Kerk & religie
„We delen onze roeping voor Zeeuws-Vlaanderen”

Ze kruisen graag samen de degens over kerk en theologie en rusten soms niet voordat een onderwerp volledig is uitgebeend. Behalve in de vakantie. Dan is praten over werk taboe.

Eunice Hoekman-van Stuijvenberg

13 August 2015 21:19Gewijzigd op 15 November 2020 21:02
Theologenechtpaar Johan en Marijke Harmanny-de Jong. Beeld RD, Henk Visscher
Theologenechtpaar Johan en Marijke Harmanny-de Jong. Beeld RD, Henk Visscher

Zeeuws-Vlaanderen, een snikhete zomerdag. Boven de uitgestrekte aardappelvelden trilt de hitte. Maar voor het huis van Johan (35) en Marijke (31) Harmanny in Hoek kabbelt de kreek en in hun bloeiende tuin is er schaduw. De twee theologen hebben vakantie. Bespreken ze in het dagelijks leven hun bezigheden vooral tijdens de maaltijden en ’s avonds laat, als ze vrij zijn, praten ze bewust vaker over andere onder­werpen dan over hun werk.

Hun beider roeping ligt in het kerkelijk leven ten zuiden van de Westerschelde. Johan is er predikant van de gereformeerde kerk vrijgemaakt in Hoek. Marijke, eveneens theoloog, is als pastoraal werker verbonden aan de vrij­gemaakte kerken in Hoek, Axel en Terneuzen.

Marijke: „Ik koop tijdens de vakantie soms een stapel kaarten om te versturen naar gemeenteleden.”

Johan: „Maar ik ga daardoor weer nadenken over de mensen die de kaarten krijgen, over pastorale relaties, die soms ingewikkeld zijn, en over het bezoekwerk na de vakantie. „Kan dit niet na de vakantie?” vraag ik dan.”

Marijke: „We zagen een keer een journaalitem over de paus, waarop jij begon over een van zijn uitlatingen. Voor mij hoeft dat niet. Voor de een is zo’n gesprekje ontspannend, terwijl het de ander weer aan het werk herinnert.”

Op zondag in Duitsland, waar ze graag komen, zoeken ze een kerk op waar ze „gewoon kerkganger” kunnen zijn.

Marijke: „Ik luister altijd vrij kritisch naar een preek, of de tekst wel recht wordt gedaan. Omdat ik de Duitse taal niet helemaal beheers, kan dat in de vakantie niet. Ik hoor af en toe een woord en luister naar de liederen. Dan kom je bij God uit. Heerlijk.”

De twee leerden elkaar in 2008 kennen toen Marijke, die een theologiestudie volgde in het Belgische Heverlee, voor haar eindscriptie vaak te vinden was in de bibliotheek van de Theologische Universiteit Kampen (TUK). Johan –die na zijn studie theologie onderzoek deed aan de TUK– had in deze bibliotheek een bijbaan als systeembeheerder.

Marijke: „Af en toe begeleidde hij bachelors met hun scriptie. Dus ik vroeg hem: „Wil je niet eens meelezen?” Het is natuurlijk altijd mooi als er iemand meeleest, maar ik had al wel in de gaten dat hij een erg leuke man was.”

Johan glimlacht wat en zegt droogjes: „Zo kom je elkaar dus tegen.”

Nadat het stel in 2010 trouwde, woonde het bijna een jaar in Kampen. Rond de jaarwisseling nam Johan een beroep aan naar het Zeeuws-Vlaamse Hoek.

Marijke: „Het was heerlijk dat we dat eerste jaar voor onszelf hadden, zonder het kijkdoosidee dat bij de pastorie hoort. Zeker in de eerste tijd in een nieuwe gemeente kijkt iedereen intensief mee naar hoe je het doet.”

Werkgebied

Het theologenechtpaar zet af en toe een flinke boom op en kan een onderwerp helemaal uitbenen. „Maar dan stoppen we op een gegeven moment ook”, zegt Marijke. „Ook al heeft hij” –ze wijst naar haar man– „nooit het gevoel dat we ruzie hebben.”

Nog een verschil: „Hij bezit veel dogmatische basiskennis, ik iets meer kennis over de psychologische kant van geloven.”

Hoewel beiden zijn afgestudeerd in de praktische theologie, heeft Johan een voorliefde voor evangelisatie en apologetiek, terwijl Marijkes hart bij pastorale zorg en gemeenteopbouw ligt.

Johan: „Allebei proberen we de vertaalslag te maken vanuit de verschillende deelgebieden van de theologie naar het werk in de gemeente. En als we met elkaar meelezen, wat we niet altijd doen, kijken we niet alleen naar wat er staat en of dat klopt, maar ook naar de manier waarop mensen dat op kunnen vatten.”

Marijke: „Het is fijn dat je op hetzelfde niveau over dingen kunt nadenken. We zijn elkaars naaste collega’s.”

Johan: „Je werkt solistisch, veel collega’s zijn er niet.

Marijke: „Heb je een te hoge dunk van jezelf of ben je juist te onzeker, dan kun je elkaar aanscherpen of bemoedigen.”

Johan: „Stel, ik houd een preek en heb het gevoel dat die niet overkomt. Dan kan Marijke zeggen: „Je preek klopte inhoudelijk wel en ze was ook aansprekend.” Of andersom: mensen vinden de preek mooi, terwijl Marijke erop wijst dat ik iets helemaal heb laten liggen.”

Marijke: „Als ik pittige pastorale zorg moet verlenen, vraag ik me soms af: Ben ik niet te hard geweest, of juist te voorzichtig? Dan hoor ik van hem: „Je moet eerlijk zijn over wat goed en fout is.” Of: „Je mag best iets kritischer zijn.””

