Op zoek naar de ideale gemeente
Volgens pleitbezorgers van huisgemeenten heeft dit kerktype de toekomst. Toch zijn het er in Nederland minder dan wordt gesuggereerd. De bescheiden aanwas lijkt momenteel vooral uit de reformatorische gezindte te komen.
De tocht langs huisgemeenten is ten einde. Het was een enerverende reis. In de eerste plaats door de moeite om ze te vinden. Veel huisgemeenten hullen zich in anonimiteit. Het kostte enig recherchewerk om er door het hele land een aantal op te sporen. Een deel bleek bij nader onderzoek alweer van de aardbodem te zijn verdwenen. Andere wilden niet voor het voetlicht komen.
En dan waren er de grondleggers of vertegenwoordigers van huisgemeenten die bij nader inzien de afspraak toch maar afzegden. Wegens ‘kinderziekten’ of onverwachtse spanningen. De huisgemeente Winterswijk streeft er volgens haar website naar „om samen Gods huisgezin te zijn”, maar door recente ontwikkelingen vraagt de in 2008 gestichte huiskerk zich af of ze wel verder moet gaan, liet Benjamin Elkema weten, een dag voordat het gesprek zou plaatsvinden. Ook de voorman van huisgemeente Jehu in Groningen belde op de valreep af.
Huisgemeente Assen, die vier gezinnen omvatte, bleek anderhalf jaar na de start alweer uiteen te zijn gevallen. De organisatie van de samenkomsten kostte veel meer tijd en energie dan was voorzien. De gemeente ten huize van Aloys Bijl ligt al anderhalf jaar stil, door huiselijke problemen. Zijn huisgemeente in Mijnsheerenland maakt deel uit van de Federatie van Huisgemeenten, maar die is volgens Bijl een zachte dood gestorven. Hij heeft geen contact met de twee andere gemeenten die volgens de website bij de federatie zijn aangesloten: Lelystad en Maarssenbroek. Hij betwijfelt zelfs of die nog bestaan.
Kortom: vanuit idealisme een huisgemeente beginnen blijkt eenvoudiger dan in volstandigheid volharden. Veel huisgemeenten doen denken aan sneeuwklokjes. Ze zijn er zomaar en ze zijn ook zomaar weer verdwenen.
Postevangelisch
Het merendeel van de huisgemeenten, tafelkerken, ”simple churches”, ”organic churches”, ”emerging churches”, ”liquid churches” en hoe ze nog meer mogen heten, is ontstaan uit evangelische gemeenten. Voor de initiatiefnemers waren ook die te dogmatisch, te star of allebei. Niet zonder reden spreekt de Amsterdamse godsdienstsocioloog prof. Hijme Stoffels over „postevangelische groepjes”, voortgekomen uit verzet tegen grote instituten inclusief de evangelische kerken. Veel bezoekers van huisgemeenten groeiden op in een van de reformatorische kerken, stapten over naar een evangelische gemeente en stroomden na verloop van tijd gedesillusioneerd door naar een huisgemeente.
Volgens de Evangelische Alliantie telt Nederland inmiddels zo’n 500 huiskerken. In de wereld van de huisgemeenten zelf wordt er sceptisch op dat getal gereageerd. Leefgemeenschap en huisgemeente Elim in Doorn probeert al sinds 2007 via een enquêteformulier op de eigen website zicht te krijgen op het aantal huisgemeenten in Nederland. Inmiddels hebben 105 groepen de enquête ingevuld. Een deel ervan is geen huisgemeente in de strikte betekenis van het woord.
Drs. Gijs van den Brink, een van de grondleggers van Elim, schat het aantal „serieuze huiskerken” in Nederland op pakweg 150. Hij heeft wel de indruk dat er momenteel sprake is van een toename, door de groeiende behoefte aan gemeenschap. „Het aantal christenen neemt af, maar zij die christen blijven, willen een actieve bijdrage leveren aan het Koninkrijk van God. De huiskringen worden daardoor belangrijker, de belangstelling voor de grote samenkomsten neemt af.”
