CAPELLE A/D IJSSEL. In Calais hebben ze een probleem. Migranten die naar Engeland willen, verstoppen zich in vrachtwagens en treinen of dringen ’s nachts de Kanaaltunnel binnen en ontregelen zo het verkeer. In de duinen lezen sommige vluchtelingen de Bijbel.
Enkele reformatorische jongeren uit Capelle aan den IJssel reizen op gezette tijden naar Calais, met in de kofferbak Bijbels voor de vele vluchtelingen die in Franse havenstad op een oversteek wachten. Onder de migranten bleken ook christenen te zijn. Berooid en bestoft waren ze in Calais aangekomen. Ze hadden behoefte aan een Bijbel en aan een goed gesprek, over het waarom van hun lijden, over de waarheid van de Bijbel.
De jongeren uit Capelle aan den IJssel hadden dus Bijbels nodig, en nog wel in vele talen. Ze kwamen met hun vraag terecht bij Kees Bel, coördinator van In de Gouwstraat, een Rotterdamse evangelisatiepost van de Gereformeerde Gemeenten in de classis Rotterdam. „Bij sommige christelijke vluchtelingen in Calais blijkt er sprake te zijn van honger naar het Woord”, zegt Bel. „Er worden wat hulpgoederen gebracht, maar vooral Bijbels. Het gaat zoals altijd om woord en daad.”
Tentenkamp
Een van de jongeren die iedere maand de vluchtelingen in Calais bezoeken, is Martijn (24) uit Rotterdam. Hij wil liever niet met zijn achternaam in de krant. Zijn verhaal gaat terug naar de maand mei. „Het nieuws over de vluchtelingenproblematiek loog er niet om. Het leek steeds heftiger te worden. Een maat van mij vond dat wij, als christenen, niet alleen maar konden toekijken. We moesten iets doen. Zo bedachten we het plan om eens poolshoogte te gaan nemen in Calais, om ons een beeld van de situatie te vormen.”
Sores
Met wat Bijbels, gekregen van de evangelisatiepost In de Gouwstraat, kwamen ze met enkele vrienden aan in een tentenkamp in de duinen bij Calais. „We waren wel een beetje sceptisch: zouden we weggestuurd worden? Maar we werden erg vriendelijk ontvangen en raakten er in gesprek met enkele christenen. In alle openheid hebben we met hen over de Bijbel gesproken, hen bemoedigd en hun een Bijbel gegeven. Een man uit Ethiopië zei ons dat het overal sores was op de wereld: in Ethiopië dreigde gevaar en in een bootje op de Middellandse Zee waren ze niet veilig geweest. Maar waar ze ook zijn, hij wist dat ze alleen veilig waren als ze Jezus kenden. Alleen dan is het goed.”
Veel vluchtelingen in Calais zijn moslim. Atheïsten zijn daar vrijwel niet, zegt Martijn. „Met die moslims zaten we dan in hun onderkomens van zeilen en golfplaten te praten over de Bijbel. We zeiden hun dat we hun problemen niet konden oplossen, maar dat we wel graag iets belangrijks met hen wilden delen. Dat iedereen in de wereld vrijheid en veiligheid zoekt, maar dat die ten diepste alleen in Christus te vinden is. Het was wel heel ontroerend dat je later op de avond zo’n moslim onderuitgezakt in een Bijbel zag lezen. Je bidt dan of het gezegend mag worden.”
Ondankbaar
Martijn sprak met een jongen van 21 jaar die al vier jaar met gevaar voor zijn leven op de vlucht was. Hij had Engeland al eens bereikt, maar was toen teruggestuurd. Vanuit Italië had hij het opnieuw geprobeerd. Uiteindelijk was hij weer in Frankrijk gekomen.”
De vriendengroep heeft veel schrijnende verhalen gehoord, maar ook veel bemoedigende dingen. „Je beseft dan weer eens hoe ondankbaar wij in Nederland zijn. We hebben alles, maar vinden dat heel gewoon.”
Ondertussen houdt een stagiaire van evangelisatiepost In de Gouwstraat zich bezig met de vraag waar precies de kerkelijke verantwoordelijkheid voor de vluchtelingen in Calais en in Nederland ligt. Behoort dit tot het mandaat van het deputaatschap voor evangelisatie van de Gereformeerde Gemeenten, tot de verantwoordelijkheid van plaatselijke gemeenten, of tot het mandaat van de werkgroep vervolgde kerk? Ze maakt er haar afstudeeropdracht van voor de Cursus Godsdienstonderwijs van.