. Toen waren we zowat terug bij af. Alles moest kunnen en mogen, en dat leverde mede de problemen op waar we nu mee zitten. Er is een grote kans dat die prostitutiewet erdoor komt. Daarmee zijn we er nog niet. Nieuwe organisaties zullen het licht zien, met vergaderingen en reguleringen en toezichthouders, het wordt dweilen met de kraan open.
Daarom hoop ik dat de Middernachtzending terugkeert om de mentaliteit van de ‘klanten’ aan te pakken. Daar zit de kans om de kraan dicht te draaien. Ik hoop dat er een leger van mannen opstaat, mannen die zich met hoofd, hart en desnoods hun lichaam en leven inzetten voor wat zij hun broeder waard vinden. Het lijkt me fantastisch om mannen van Groningen tot aan Maastricht, van Amsterdam tot Almelo te horen zeggen dat seksualiteit voor een man iets kostbaars is wat ze niet willen kopen. Dat ze het waarderen en een liefdevolle betekenis toekennen. En ik wil mannen zien die de ”gevallenen” een schouder bieden en hun kameraadschap. Zonder die mannen lukt het niet. Dan blijven we steken in de letter van de wet.
Ben ik dan tegen prostitutie? Laat ik het zo zeggen. Ik ben vóór de praktijk van zelfbeheersing, vóór de beperking van seksualiteit tot een liefdesrelatie en vóór vrije beroepskeuze van elke vrouw. En dan ben ik benieuwd hoeveel prostitués er overblijven.
De auteur is schrijfster en onderzoekster. Ze publiceerde onder andere de biografie ”Johannes ”Pa” van der Steur (1865-1945)”.