Een voorbeeld van deze trend is de Nederlands gereformeerde kerk van Wageningen. Die houdt op zondag nog maar één keer dienst. Ook de diensten op tweede kerkelijke feestdagen zijn afgeschaft. Volgens de website van de gemeente is er een centrale rol weggelegd voor de kringen, waar vorm wordt gegeven aan groei, gebed en gemeenschap. Deze ontwikkeling is niet alleen binnen de Nederlands Gereformeerde Kerken waarneembaar.
Diffuse grenzen
Een deel van de huisgemeenten ontstond als doordeweekse Bijbelkring. Die ging vervolgens de zondagse samenkomst in de gemeente of een van de erediensten vervangen. Een volgende stap in het proces is de bediening van het avondmaal in de kring, meestal aangeduid als „het breken van het brood.”
Slechts een beperkt aantal huisgemeenten houdt het langer dan tien jaar vol. Het voortbestaan wordt niet alleen bedreigd door praktische hindernissen, interne spanningen en decimering door verhuizing van bezoekers, maar ook door groei. Succesvolle huisgemeenten zien zich nogal eens genoodzaakt tot het huren van een zaal en het aanstellen van oudsten, waardoor het eigene verwatert. De grens tussen een kring en een huisgemeente en die tussen een huiskerk en een evangelische gemeente is in de praktijk diffuus.
Er zijn ook mengvormen ontstaan, zoals Huizen van Licht in Den Haag. De leden van deze pinkstergemeente komen op zondag samen voor een gemeenschappelijke dienst en de viering van het avondmaal, maar het hart van de gemeente klopt in de doordeweekse huisgroepen. Daar vindt ook de doop van nieuwelingen plaats, op informele wijze. De huiskringen worden ondersteund door de in 2013 aan de Vrije Universiteit gepromoveerde pinkstertheologe dr. Helen Wuhrer, afkomstig uit Duitsland.
Een soortgelijk model hanteert De Schaapskooi in Hardinxveld-Giessendam, die vooral mensen uit de gereformeerde gezindte trekt. De drie aangesloten huisgemeenten komen op zondag in het dijkdorp samen, en hebben een eigen voorganger in de persoon van lekenprediker Arie van Heijningen. De doordeweekse samenkomsten voor Bijbelstudie en gebed houden ze afzonderlijk, onder leiding van verschillende oudsten. Ook de viering van het avondmaal vindt plaats binnen de huiskringen. Dopen gebeurt centraal, op zondag.
Vijfvoudige bediening
De inhoudelijke verscheidenheid onder de huisgemeenten is groot. Ze variëren van groepjes met een orthodox en ingetogen karakter tot charismatische clubjes die maar wat raak experimenteren en soms nauwelijks de naam van christelijke gemeente verdienen. Bij alle onderlinge variatie delen ze met elkaar het verlangen naar kleinschaligheid, persoonlijk contact en ontplooiing van de gaven van de individuele bezoekers. Opvallend is ook de oriëntatie op buitenlandse sprekers en schrijvers.
De charismatische huisgemeenten kenmerken zich daarnaast door het grote aantal ambachtslieden onder de ‘kartrekkers’, de afkeer van vaste structuren, het zoeken naar nieuwe vormen en de gerichtheid op de bijzondere Geestesgaven. Onderwijs vanuit de Bijbel heeft er veelal een zeer bescheiden plaats. Een aantal huiskerken komt uitsluitend doordeweeks samen. De zondag wordt gebruikt voor sociale activiteiten. De frequentie van de samenkomsten neemt na verloop van tijd vaak af.
Cruciaal voor de meeste huisgemeenten is de zogenaamde vijfvoudige bediening: die van apostel, profeet, evangelist, herder en leraar. Binnen de huiskerk zouden de verschillende bedieningen, inclusief het nog aanwezig geachte apostelschap, het meest tot hun recht komen. In de vijfvoudige bediening is idealiter geen sprake van hiërarchie, dus ook niet van leiders. Veel huisgemeenten werden gevormd door ex-leden van evangelische gemeenten die zijn afgeknapt op dominant leiderschap.