Johan: „Het voordeel daarbij is dat we een apart werkterrein hebben, zodat we niet de hele tijd met dezelfde situaties bezig zijn.”

De theologen hebben ook letter­lijk hun eigen werkgebied: hij zit beneden, zij boven. „Tijdens de lunch en het avondeten komen we elkaar tegen. We bellen elkaar als we gaan eten.” Alleen als er iets ergs gebeurt, zo zeggen ze, lopen ze even bij elkaar langs.

Roeping

Marijke: „We delen onze roeping in Zeeuws-Vlaanderen. Dat is iets heel moois.”

Johan: „Wanneer je als predikant een beroep krijgt, zoek je naar een antwoord op de vraag: waar wil God mij gebruiken? We hebben hier samen over nagedacht en ervaren dat God ons hier roept. We zijn geroepen om te bouwen aan de kerk. En we zien hoe mensen dat nodig hebben. Op onze eigen manier werken we voor hetzelfde doel: dat de kerk groeit, dat het Evangelie bekend wordt.”

Marijke: „Zijn belangrijkste missie is het Evangelie delen met mensen, het liefst met degenen die God nog niet kennen. Mijn belangrijkste missie is om te helen daar waar verdriet is. Deze roepingen liggen in elkaars verlengde. Natuurlijk maken we ook fouten en lopen sommige dingen niet lekker, maar we merken ook dat we tot zegen mogen zijn.”

Johan: „Iedereen maakt verkeerde keuzes en neemt soms verkeerde standpunten in. Juist dan mogen wij naar God toe gaan en vragen: Wat ik verkeerd deed, wilt U dat vergeven? Die afhankelijkheid heb je elke dag in je werk nodig.”

Met meer dan gewone interesse volgt Johan het gesprek binnen de Gereformeerde Kerken vrij­gemaakt over de positie van vrouwen in de kerk. Niet zozeer omdat zijn eigen vrouw theoloog is maar omdat hij één dag in de week aan een promotiestudie over dit onderwerp werkt. In de aanloop naar de generale synode in Zwolle-Zuid, in 2008, dacht hij mee over theologische vragen op dit gebied, als adviseur van de deputaten ”m/v in de kerk”.

Ambt

De uitkomst van dit vraagstuk staat voor de Zeeuws-Vlaamse predikant niet vast. „Als jongere leerde ik dat vrouwen geen ambt bekleden. Later zag ik vrouwen hun gaven met zegen inzetten, in sommige kerken als ambtsdrager. Dat maakte nieuwsgierig. Hoe hangen theorie en praktijk samen? Is onze overtuiging Bijbels? Of past die bij wat we gewend zijn? Klopt onze praktijk? Of lopen we om het probleem heen? Ik herken me soms in voorstanders van vrouwelijke ambtsdragers, dan weer in tegenstanders. In elk geval probeer ik van verschillende kanten publicaties te lezen, waarbij ik enerzijds mee wil gaan in het betoog van beide partijen, en anderzijds aan beide kanten zwakheden aanwijs. Wat ik me sterk afvraag is: hoe kunnen mensen die overtuigd christen zijn en serieus de Bijbel willen lezen tot verschillende conclusies komen?”

Hoe bezien jullie in dit opzicht 
de eigen plaats in de kerk?

Marijke: „Ik kan er geen uitspraak over doen, ik weet het ook niet precies. Ik weet wél dat ik dingen doe waarvoor ik gaven heb en waarmee ik blij ben. Ik hoef ook niet meer te doen dan nu. Toen we eens samen hierover spraken, zei Johan: „Zolang de kerk het standpunt inneemt dat een vrouw geen ambt mag hebben, moet je consequent zijn en dus ook geen avond leiden en geen onderwijs geven. Daarom zorg ik tijdens een toerustingsavond altijd dat er een ouderling is die bidt. Dat vind ik eerlijk.”

Johan: „Je hebt ook niet de ambitie om predikant te worden. Ik vind het leuk om aan veel verschillende thema’s te werken, terwijl jij meer specialistisch bezig bent.”

Marijke: „Bovendien vind ik het niet prettig om onder grote druk te werken. En ik houd er niet van om de eerste viool te spelen. Het is heerlijk dat er in Axel weer een dominee komt. Ik merk dat het laatste jaar best zwaar is geweest. Nu kan ik een stapje terug doen.”


zomerserie Theologenechtpaar

Theologenechtparen vertellen over hoe een huwelijk tussen twee theologen eruitziet. Waar praten ze over aan tafel? 
Hoe bezien ze hun plaats in huis én in de kerk? Deel 5: Johan en Marijke Harmanny-de Jong.


Johan en Marijke Harmanny

Ds. J. (Johan) Harmanny studeerde theologie aan de Theologische Universiteit Kampen (TUK), deed daar onder­zoek en werkte enige tijd als kerkenraadsadviseur voor het Centrum Dienst­verlening Gereformeerde 
Kerken (nu het Praktijk­centrum van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt). In 2011 werd hij predikant van de gereformeerde kerk vrijgemaakt in Hoek, Zeeuws-Vlaanderen. Eén dag in de week werkt hij aan een promotiestudie over vrouwen en het ambt.

Zijn vrouw, M. (Marijke) Harmanny-de Jong, volgde een theologiestudie aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in het Belgische Leuven (Heverlee). Ze is pastoraal werker in de gereformeerde kerken vrijgemaakt in Axel, Hoek en Terneuzen. In Hoek en Terneuzen betreft haar taak de ziekenzorg, in Axel doet ze ook gemeente­opbouwwerk en leidt zij begrafenissen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer