Kerk & religie

Ds. Dingemanse, goed af te lezen dovenpastor

Toen hij tien jaar dovenpastor was, werd zijn vrouw slechthorend. Drie jaar geleden werd ze zelfs doof aan één kant. De oorzaak is nooit ontdekt. Zulke doven zijn er meer. Het is een vergeten groep waar ds. A. Dingemanse zich graag voor inzet. „Ik kwam eens bij een man die zeven jaar eerder doof geworden was. Ik sprak met hem door mijn tekst op een laptop uit te typen. Aan het eind vroeg ik: „Zullen we bidden?” Toen we klaar waren, zag ik de tranen over zijn wangen lopen. Zeven jaar lang had niemand met hem gebeden.”

Reinald Molenaar

3 July 2015 15:33Gewijzigd op 2 March 2023 15:07
Ds. A. Dingemanse. beeld Dick Vos
Ds. A. Dingemanse. beeld Dick Vos

Zijn handen doen altijd mee als hij praat. Dat gaat automatisch. Ds. A. Dingemanse: „Als ik in een dienst voorga voor alleen horenden, zeg ik altijd van tevoren dat ik dovenpastor ben. Dat verklaart een hoop.”

Negentien jaar is hij nu namens de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) dovenpastor bij het Interkerkelijk Dovenpastoraat (IDP). Tot aan zijn emeritaat op 1 augustus bedient hij de provincies Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel, Flevoland en de Noord-Veluwe. Dat laatste gebied kreeg hij er in 2013 bij.

Als predikant begon ds. Dingemanse in 1980 in de christelijke gereformeerde kerk te Arnhem. Al na anderhalf jaar werd hij gevraagd om mee te doen met het opzetten van een interkerkelijke commissie voor pastoraat onder doven en slechthorenden. Na een voorzichtige kennismaking kreeg ds. Dingemanse al snel hart voor doven en slechthorenden. „Het is altijd mijn drive geweest om onder hen het Woord van God te brengen. Om met hen de weg van het geloof te gaan. Om hen aan te moedigen en bij te staan.”

Daarbij kwam als gunstige bijkomstigheid dat doven ds. Dingemanse goed konden „aflezen.” „Dat kreeg ik heel vaak te horen: „Wij kunnen u zo goed volgen.””

Tien jaar lang stond de christelijke gereformeerde predikant in Arnhem. Daarna was hij zes jaar predikant in Assen. Ook daar was het dovenpastoraat nooit ver weg. „God maakte mij klaar voor de functie van dovenpastor, dat heb ik echt zo ervaren.” In 1996 solliciteerde ds. Dingemanse bij het IDP, dat destijds door de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken en de CGK in stand werd gehouden. Sindsdien reist hij heel noordelijk Nederland door om aan doven en slechthorenden pastorale hulp te verlenen, om voor te gaan in diensten en om gemeenten en kerkenraden bewust te maken van het isolement waarin doven verkeren.

Hoe ontstaat dat isolement?

„Vooral door de beperking. De Duitse filosoof Immanuel Kant zei: „Blindheid scheidt de mensen van de dingen, doofheid scheidt de mensen van de mensen.” Ik vind dat een heel diepe uitspraak. Blinden praten, bellen, communiceren en moeten ‘alleen maar’ begeleid worden. Doven missen omgevingsgeluiden, de radio die aanstaat en directe verbale communicatie. Ze moeten altijd zelf op zoek naar informatie.

Om dat verschil tussen blinden en doven nog wat duidelijker te maken: de dove man die Jezus genas werd door anderen bij Hem gebracht. De blinde Bartimeüs kon roepen: „Ontferm U!””

Toen hij zo’n tien jaar als dovenpastor werkzaam was, werd zijn vrouw slechthorend. Drie jaar geleden werd ze doof aan één kant. Aan haar andere oor kan ze met behulp van een gehoorapparaat nog wel wat horen. De oorzaak van deze doofheid is nooit achterhaald.

„Dit komt veel vaker voor dan je denkt”, aldus ds. Dingemanse. „Er is nog heel veel onbekendheid over acute doofheid of ouderdomsdoofheid. Soms komt het door een gezwel dat tegen de gehoorzenuw aandrukt, soms door hersenvliesontsteking, maar heel vaak ook is de oorzaak gewoon niet te achterhalen.”

De eenzaamheid van deze mensen raakt hem. Hij hoopt dan ook dat deze groep meer bekendheid krijgt in gemeenten. „Ze kunnen niet meedoen met Bijbelkringen, gaan niet naar mannen- of vrouwenvereniging, moeten in de ringleiding zitten.

Ik kwam eens bij een man van 65 die zeven jaar eerder door hersenvliesontsteking doof geworden was. Visite sprak met zijn vrouw, die hij wel kon aflezen. Zij vertaalde dan. Ik ging er met mijn laptop naartoe en begon met hem te praten door mijn tekst uit te typen. Aan het eind vroeg ik: „Zullen we bidden?” Ik begon mijn gebed uit te typen. Toen we klaar waren, zag ik de tranen over zijn wangen lopen. Zeven jaar lang had niemand met hem gebeden.”

De drempel om contact te maken met doven lijkt hoog.

Fel: „Je kunt toch iets opschrijven? Ze kunnen lezen, ze zijn niet dom!

Heel vaak zie je dat doven in het kamp van de mensen met een verstandelijke beperking worden gestopt. Logisch, ze praten een beetje anders omdat ze hun eigen stem niet horen en niet de juiste accenten leggen.”

Het isolement van jonge doven leidt vaak tot ontkerkelijking, legt ds. Dingemanse uit. „Christelijke jongeren zitten met anderen op een dovenschool. Ze zijn daar een minderheid in een heel sterke subcultuur: de dovenwereld. Er is onder doven een sterke jongerencultuur vol dansfeesten, sport en spel. Vaak worden christenen daardoor meegezogen. Sommige kerkelijke jongeren voelen zich ook beter thuis in evangelische clubs, omdat daar door doven zelf in gebarentaal eenvoudig en direct gesproken wordt. Daar kun je vaak beter je verhaal kwijt dan in een kerk waar de dominee een –vaak te moeilijke– preek houdt.”

Aantallen van jongeren die afhaken kan de predikant niet noemen. Dat wordt speculeren. „Maar het zijn er nogal wat.”

Hoe gaat het Interkerkelijk Dovenpastoraat ontkerkelijking onder jongeren tegen?

„Wij organiseren allerlei ontmoetingsmomenten voor dove jongeren. Zo hebben we een JOC-day, een dag voor jonge dove christenen. En we organiseren jaarlijks een Bijbeldag met een jongerenprogramma.

Soms zoeken de afhakers later de kerk wel weer op. Daarom blijven we evangeliseren. Zo zijn we bijvoorbeeld aanwezig op de jaarlijkse Werelddovendag. Simpelweg om te laten zien: de kerk is er ook voor jullie. De Heere God gaat dwars door alles heen Zijn eigen weg, dat zie ik ook in dit deel van Zijn Koninkrijk.”

Onlangs stelden de Nederlandse Gereformeerde Kerken een pastoraal werker onder jonge doven en slechthorenden aan: Elselie de Jong-van der Zwaard. Zij richt zich speciaal op dove jongeren en op jonge gezinnen waar doofheid voorkomt. Zelf is ze helemaal met gebarentaal opgegroeid, dus ze communiceert heel makkelijk met jongeren, ook via Facetime en Skype bijvoorbeeld.

In de verschillende zogeheten interkerkelijke commissies waarin Nederland is opgedeeld, heeft ze al dingen opgezet voor jongeren. We verwachten dat zij echt kan oppakken waar wij als dovenpastores helaas niet aan toekomen: contact opbouwen met jongeren.”

Ds. Dingemanse komt naar voren vanuit zijn stoel: „Dát is echt heel belangrijk: contact opbouwen. In alle pastoraat speelt dat natuurlijk een rol, maar zeker bij dovenpastoraat.”

U gaat in gemeenten voor die qua ligging nogal uiteenlopen. Hoe is dat?

Lachend: „In Urk gaat iedereen naar zijn eigen kerk en zijn de muren tussen de kerken heel hoog. Ik ben echter de enige predikant die zowel in de hervormde gemeente rond De Ark mag voorgaan als in de christelijke gereformeerde kerken Maranatha en Ichthus en in de gereformeerde kerk De Poort.

We concentreren ons als dovenpastores op de hoofdzaken van het Evangelie. Heerlijk is dat, om niet met allerlei pietluttigheden die in de kerken ter discussie staan, bezig te hoeven zijn. Doven zeggen weleens tegen mij: „Wat doen ze toch moeilijk in de horende kerk? Wij kunnen toch ook samen zijn, waarom kunnen zij dat dan niet?”

Hoe gaat u om met liturgische verschillen?

„Ik pas me aan van middenorthodox tot hersteld hervormd. Alleen de preek blijft míjn eigen preek. Als ik voorga in een middenorthodoxe gemeente in de Protestantse Kerk, kan het zijn dat een vrouwelijke ambtsdrager mij naar de kansel brengt. Binnen het IDP hebben we de afspraak dat we elkaars ambten accepteren. Soms doe ik diensten in samenwerking met een vrouwelijke predikant. Dan ga ik voor en verricht zij bijvoorbeeld een doop.

Ik vind het belangrijk dat die handelingen door een eigen predikant gedaan worden, omdat je zo aan de gemeente laat zien dat dove mensen er helemaal bij horen.”

Krijgt u vaak reacties op uw preek?

„Weinig. Soms zegt iemand na afloop: „Dit hebben we allang niet meer gehoord.” Of: „Wat mooi dat alles zo zichtbaar wordt door de gebaren die u maakt.”” Ds. Dingemanse doet zijn handen in de lucht: „Prijzen.” En een beweging met de vlakke hand over zijn borst: „Barmhartigheid. Soms zeggen ze: „Ik vond het wel zwaar zeg.” Ik denk dan: Nou, het was gewoon het Evangelie.”

Het blijft volgens de predikant nodig dat kerkelijke gemeenten voorlichting krijgen over auditieve beperkingen. „Zo vaak worden doven niet gezien of is de drempel voor contact zo hoog. Doven moeten weten dat er in de gemeente van de Heere Jezus ruimte voor hen is. En gemeenten moeten weten dat er steeds meer technieken zijn die hen kunnen helpen in het contact met doven.

Tegen predikanten met doven onder hun gehoor zou ik willen zeggen: Fiets niet de hele Bijbel door. Doven hebben minder kennis door hun beperking en kunnen Mozes en Johannes de Doper zomaar in dezelfde tijd plaatsen. En verder: gebruik geen spreekwoorden. Die vatten ze letterlijk op. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Het is mijn drive.”

>>rd.nl/kerkbreed


Ds. A. Dingemanse

Adri Dingemanse werd op 17 februari 1950 geboren in Oost-Souburg. Na zijn studie theologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) werd hij in 1980 christelijk gereformeerd predikant te Arnhem. Van 1990 tot 1996 stond hij in de christelijke gereformeerde kerk te Assen. Sinds 1996 is hij dovenpastor bij het Interkerkelijk Dovenpastoraat (IDP). Er zijn nog drie andere pastores bij het IDP betrokken.

Ds. Dingemanse preekte zaterdag afscheid in een dienst in de christelijke gereformeerde kerk Ichthus te Urk. Hij gaat op 1 augustus met emeritaat.

Ds. Dingemanse is getrouwd, heeft drie kinderen en woont in Zwolle.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer