De zondagstoeslag heeft het moeilijk
Nu de zondag steeds meer een gewone winkeldag wordt, groeit de druk om er dan ook maar een gewone werkdag te maken. Werkgevers hakken in cao-onderhandelingen steeds feller in op de toeslag die in veel sectoren geldt voor zondagswerk. Tot nu toe plaatsten vakbonden daar een nauwgesloten verdedigingslinie tegenover. Maar hierin worden nu bressen geslagen.
Toen twee jaar geleden in de Eerste Kamer het wetsvoorstel behandeld werd dat de deur naar een wekelijkse koopzondag in gemeenten in één klap zou openzetten, was senator De Graaf er nog helder over: „Duidelijk is dat arbeid op zondag niet als normale arbeid zal gelden en dat de toeslagen dus onverkort van kracht blijven”, sprak de D66-politicus ferm. Hoewel zijn partij samen met GroenLinks het initiatief had genomen om de koopzondag volledig vrij te geven voor gemeenten, had De Graaf volgens eigen zeggen de zondagstoeslag dus hoog zitten. „Die toeslag is een belangrijke bescherming die dempend zal werken op de neiging van ondernemers om per se elke zondag open te willen.”
Maar wat iedereen toen al kon zien aankomen, lijkt nu te gebeuren: de toeslagen voor zondagsarbeid staan onder zware druk van werkgeverszijde. In een toenemend aantal sectoren is de zondagstoeslag zelfs al op de helling gegaan.
Tot nu toe gold in de Hollandse polder nog het adagium: ”Werken op zondag is niet normaal”. En daarom hoorde daar, naast een wet die voorkomen moet dat werknemers gedwongen worden tot zondagswerk, ook een toeslag tegenover te staan. In veel cao’s is daarom geregeld dat wie op zondag (of op andere incourante tijden) werkt, daarvoor een extra beloning krijgt van dikwijls zelfs 100 procent van het normale salaris.
Aan die vanzelfsprekendheid in de Nederlandse arbeidsverhoudingen dreigt langzaam maar zeker een einde te komen. Nadat eerst door het hele land de winkels op zondag open moesten –omdat burgers op andere dagen niet meer aan shoppen toe zouden komen-, hebben werkgevers nu de aanval geopend op de zondagstoeslag. Met name in de detailhandel is het een heikel punt in de uiterst stroperige onderhandelingen over nieuwe cao’s. Zondagstoeslagen zijn niet meer van deze tijd en moeten verdwijnen, stellen de werkgevers in koor.
Tot nu toe was de boodschap die de twee grote vakbonden, FNV en CNV, hiertegenover zetten echter eveneens luid en duidelijk: aan toeslagen voor zondagswerk mocht niet worden getornd. „Onbespreekbaar met een groot uitroepteken!” noemde CNV-bestuurder Fedde Monsma in 2012 afschaffing van de zondagstoeslag in de detailhandel nog, nadat de brancheorganisatie voor zelfstandige supermarktondernemers geopperd had dat als straks de winkels iedere zondag open zouden zijn, die toeslag wel kon verdwijnen.
Toch was het de christelijke vakorganisatie CNV zelf die nauwelijks één jaar later de bijl aan de wortel van de zondagstoeslag in de winkelsector legde, toen CNV Vakmensen instemde met een nieuwe cao voor viswinkels waarin de zondagstoeslag werd gehalveerd. Hoewel dat toen voor velen binnen de vakcentrale nog als „een blunder” werd beschouwd, stemde de vakorganisatie (zie kader ”Nu daar, straks overal?”) de afgelopen periode al wel vaker in met cao’s waarin de zondagstoeslag op de helling gaat.
De zondagstoeslag is voor het CNV dus duidelijk niet meer onaantastbaar. „De zondag is en blijft een bijzondere (rust)dag in Nederland en die mag dus ook best bijzonder beloond blijven worden”, stelt de vakorganisatie tegenwoordig op haar website. Nog niet zo lang geleden was ”mag” in deze zin zeker ”moet” geweest.
In een poging de al twee jaar vastzittende cao-onderhandelingen in de supermarktbranche los te wrikken, stelde CNV Dienstenbond onlangs in een brief aan werkgevers zelfs expliciet „het gesprek aan te willen gaan” over aanpassing van de zondagstoeslag. „Wij zijn bereid om in alle redelijkheid te kijken naar een nieuwe balans tussen de kale beloning en de toeslag in een tijd dat consumptiepatronen zich steeds meer verplaatsen buiten de negen-tot-vijf-vensters en naar de weekenden”, aldus de bond, die een dergelijk geluid ook al liet horen rond de eveneens vastgelopen onderhandelingen voor de cao in de mode- en de sportdetailhandel.
Ook bij de FNV lijkt na het eerdere verzet langzaam maar zeker de wissel te worden omgezet. Tijdens een recente hoorzitting in de Tweede Kamer over de toekomst van de cao tekende Het Financieele Dagblad uit de mond van cao-coördinator Mariëtte Patijn op dat de FNV bereid zou zijn de toeslagen voor zondagswerk in te ruilen voor het afschaffen van het (relatief lage) minimumjeugdloon. Het zouden volgens haar toch vooral jongeren zijn die nu op zondag werken.
CNV en FNV ontkennen dat hun standpunt ten aanzien van de zondagstoeslag aan het schuiven is. Volgens een FNV-woordvoerder zou Patijn onjuist zijn geciteerd, maar de cao-coördinator blijft onbereikbaar voor de vraag wat ze dan wel heeft gezegd.
Volgens Agostino di Giacomo Russo, cao-onderhandelaar namens CNV Dienstenbond, is er inderdaad meer bereidheid om met werkgevers te praten over een ander toeslagenstelsel. Maar dat wel, zoals hij het noemt, „met een hele grote maar.”
„Werkgevers zeggen nu: De samenleving is veranderd, dus de zondagstoeslag moet weg. Maar in de praktijk betekent dat voor werknemers gewoon minder geld. Toeslagen maken immers een substantieel deel uit van het inkomen. Als je iets verandert, moeten werknemers onder de streep in ieder geval niet slechter af zijn. Als werkgevers alleen maar aan de toeslagenknop willen draaien om de loonkosten te drukken, zijn ze bij ons aan het verkeerde adres.”
Behalve dat financiële aspect weegt volgens de CNV’er ook een ander punt zwaar mee. „De zondag is voor de meeste mensen nog steeds een bijzondere dag. Kijk, u belt mij niet op zondagmiddag om dit gesprek te voeren. En ik u niet. Je kunt dus wel zeggen: geef me gewoon een hoger basissalaris en schaf die zondagstoeslagen maar af, maar denk je daar als werknemer nog steeds zo over wanneer je plots iedere zondag moet komen opdraven en een normaal gezinsleven haast niet meer mogelijk is?”
Waar het werkgevers door de forse toeslag nu doorgaans nog vrij gemakkelijk lukt om personeel te vinden dat op zondag werken wil, vreest het CNV dat die vrijwilligheid op de proef zal worden gesteld als de toeslag verdwijnt. Zo bleek eerder al uit een onderzoek van de bond dat slechts 15 procent van de werknemers wil werken op zondag als daar geen extra vergoeding tegenover staat. „Hoewel de wet stelt dat werknemers niet tegen hun zin op zondag hoeven te werken, kan de informele druk van werkgevers op hun personeel hierdoor fors groeien”, stelt Di Giacomo Russo.
Een nieuw toeslagensysteem zal hierop een goed antwoord moeten hebben, meent hij. „Dus ja, we willen best eens kijken naar hoe we er de komende jaren mee moeten omgaan dat winkels vaker op zondag open zijn. En ook dat werknemers soms zelfs liever op zondag werken dan doordeweeks. Maar dat alles dus wel binnen duidelijke randvoorwaarden.”
Dat werkgevers de laatste maanden in koor roepen dat vakbonden star zijn en niet willen veranderen, is volgens Di Giacomo Russo dan ook volkomen onterecht. „We zijn helemáál niet star, en dat weten werkgevers ook heel goed.”
Dat de bond de toeslag nu in de supermarktbranche zelf op tafel legt als onderhandelbaar, biedt volgens de CNV’er het voordeel dat daarmee de bal bij de werkgevers is gelegd. „Nu wordt het spannend. Zij moeten nu kleur bekennen. Is het hun werkelijk te doen om modernere arbeidsvoorwaarden? Willen ze écht nadenken over een beter systeem voor inconveniëntie en flexibiliteit? Of is datgene wat ze willen toch stiekem gewoon een platte kostenreductie?”
Nu daar, straks overal?
In nagenoeg alle branches binnen de detailhandel geldt nu nog een toeslag voor zondagswerk. Maar door de verruiming van de Winkeltijdenwet in 2013, die de koopzondag voor gemeenten geheel heeft vrijgegeven, wordt de zondagstoeslag steeds meer een twistpunt. Nu in een toenemend aantal gemeenten winkels op zondag de deuren openen, groeit de irritatie bij werkgevers over het feit dat personeel op die dag vaak dubbel moet worden beloond.
De zondagstoeslag is geen wettelijk recht, maar is vastgelegd in cao-afspraken. Hij geldt dus zolang werknemers en werkgevers daarover afspraken weten te maken. En werkgevers hebben daar duidelijk geen zin meer in. In eigenlijk alle cao-onderhandelingen die recent binnen de detailhandel zijn gevoerd, werd de zondagstoeslag door werkgevers als een mes op tafel gelegd. Liever geen cao dan een cao waarin de toeslag niet wordt verlaagd of verdwijnt, lijkt de strategie van werkgevers. In de bloemisterijbranche sloten de werkgevers vorige maand zelfs, buiten CNV en FNV om, een nieuwe cao met de veel kleinere en minder representatieve vakorganisatie AVV. In die cao wordt de zondagstoeslag geheel afgeschaft.
In een groeiend aantal cao’s gaan CNV en FNV echter ook zelf overstag. Zo ging de zondagstoeslag in viswinkels al in 2013 gedeeltelijk overboord. Een jaar later volgden de bakkerswinkels.
Maar ook buiten de winkelsector klinkt van werkgeverszijde de roep om een einde te maken aan de zondagstoeslag steeds luider. Na lang dralen ging vakbond CNV onlangs akkoord met een forse beperking van de zondagstoeslag in de cao voor de agrarische bedrijfsverzorgingsdiensten, waarin mensen werken die onder meer boeren helpen met het melken en het verzorgen van dieren. In 2012 werd de zondagstoeslag al afgeschaft in de horeca en een jaar later kwam attractiepark de Efteling in het nieuws omdat de directie voor een deel van het personeel de zondagstoeslag wilde schrappen. De trend lijkt helder: wie denkt dat de zondagstoeslag overeind zal blijven, gelooft in sprookjes.
RMU: Morrel niet aan de zondagstoeslag
Ook RMU-voorman Peter Schalk, sinds gisteren tevens SGP-senator, ziet dat de zondagstoeslag in steeds meer sectoren onder druk komt te staan. Zowel werkgeversorganisaties als zijn collega-vakbonden wil hij echter oproepen niet aan de extra vergoedingen voor zondagswerk te morrelen. „Blijf er toch van af en ga niet zitten schuiven in je standpunten. We moeten blijven uitgaan van het principe dat de zondag een welkome rustdag is voor iedereen”, zegt Schalk. De toeslag straalt volgens hem in ieder geval uit dat de zondag geen gewone werkdag is maar „een bijzondere dag.”
Hoewel de meeste RMU-leden in principe geen last zouden hebben van een afschaffing van de zondagstoeslag omdat zij in de meeste sectoren toch niet op zondag werken, ziet Schalk wel degelijk ook gevaren wanneer de zondagstoeslag wordt afgeschaft. „Hoewel de Arbeidstijdenwet verbiedt dat werknemers tegen hun zin op zondag werken, zie ik in dat geval bijvoorbeeld gebeuren dat de beschikbaarheid om wel of niet op zondag te werken een steeds groter thema wordt tijdens sollicitatiegesprekken. Iemand die niet op zondag wil werken, delft dan al snel het onderspit.”
Dat werkgevers afschaffing van de zondagstoeslag steeds vaker als eis op tafel leggen, voordat ze überhaupt bereid zijn om cao-onderhandelingen aan te gaan, vindt hij kwalijk. „Daarmee doen ze feitelijk hetzelfde als wat ze de vakbonden verwijten wanneer die dreigen met stakingen: ze misbruiken het als een machtsmiddel. De grote vraag is of de bonden hun rug recht weten te houden, of dat ze uiteindelijk toch steeds vaker onder die druk zullen buigen.”