Idealisme
Als een huisgemeente meer dan pakweg twintig leden telt, dient er volgens de aanhangers van dit kerkmodel een nieuwe gemeente te worden gevormd. Vermenigvuldigen door te delen, zo luidt een populair gezegde in deze kring, al is er in de praktijk meer sprake van delen dan van vermenigvuldigen.
Desondanks houden de huisgemeenten vast aan hun idealistisch kerkbegrip. Afgezet op een ‘kerkelijkidealismeschaal’ staan aan de ene kant de aanhangers van de volkskerkgedachte die niets verwachten van een schifting van koren en kaf in deze bedeling. Vervolgens komen zij voor wie de acceptatie van vrijzinnigheid een wettige reden voor afscheiding is. Daarna volgen de christenen die het bestaan van hun kerkverband legitimeren door het theologisch of historisch eigene ervan. De nog idealistischer huisgemeenten denken de eerste christengemeente weer tot leven te kunnen roepen of willen zelfs volledig opnieuw beginnen, al dan niet met joodse rituelen en feesten erbij. De ultieme vorm van kerkelijk idealisme wordt in zekere zin beoefend door de thuislezers. Die leggen de lat zo hoog dat ze alleen overblijven.
Een opvallende inconsequentie bij zowel thuislezers als huisgemeenten is de met de mond beleden verbondenheid met Gods wereldwijde kerk, terwijl men daar in de eigen regio weinig van laat zien, de goede niet te na gesproken. Tussen de huisgemeenten bestaan vrijwel geen contacten, ook niet als ze in dezelfde plaats samenkomen. Pogingen om tot netwerkvorming te komen liepen dood, zoals bij de Federatie van Huisgemeenten en het netwerk In de Huizen. Of ze hadden een zeer bescheiden resultaat, zoals bij Church without walls.
Reformatorische gezindte
Bij de huisgemeenten die zijn voortgekomen uit de gereformeerde gezindte is de situatie niet wezenlijk anders. De huidige aanwas van huiskerken in Nederland lijkt overigens vooral uit deze kring te komen. Een deel van de bezoekers is nog lid van een van de reformatorische kerken. Op langere termijn blijkt die combinatie niet houdbaar. Vooral het verschil in visie op de doop –de huisgemeenten wijzen bijna per definitie de kinderdoop af– en op het ambt is een breekpunt.
Met name in Gelderland, Utrecht en Zuid-Holland zijn er in de achterliggende jaren nogal wat van dit soort huisgemeenten ontstaan. Vanwege het ‘dubbele lidmaatschap’ van een aantal bezoekers komen ze niet graag in de publiciteit. Er lopen informele lijnen van een deel van deze huiskerken naar Stichting Heart Cry, die geleidelijk verder weggroeit van de reformatorische kerken. Evangelist Jacques Brunt, voorzitter van Heart Cry, spreekt tegenwoordig uitsluitend in evangelische groepen en wordt ook in Messiaanse kring gevraagd.
Hoewel huisgemeenten op lokaal niveau oorzaak van grote zorg en verontrusting bij reformatorische kerken kunnen zijn, is er tot nu toe geen sprake van een brede beweging. De vraag is of dat in Nederland ooit het geval zal worden. Op grond van de huidige praktijk is er weinig reden om dat te betreuren. Onder de leden van huisgemeenten zijn edele christenen die door hun Bijbelkennis en levenswandel een beschamend voorbeeld zijn voor veel reformatorische christenen, maar wie de erfenis van de kerk der eeuwen en de betekenis van kerkelijke structuren veronachtzaamt, kan gemakkelijk ontsporen. Of in het niets oplossen. Veel bestaande of alweer verdwenen huisgemeenten zijn daarvan het bewijs.
Donderdag in Kruispunt: slotevaluatie door prof. dr. A. Baars.
serie Terug naar de basis
Huisgemeenten in Nederland. Vandaag deel 10 : Terugblik. De serie wordt afgesloten met een evaluatie door prof. dr. A. Baars.