EU-regels niet toereikend om vluchtelingenstroom te bergen
Europa wordt overspoeld door een alsmaar aanzwellende stroom vluchtelingen en migranten. Regeringen weten zich nauwelijks raad met de problematiek. Maar wie zijn al die mensen? Waar komen ze vandaan en waar gaan ze naartoe?
Een levensgroot probleem waarvan het einde voorlopig niet in zicht is. In Europa wordt verwoed gedebatteerd over verdeelsleutels voor de opvang van vluchtelingen. Alsof dat een afdoende oplossing biedt. Feit is dat de bootjes met migranten nog elke dag de Middellandse Zee opgaan. Omdat mensensmokkelaars daar nu eenmaal grof geld aan verdienen.
Feit is ook dat Europa vermoedelijk aan de vooravond staat van een van de grootste volksverhuizingen die de wereld ooit te verwerken kreeg.
Hoeveel vluchtelingen en migranten zijn dit jaar inmiddels naar Europa gekomen?
Volgens cijfers van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR hebben dit jaar inmiddels ruim 442.000 mensen de oversteek van de Middellandse Zee gewaagd, op weg naar Europa. Een kleine 3000 zijn tijdens hun poging omgekomen. Dat is een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar. Toen reisden er een kleine 220.000 mensen over zee naar de EU. De overgrote meerderheid van de vluchtelingen en migranten komt aan in Griekenland (310.000 mensen, ofwel 70 procent van alle aankomsten dit jaar) en Italië (ruim 120.000 mensen, ofwel 28 procent).
Hoe uniek zijn dergelijke aantallen?
De hoge commissaris voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties, Antonio Guterres, sprak onlangs zijn grote bezorgdheid over de vluchtelingenproblematiek uit. „We zijn getuige van een verschuivend paradigma. We treden op een ongecontroleerde manier een tijdperk binnen waarin de schaal van gedwongen migratie en het benodigde antwoord daarop alles uit het verleden in het niet doen verzinken.”
Wereldwijd was de vluchtelingenstroom niet eerder zo groot. Eind 2014 waren er 60 miljoen mensen van huis en haard verdreven, van wie 19,5 miljoen naar het buitenland. De overige 40 miljoen zijn ontheemden: mensen die binnen hun eigen land een veilig heenkomen hebben gezocht. In 2010 verlieten nog gemiddeld 10.900 mensen per dag hun huis, vorig jaar waren dat er al 42.500 per dag. Ook het aantal migranten die via de Middellandse Zee naar Europa komen, is ongekend groot.
Heeft Nederland eerder zulke grote aantallen asielzoekers gekend?
Het aantal vluchtelingen dat in Nederland een veilig heenkomen zoekt, is niet uniek. Tijdens de Eerste Wereldoorlog gaf Nederland bijvoorbeeld onderdak aan 1 miljoen Belgische oorlogsvluchtelingen. In 1994, tijdens de Joegoslavië-oorlog, kwam een recordaantal van 50.000 asielzoekers naar Nederland. Dit jaar worden het er naar schatting 35.000, terwijl het er in 2014 26.000 waren.
Waar komen de asielzoekers vandaan?
Van de vluchtelingen en migranten via de Middellandse Zee komt volgens de UNHCR zo’n 50 procent uit Syrië, 13 procent uit Afghanistan, 8 procent uit Eritrea en 4 procent uit Nigeria. In deze landen is er sprake van oorlog of repressie. Andere landen waar relatief veel vluchtelingen vandaan komen, zijn Somalië, Pakistan, Irak, Sudan, Gambia en Bangladesh.
Daarnaast is er sprake van een binnen-Europese vluchtelingenstroom, vooral vanuit de Balkan naar een land als Duitsland. Van de 290.000 eerste asielaanvragen in Duitsland die dit jaar (tot 1 september) gedaan zijn, was 40 procent afkomstig van mensen uit de Balkan. Die zijn vrijwel kansloos in de asielprocedure.
