LAMPEDUSA. Op de Middellandse Zee heeft zich zondag vermoedelijk de grootste ramp tot nu toe met een boot vol vluchtelingen voltrokken. De kritiek op de EU zwelt aan, maar de Unie lijkt niet goed raad met het probleem te weten.
Een schip met waarschijnlijk 700 mensen aan boord kapseisde in de nacht van zaterdag op zondag ten zuiden van het Italiaanse eiland Lampedusa. Gevreesd wordt dat het merendeel van de opvarenden is verdronken. Daarmee komt het totale dodental als gevolg van ongelukken met bootvluchtelingen alleen al dit jaar op ruim 1500.
Italië, dat het leeuwendeel van de bootvluchtelingen te verwerken krijgt, is woedend. Europa kijkt weg en doet veel te weinig om deze „moderne vorm van slavenhandel” aan te pakken, zei premier Renzi zondag. Al eerder dreigde Rome illegale immigranten niet meer te registreren en verder de EU in te sturen.
De Europese ministers van Buitenlandse Zaken, die maandag op een reguliere bijeenkomst in Luxemburg bij elkaar zijn, hebben het onderwerp hoog op de agenda gezet. Maar of dat tot concrete en afdoende actie zal leiden, is nog maar de vraag.
Tot nu toe was de Europese aanpak vooral gericht op het redden van drenkelingen. De gezamenlijke operatie Mare Nostrum werd echter eind vorig jaar stopgezet. Sindsdien ligt de EU onder vuur omdat ze te weinig zou doen om het bootvluchtelingenprobleem aan te pakken. Inmiddels runt de Unie een kleinere reddingsoperatie onder de naam Triton.
Het probleem is echter dat de kwestie niet bij de wortel wordt aangepakt. En die wortel ligt in de eerste plaats in Libië, vanwaar verreweg de meeste vluchtelingen vertrekken. Het Noord-Afrikaanse land is sinds het verdrijven van dictator Gaddafi aan chaos en intern geweld ten prooi gevallen. De autoriteiten zijn niet in staat tot effectieve grenscontrole en dus vertrekken er vrijwel dagelijks boten vol vluchtelingen vanaf de Libische kust. Vorig jaar waagden niet minder dan 170.000 mensen de gevaarlijke oversteek over de Middellandse Zee.
Sommige Italiaanse politici hebben gepleit voor een maritieme blokkade van Libië, om te voorkomen dat er überhaupt nog schepen richting Europa vertrekken. Maar volgens de Italiaanse premier Renzi zal de inzet van oorlogsschepen immigranten alleen maar aanmoedigen, omdat de kans dat ze in Europa terecht komen juist groter wordt. Marine en kustwacht brengen opgepikte vluchtelingen standaard naar een Europese haven.
Achter Libië ligt intussen natuurlijk een veel groter probleem. Want de Libische kust mag dan weliswaar een makkelijke poort vormen voor vertrek naar Europa, het werkelijke probleem ligt in de reden waarom mensen hun eigen land zijn ontvlucht.
Er is vanzelfsprekend een categorie gelukszoekers die de slechte economische omstandigheden in eigen land ontvlucht om in Europa een beter bestaan op te bouwen.
Maar in de meeste gevallen gaat het om migranten die voor oorlogsgeweld of geloofsvervolging op de vlucht zijn geslagen. Variërend van de burgeroorlog in Syrië en Jemen tot onderdrukking van christenen in Eritrea.
Stuk voor stuk zijn ze dermate wanhopig dat ze bereid zijn de zeer forse bedragen te betalen die mensensmokkelaars vragen voor de oversteek van de Middellandse Zee. Dermate wanhopig dat ze met honderden tegelijk in wrakke vaartuigen stappen, in de wetenschap dat er een gerede kans is dat ze de reis niet zullen overleven. Niet alleen omdat de boten vaak niet voldoende zeewaardig zijn, maar ook omdat smokkelaars er niet voor terugdeinzen om mensen overboord te zetten of complete schepen te laten zinken, zoals vorig jaar september gebeurde.
En dat zijn zaken waar de Europese Unie een stuk minder invloed op kan uitoefenen.
Het ziet er niet naar uit dat het geweld in Noord-Afrika en het Midden-Oosten spoedig zal afnemen. Sterker nog: alles wijst op verdere escalatie. En dus zal Europa de komende tijd nog zeker rekening moeten houden met een gestage stroom vluchtelingen.
En dus zal de reputatie van massakerkhof voor dit deel van de Middellandse Zee alleen maar groter worden. Alle besprekingen van maandag in Luxemburg ten spijt.