Binnenland

Jongeren in nood kloppen al 25 jaar aan bij Chris

Kinderen zien lijden, door de schuld van volwassenen – het gaat hem na al die jaren nog steeds aan het hart. Teun Stortenbeker, medeoprichter van de voormalige Stichting Chris: „Iedere keer had ik de genade van God nodig om door te gaan met het werk.”

Jacomijn Ariakhah

16 April 2015 22:03Gewijzigd op 15 November 2020 18:15Leestijd 9 minuten
Al 25 jaar lang helpt Chris kinderen en tieners met hulpvragen. beeld ANP
Al 25 jaar lang helpt Chris kinderen en tieners met hulpvragen. beeld ANP

Misbruik, eenzaamheid, pesterijen, rouw: jongeren klopten de afgelopen 25 jaar met de meest uiteenlopende zorgen aan bij Chris, een christelijk hulpproject voor jongeren en kinderen. Die zorgen te verlichten, dat is wat Chris al een kwarteeuw wil doen.

Het begon 25 jaar geleden toen Stortenbeker in contact kwam met Else Vlug, schrijfster van pastorale kinderboeken. De twee voelden zich geroepen iets te betekenen voor kinderen in nood. Beiden zagen hoeveel kinderen al jong met problemen te maken hadden die ze bij niemand konden of durfden neer te leggen. Stortenbeker vanuit zijn werk als directeur van Stichting De Hoop, Vlug als schrijfster van pastorale kinderboeken. De twee staken de hoofden bij elkaar en zo werd in korte tijd Stichting Chris gevormd. „Chris, omdat dat zowel een jongens- als meidennaam was en ook nog eens de eerste letters van Christus zijn.”

De eerste jaren werd Stichting Chris gefaciliteerd vanuit Stichting De Hoop, die kantoorruimte en telefoonlijnen ter beschikking stelde. Maar beide stichtingen groeiden zo hard dat Chris al snel een eigen kantoor moest gaan zoeken. „Kinderen belden ons met de meest uiteenlopende vragen. Gelukkig hadden we veel hulp van vrijwilligers die de telefoonlijnen bemanden om hen te woord te staan. Zo probeerden we de kinderen te helpen. En dat werkte wonderwel, door simpel te luisteren en advies te geven.”

Inmiddels bestaat Stichting Chris niet meer, maar is het werk ondergebracht bij Stichting Family Care, waar het project Chris onder functioneert. De vragen waarmee kinderen Chris benaderen, zijn echter hetzelfde gebleven. Met name pesten en seksueel overschrijdend gedrag houdt de tieners bezig.

Waarom was het nodig om Chris op te richten? Er bestond toch al hulpverlening voor kinderen?

„Ja, maar bij officiële organisaties kom je als kind niet zomaar binnen. Vaak moet je een verwijskaart hebben. Chris moest vrij toegankelijk zijn, ook zonder dat ouders het wisten. En we wilden dat het een christelijke organisatie werd. Christelijke kinderen die problemen hebben, stellen vaak ook vragen over God. We wilden hen ook met die vragen kunnen helpen.”

Chris begon heel klein en eenvoudig. Wat is er in de loop van de jaren allemaal veranderd?

„In het begin vonden alle gesprekken met kinderen en tieners per telefoon plaats. Nu wordt er veel meer gechat.

Een aantal jaar na de oprichting kwamen we meer met kinderen in aanraking waarbij de problemen soms heel ingrijpend waren en gespecialiseerde hulp nodig was. Toen zijn we als Chris met ambulante ggz begonnen. Ook werden er twee klinieken geopend. Omdat dit te groot werd voor de toenmalige Stichting Chris, hebben we dit in 2007 ondergebracht bij De Hoop.”

U heeft veel ellende voorbij zien komen als medeoprichter van Chris. Raakte u dat ook persoonlijk?

„Ik maakte momenten mee dat ik emotioneel zo geraakt werd dat ik door de straten wilde gaan en schreeuwen: „Mensen, wat een rotzooi hebben we ervan gemaakt, wanneer houdt het op?” En dan was er telkens weer dat moment van tot nuchterheid komen en beseffen: dit is de gevallen schepping. Daarin leven we en daarin gebeurt dit.”

