DEN HAAG. De problematiek rond de persoonsgebonden budgetten (pgb’s) blijkt nog groter dan gedacht.
Bronnen bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) meldden afgelopen weekeinde aan Het Financieele Dagblad dat deze instantie in opdracht van staatssecretaris Van Rijn inmiddels zo’n 60.000 voorschotten aan hulpverleners van budgethouders heeft verstrekt om te voorkomen dat zij in financiële problemen zouden komen. Dat aantal is veel groter dan tot nu toe werd aangenomen. „Van Rijn blust de brand met benzine”, aldus een overigens anonieme woordvoerder van de SVB in het dagblad. Daarmee benadrukt hij dat de voorschotten ambtshalve, dus zonder rechtmatigheidscontrole, zijn uitgekeerd.
Van al de declaraties moet de SVB daarom achteraf nagaan of ze terecht zijn uitgekeerd, én of het uitgekeerde bedrag juist was. In het ergste geval kan dat betekenen dat hulpverleners een deel van het geld waarop ze soms wekenlang hebben gewacht weer moeten terugstorten.
Hulpverleners die zorg verlenen aan pgb-houders moeten sinds dit jaar hun declaraties indienen bij de SVB, een uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Sociale Zaken. Voordat deze mag uitbetalen, moet de instantie een omvangrijke rechtmatigheidstoets uitvoeren. De bedoeling was dat dit automatisch zou gebeuren, maar eind december bleek het ict-systeem van de SVB de massale gegevensstroom niet te kunnen verwerken.
Van Rijn en de SVB schroefden toen in allerlijl een noodscenario in elkaar, waarbij de rechtmatigheidscontrole en de uitbetaling handmatig gebeuren.
Donderdag debatteert de Kamer vrijwel de hele dag over de pgb-problematiek. Daarna moet de staatssecretaris zich beraden op zijn positie.