Kunnen de vluchtelingen niet in de regio worden opvangen?
Veruit het grootste deel verblijft al in de regio. Van de 4 miljoen gevluchte Syriërs wordt 95 procent opgevangen in landen als Turkije, Libanon, Jordanië en Irak. Het valt echter te verwachten dat een deel van hen de oversteek nog zal proberen te maken, onder meer omdat ze hier meer rechten hebben dan in landen als Turkije en Libanon (zie ”EU-regels niet toereikend om vluchtelingenstroom te bergen”).
Hoeveel van de asielaanvragen worden er gehonoreerd?
Dat hangt af van het land waar de vluchtelingen vandaan komen. Asielaanvragen van Syriërs worden in Europa bijvoorbeeld vrijwel altijd gehonoreerd: tussen april 2014 en april 2015 kreeg 94,1 procent van hen asiel. Aanvragen vanuit Balkanlanden als Kosovo en Servië komen daarentegen bijna nooit door de ballotage: slechts 1,8 procent van de Servische asielzoekers mocht blijven, tegen 4,9 procent uit Kosovo. Van de Eritreeërs kreeg 89,4 procent een voorlopige verblijfsstatus.
Wat is de religieuze achtergrond van de vluchtelingen en migranten?
Dat wordt officieel niet bijgehouden. Wel valt er, kijkend naar het land van herkomst, een inschatting te maken. Zo is een meerderheid van de Eritreeërs christen, terwijl Somaliërs bijna zonder uitzondering moslim zijn. Van de Syriërs is naar schatting 10 procent christen. De overgrote meerderheid van de huidige stroom vluchtelingen en migranten zal dus moslim zijn.
De termen vluchteling en migrant worden veel door elkaar gebruikt. Wat is het verschil?
Een vluchteling heeft de benen genomen vanwege oorlog of vervolging. Het is voor hem gevaarlijk om terug te keren. Een migrant heeft er eigener beweging voor gekozen om naar een ander land te gaan, veelal op zoek naar werk, goed onderwijs of een beter leven. Ze kunnen in principe terugkeren naar hun eigen land.
Is duidelijk hoe de verhoudingen tussen vluchtelingen en migranten liggen in de huidige stroom?
De UNHCR spreekt momenteel van een vluchtelingencrisis omdat ze ervan uitgaat dat het grootste deel gevlucht is voor oorlog en vervolging. Tegelijk is aannemelijk dat een belangrijk deel vanuit primair economische redenen is vertrokken. Het is het werk van instanties als de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) om daar een schifting tussen te maken. In de praktijk spelen de landen van herkomst een cruciale rol. Een Syriër zal vrijwel altijd als vluchteling worden aangemerkt, tenzij duidelijk is dat hij oorlogsmisdaden heeft begaan of terroristische banden heeft.
In Syrië verblijven 7,6 miljoen ontheemden. Zijn zij wel veilig in eigen land?
Binnenlandse vluchtelingen zoeken doorgaans een goed heenkomen in relatief veilige gebieden. Daar kan overigens nog steeds van alles aan de hand zijn. Aanvankelijk vluchtten mensen vooral uit gebieden die de oppositie in handen heeft, maar de laatste tijd vluchten mensen ook weg uit gebieden waar het regeringsleger de scepter zwaait.
Veel jongemannen vluchten overigens om militaire dienst te ontlopen – hetzij in het regeringsleger, hetzij in een van de vele milities.
Is er zicht op een snelle beëindiging van deze crisis?
Nee. De verwachting is dat er in 2016 nog meer vluchtelingen naar Europa zullen komen dan dit jaar. De situatie in de landen waar de meeste asielzoekers vandaan komen (Syrië, Afghanistan, Eritrea), lijkt eerder slechter dan beter te worden. En zolang mensensmokkelaars grof geld kunnen verdienen aan hun praktijken, zullen ook zij niet op hun lauweren gaan rusten.