Ingrijpen bij bijvoorbeeld seksueel misbruik doet Chris niet, vanwege de anonimiteit van de kinderen. Is dat moeilijk?

„Het zijn kinderen hè. Het liefst zou je meteen willen ingrijpen. Maar je moet je beheersen. Ik zei weleens tegen het personeel: „Mensen, pas op dat je niet een redder van de wereld wordt. Dan verlies je jezelf.” Die opdracht is namelijk te groot, te omvangrijk.”

Wat u bij Chris heeft gezien, is misschien nog maar het topje van de ijsberg.

„Ja. Maar Jezus zegt: Dat wat je aan deze gedaan hebt, heb je aan Mij gedaan. We moeten in die richting kijken. Niet verdrinken in de nood om ons heen, maar blijven zien op wat we wel kunnen doen. Daarmee behagen we God, als ik het zo mag uitdrukken.”

Chris is een christelijke organisatie. In hoeverre stelt dat specifieke eisen aan de medewerkers?

„Het is heel belangrijk dat ze een levende relatie met God hebben. We bevragen onze medewerkers daar altijd op. Hoe is je leven met Hem? Vind je bij Hem je kracht? Daar moeten antwoorden op komen, anders kom je jezelf een keer tegen. Dan blijf je niet overeind.”

U noemt het werk bij Chris werken in de frontlinie. Waarom?

„Als over een organisatie de Naam van God is uitgeroepen, heb je ook een tegenstander: satan. Dat was bij de eerste apostelen zo, en dat is nog steeds zo. Er vond bij ons een geestelijke strijd plaats op allerlei fronten. In misvattingen ten opzichte van elkaar bijvoorbeeld, in verdeeldheid onderling of als we geen weg wisten met bepaalde problematiek. Voorbede is dan ook heel belangrijk. We baden zelf altijd voordat we aan de slag gingen. En gelukkig hadden we een grote groep van bidders om ons heen staan.”

Chris heeft geen kerkelijke achtergrond.

„In de loop der jaren heb ik weleens gezegd: Chris is refangelisch. We zien in alle christenen onze broeders en zusters.

Zodra we aan een kerk verbonden zijn, moeten we ook aan bepaalde theologische uitgangspunten voldoen. Vervolgens krijg je dan discussies binnen de organisatie. Dat is niet op zijn plaats, want het gaat om de redding van kinderen.”

Zijn de vragen van jongeren aan Chris in de loop van de tijd veranderd?

„De thema’s zijn hetzelfde gebleven, maar er is wel een verschuiving in de ernst van de vragen. Met name op seksueel gebied. Dat komt door de normveranderingen van de afgelopen decennia. Vroeger zou je bijvoorbeeld als 14-jarige niet uitgelachen worden op het schoolplein als je vertelde dat je nog geen seks had gehad.”

De meeste kinderen die bellen, hebben een christelijke achtergrond. Wat zegt dat over de situatie in christelijk Nederland?

„Rob Hondsmerk, die jarenlang leidinggaf aan Stichting Chris, zei ooit: „We werken op de vuilnisbelt van christelijk Nederland.” Maar hebben we als christenen wel oog voor die vuilnisbelt? In Ezechiël kunnen we lezen dat Sodom en Gomorra werden verwoest vanwege het feit dat ze naast hun zonden ook niet meer omzagen naar weduwen en wezen. Met dat in mijn achterhoofd, vraag ik me af of we ons niet dienender zouden moeten opstellen richting de vele volwassenen en kinderen die het om welke reden dan ook moeilijk hebben.”

Zaterdag wordt het 25-jarig bestaan van de stichting gevierd. Hoe?

„Er zijn getuigenissen van cliënten en medewerkers. Er zal zang, gebed, aanbidding en dankzegging zijn aan God voor de kansen die we hebben gehad om kinderen te helpen. Want ondanks alle leed en ellende zijn we toch vooral dankbaar voor wat we hebben kunnen doen.”

Blijft Chris in de toekomst nodig?

