AMSTERDAM. Ze spreekt vloeiend Nederlands, maar haar moedertaal is Hebreeuws. Want Hanna Luden, de nieuwe directeur van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI), is niet in Nederland, maar in Israël geboren.
Haar wieg stond in 1958 in Givatayim, een kleine stad in de buurt van Tel Aviv. Haar beide ouders kwamen uit Polen, moeder emigreerde met haar ouders naar Israël in de jaren dertig van de vorige eeuw, vader in 1948.
U bent in Israël geboren, een zogeheten Sabra, en hebt er 27 jaar gewoond. Voelt u zich een Israëlische of meer een Nederlandse?
„Als ik in Nederland ben, dan voel ik me Israëlische, als ik in Israël ben, voel ik me Nederlandse. Dat is het lot van iedere emigrant. Het land waar je vandaan komt, vormt je. Naarmate je ergens langer woont, neem je onbewust allerlei nieuwe gewoontes over. Als je dan terugkomt in je vaderland, merk je dat je je anders hebt ontwikkeld als je landgenoten. Je bent een beetje buitenstaander en tegelijkertijd doe je veel kennis op en voel je je betrokken bij twee culturen. Voor mijn nieuwe functie bij het CIDI is dat ideaal.”
Waarom viel de keus op Nederland in 1985?
„Dat was toeval. Ik wilde eigenlijk naar Frankrijk. Ik sprak Frans, maar ik kende geen woord Nederlands. Ik had in Nederland wel enkele vrienden. Daardoor ben ik toch hier gekomen. In Israël heb ik informatica gestudeerd en ook in die sector gewerkt, maar ik wilde graag naar het buitenland en wat meer van Europa zien. Inzicht in een ander land krijg je het beste als je ergens woont en werkt. Ik vond een leuke baan bij het Dr. Neher Laboratorium, het onderzoeklab van de toenmalige PTT. Een prettige omgeving, fijn werk. Ik heb er veel geleerd en zo ook Nederland en de Nederlanders leren kennen. M’n ouders wonen in Israël, dus ik ga één of meerdere keren per jaar even terug naar Israël. Onze twee dochters zijn in Nederland geboren, maar ze spreken ook vloeiend Ivriet.”
U bent nu directeur van het CIDI, dat is heel wat anders dan de ICT-wereld. Hoe is dat zo gegaan?
„Ik was altijd geïnteresseerd in de politiek, ook wereldwijd. Daarom ben ik ook actief binnen de PvdA en lid van de buitenlandcommissie van deze partij met als aandachtspunt het Midden-Oosten. Het lot van de Joden over de hele wereld gaat mij ter harte. Ik maak me zorgen over het toenemende antisemitisme en zie het als mijn opdracht om daar werk van te maken.”
U wilt een bijdrage leveren aan de begripsvorming over Israël. Hoe staat het daarmee in Nederland anno 2015 in uw beleving?
„Er wordt veel over Israël geschreven. Journalisten zijn over het algemeen goed geïnformeerd. Maar ik heb wel het gevoel dat de complexiteit van de verhoudingen tussen Israël, de Palestijnen en de Arabische buurlanden niet altijd goed wordt overgebracht. Daar wil ik aan werken door goede uitleg te geven. Er zijn geen zwart-wit oplossingen voor de problemen daar. Als Israël zich zou terugtrekken uit de omstreden gebieden zijn de problemen niet uit de wereld, helaas. Er moet een duurzame oplossing komen. Er zijn diverse bevolkingsgroepen met uiteenlopende ideeën, idealen en verschillende religies. Aan beide kanten van de groene lijn zijn er bovendien groepen die het vanwege allerlei overwegingen tot hun taak rekenen om toenadering te frustreren.
Een boycot van producten afkomstig van de Westbank zou de financiële druk op Israël moeten vergroten. Maar vergeten wordt dat je daarmee juist de Palestijnse economie treft. Een boycot maakt de problemen dus alleen maar groter.”
Het toenemend antisemitisme baart u zorgen?
„Kritiek op Israël of de Palestijnen is legitiem. Maar zodra dergelijke opvattingen leiden tot bedreigingen, aantasting van de vrijheid en veiligheid of zelfs aanslagen, dan gaat het fout. Mensen zijn verkeerd bezig als ze ineens alle Joden de schuld geven van weet-ik-veel-wat. Die vijandige en niet ter zake doende acties baren ons zorgen.”
Uw naam is Hanna. Dat betekent: ”De Heere/Jahweh is genadig”. Heeft dat betekenis voor u?
„Jazeker, maar ik ben niet religieus en ga ook niet naar de synagoge. Ik ben vernoemd naar mijn oma, de moeder van mijn vader. Dat vind ik heel belangrijk, want zij is omgekomen tijdens de Holocaust. De naam wijst ook op de genade van God en de genade naar mensen toe. Daar probeer ik naar te leven, iedere dag opnieuw. Of dat lukt, moeten anderen maar zeggen.”