Rubriek martelaren: Isabel Alison en Marion Harvie
Sinds de kruisiging van de Heere Jezus zijn enkele tientallen miljoenen christenen martelaar geworden omwille van hun geloof. Over wie gaat het? Vandaag Marion Harvie en Isabel Alison.
Marion Harvie (een 20-jarig dienstmeisje uit de Schotse stad Bo’ness) en Isabel Alison (een jonge ongetrouwde vrouw uit Perth) luisteren graag naar de preken van Donald Cargill. Dat is echter verboden, want Cargill is het zwijgen opgelegd. Hij behoort tot de vele Schotse predikanten die in 1662 buiten de kerk worden gesloten omdat ze weigeren het bisschopsambt in de Schotse kerk te erkennen. Toch gaat Cargill door met preken, want het Woord is hem lief en hij vreest de vijand niet.
Samen met een aantal andere getrouwen worden Marion Harvie en Isabel Alison gevangengenomen en naar de stad Edinburgh gebracht. Daar worden ze verhoord. De verhoren van beide vrouwen zijn bewaard gebleven. In het boek ”Naftali, een losgelaten hinde”, over de strijd van de Schotse kerk, schrijft Leen van Valen: „Op een bewonderenswaardige wijze dienden deze eenvoudige vrouwen hun wrede rechters van repliek. De Heere opende naar Zijn belofte hun monden om de leugens van de tegensprekers scherp te veroordelen.”
Het einde komt op 26 januari 1681. De beide vrouwen worden naar het schavot op de beruchte Grassmarket gebracht. Isabel Alison is als eerste aan de beurt. Ze zingt Psalm 84 en leest hardop Markus 16. Haar laatste woorden zijn: „Vaarwel, alle geschapen vertroostingen, vaarwel dierbare Bijbel, waarin ik het meeste vermaak vond en die mij zoet is geweest sinds ik in de gevangenis kwam. Vaarwel, christenvrienden. Nu, in Uw handen beveel ik mijn geest, Vader, Zoon en Heilige Geest.” Dat is Alisons zwanenzang.
Marion Harvie volgt. Per brief heeft ze al afscheid genomen van haar vrienden in het geloof. In die brief staat onder meer: „Ik heb mij vaak verwonderd dat Hij een godslasteraar wilde maken tot een getuige voor Hem en Zijn waarheid. Ik mag zeggen: „Ik ben als een vuurbrand uit het vuur gerukt.” O, ik moet Zijn nederbuigende liefde bewonderen. Ik dank de Heere dat ik ooit mr. Cargill, die getrouwe getuige van Jezus Christus, gehoord heb.”
In haar laatste ogenblik op het schavot zegt Marion: „Mijn Liefste antwoordt en zegt: Sta op, Mijn vriendin, Mijn schone en kom.” Dat is háár zwanenzang.