Europa ziet zich dan ook gesteld voor een probleem dat nog jaren zal blijven bestaan, temeer omdat het niet in de verwachting ligt dat veel vluchtelingen binnen afzienbare tijd kunnen terugkeren. In 2014 gingen wereldwijd slechts 126.800 vluchtelingen naar hun land van herkomst terug. Dat was het laagste aantal sinds 1983.
EU-regels niet toereikend om vluchtelingenstroom te bergen
Volgens het Vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties heeft iedereen die „gegronde vrees” heeft om het slachtoffer te worden van vervolging, het recht op opvang. Tenminste, als het gaat om vervolging op grond van ras, godsdienst of overtuiging.
Landen kunnen een aanvraag van de vluchtelingenstatus afwijzen als de asielzoeker niet kan aantonen dat hij daadwerkelijk gevaar loopt. Ook (oorlogs)misdadigers kunnen geen aanspraak op het verdrag maken. Verder geldt als regel dat de asielzoeker zijn aanvraag moet indienen in het eerste veilige land dat hij aandoet.
Dit VN-Vluchtelingenverdrag geldt sinds 1956 en was bedoeld om de stromen van miljoenen Duitsers, Oekraïners en Serviërs na de Tweede Wereldoorlog in goede banen te leiden. De UNHCR werd opgericht om dit verdrag te helpen uitvoeren. Ging het toen vrijwel uitsluitend om Europeanen, vandaag is het herkomstgebied veel groter.
Het verdrag is inmiddels ondertekend door 147 landen. Onder de ongeveer 45 landen die het niet hebben ondertekend, zijn er juist enkele die in de huidige crisis een sleutelfunctie zouden kunnen hebben: Libië, dat een doorvoerland is voor veel Afrikaanse bootvluchtelingen, en Jordanië en Libanon.
Veel Syriërs die nu Europa aandoen, hebben enkele jaren in Turkije verbleven. Dat heeft het VN-verdrag wél ondertekend, maar heeft toch geen internationale verplichtingen tegenover de Syriërs. Dit komt omdat Turkije het verdrag nadrukkelijk in zijn oorspronkelijke vorm heeft aanvaard, toen het nog alleen om Europeanen ging.
Binnen de Europese Unie wordt al sinds 1999 gewerkt aan een Gemeenschappelijk Europees Asielsysteem (GEAS). Om ‘asielshoppen’ tegen te gaan en te voorkomen dat de landen onderling een scheve verdeling zouden kennen, werd afstemming nodig.
Een belangrijke doelstelling is dat asielaanvragen in álle EU-lidstaten binnen zes maanden zijn afgerond. Ook zouden aanvragers in elk land evenveel kans moeten hebben op een status. Uit onderzoek is meermalen gebleken dat de verschillen gigantisch groot zijn. In 2010 had een Irakees een kans van 2 procent om erkenning te krijgen in Griekenland en Ierland, maar 56 procent in Duitsland.
Afgelopen mei is afgesproken dat de EU-lidstaten de massale stroom vluchtelingen gezamenlijk gaan verdelen. Italië en Griekenland zouden anders bedolven raken onder de vele aanvragen. Volgens de zogeheten Dublin III-verordening moet de asielaanvraag (meestal) worden gedaan in het land waar de vluchteling de EU (of Hongarije voor het Schengengebied) binnenkomt.
Aan de Dublinregeling doen ook de niet-EU-landen Zwitserland, Noorwegen en IJsland mee. Het Schengengebied omvat ook nog Liechtenstein.
‘Dublin III’ trad vorig jaar in werking, maar ook deze regeling is al niet meer toereikend. De afgelopen weken heeft Duitsland gezegd dat de vluchtelingen konden doorreizen naar Beieren zonder in Hongarije een asielaanvraag te hoeven doen. Al bij het ontwerp van deze regeling was bekend dat Griekenland, Italië en Hongarije steeds aan het front zouden staan, maar met zo’n vluchtelingenstroom als nu had niemand gerekend.