„Helaas. En zet daar maar een paar uitroeptekens achter. In de Bijbel staat dat in de eindtijd dat wat vuil is nog vuiler zal worden en dat wat wit is witter wordt. De contrasten tussen mensen onderling nemen enorm toe, en daarmee ook de strijd. Ik zie dat die zich aan het vormen is.”


„Jongeren staan in de rij voor een chatgesprek”

tekst Jacomijn Ariakhah

Al zes jaar lang zet Evertine Krabbe (31) zich in voor Chris. Eerst als vrijwilliger bij het voeren van chat- en e-mailgesprekken met jongeren, het afgelopen jaar als teamleider.

De Zwolse raakte in 2009 bij het werk betrokken omdat ze het moeilijk vond dat ze bij haar werk in de reguliere jeugdzorg de kinderen niets kon vertellen over God. „De kracht van Chris is dat we jongeren mogen bemoedigen met het Woord van God. En als een jongere het wil, kunnen we tijdens een chatsessie voor hem of haar bidden.”

Het gebed is ook voor Krabbe belangrijk, geeft ze aan. „Ik probeer in afhankelijkheid van God er tijdens zo’n dienst voor een kind te zijn en het dan los te laten. Want Hij weet wat het beste is voor de kinderen die we spreken.”

De vrijwilligersdiensten doet Krabbe standaard vanuit huis. Ze logt in via haar laptop en staat vervolgens de jongeren te woord. „Vroeger werkten we in blokken van drie uur. Nu duren de diensten maar anderhalf uur. Het is namelijk erg intensief om drie uur achter elkaar over grote problemen te praten.”

Kinderen en jongeren kunnen altijd contact opnemen met Chris, ook zonder dat er sprake is van een probleem. Maar toch worstelen de chatters die Krabbe spreekt vaak met grote vragen. „Depressie, zelfbeschadiging, pornoverslaving, scheiding, pesten, eetverslavingen, zelfmoordneigingen. Zo mailen we met jongeren die zeggen: „Jij bent de enige om wie ik mijn leven niet beëindig omdat ik weet dat ik jou daar verdriet mee doe.” Dat hakt erin: er zijn dus jongeren die zich zo eenzaam en ellendig voelen dat ze echt geen andere optie denken te hebben dan zich van het leven te beroven.”

De meeste jongeren die Chris benaderen, hebben nog niet eerder met iemand over hun problemen gesproken. „Ze nemen contact met ons op omdat ze dan volledig anoniem hun verhaal kunnen doen. Zo kunnen ze oefenen hoe het voelt om erover te spreken.”

De meeste chatters zijn tussen de 13 en de 16 jaar oud. Het overgrote deel betreft meisjes. Alleen de gebruikers van Connect, waar alle e-mailgesprekken onder vallen, zijn vaak ouder.

Of het druk is, zo’n chatdienst voor Chris? „Over het algemeen staan jongeren in de rij. Een derde van de gesprekken kunnen we daardoor niet direct aannemen. Met name in het weekend en ’s avonds loopt het storm. Vaak hebben we het ene gesprek nog niet afgesloten of we moeten al naar het volgende.”

Chris kan uiteindelijk maar tijdelijk hulp bieden, weet Krabbe. Het doel is dan ook de jongeren beetje bij beetje voor te bereiden op het zoeken van hulp in hun omgeving. „Die stap is echter voor de meesten heel groot. Ze hebben de behoefte om eerst vertrouwen op te bouwen in een volwassene. En dus richten we ons op wat een jongere op dat moment het meest nodig heeft: een luisterend oor en bemoediging.”


Feiten en cijfers

lChris zegt jaarlijks contact te hebben met vele duizenden kinderen en tieners.

lGesprekken met jongeren vinden met name via chat en e-mail plaats. Eén keer per week kunnen jongeren ook naar Chris bellen.

lNaast hulpverlening geeft Chris ook voorlichting op scholen en aan jeugdgroepen.

lVoor de voorlichting ontvangt Chris subsidie. De hulpverlening is afhankelijk van giften.

lDe chatvrijwilligers krijgen een training. De e-coaches, die jongeren via de e-mail voor langere tijd begeleiden, moeten een pastoraal traject doorlopen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer