Martelaar Cyprianus wilde niet aan afgoden offeren
Cecilius Cyprianus groeit in de derde eeuw op in Noord-Afrika. Hij krijgt een opleiding in de vrije kunsten en wordt leraar welsprekendheid in Carthago (in het huidige Tunesië). Ene Justina en een ouderling brengen hem in contact met het christelijk geloof. Hij verdiept zich daar ijverig in en door Gods Geest wordt hij wijs in goddelijke zaken. De christelijke gemeente in Carthago benoemt hem tot ouderling en later tot bisschop.
Onder de Romeinse keizer Decius breekt er vervolging uit. Cyprianus troost de martelaren en roept hen op tot volharding. Zelf moet de kerkvader ook af en toe zijn gemeente verlaten, omdat de overheersers dreigen hem voor de leeuwen te gooien.
Na deze periode van vervolging staat hij zijn gemeente weer trouw terzij. Grote moeite heeft hij met de leden die tijdens de vervolging afvallig zijn geworden, maar hij neemt hen toch gewillig op.
Kort voor zijn dood wordt Cyprianus opnieuw in ballingschap gestuurd, naar een stad in het huidige Libië. Zijn goederen worden verbeurd verklaard.
Zijn gemeente vergeet hij niet. Vanuit ballingschap schrijft hij brieven met bemoedigende woorden. Steeds roept hij op sterk te zijn en te volharden. „De straffen zijn voor de christenen geen vervloekte dingen. De borst van een christen, die al zijn hoop op Christus heeft gevestigd, Die aan het kruishout heeft gehangen, wordt door de knotsen niet verschrikt. De boeten en straffen zijn als versierselen, en hechten de harten der christenen niet aan de zonde, maar maken die vrij bij de Heere.” En: „God, van boven neer ziende, helpt de strijdende, kroont de overwinnende, vergeldende in ons, wat Hij Zelf gedaan heeft en verheerlijkende wat door Hem volbracht is.”
Op 14 september 259 moet de bisschop voor rechter Galerius Maximus verschijnen om zich te verantwoorden. De rechter vraagt hem de afgoden te offeren. Cyprianus zegt dat hij dit als christen niet kan doen. De rechter veroordeelt hem tot de dood, met het zwaard. Cyprianus dankt God voor dat vonnis. Op de gerechtsplaats legt hij zijn bovenklederen af. Hij sluit zijn ogen en bidt tot God. Gewillig buigt hij het hoofd voor de man die het vonnis uitvoert. Dan is hij bij zijn Zaligmaker.
Apologetiek Cyprianus nog steeds confronterend (Reformatorisch Dagblad, 27-11-2008)
Cyprianus: ‘De kerk is in de bisschop’ – door S. Paas (Protestants Nederland, 03-01-1991)
Cyprianus verlegt het gezag naar de bisschoppen – door S. Paas (Protestants Nederland, 01-01-1991)
Cyprianus noemde afscheiding van de kerk een vorm van geestelijke ontucht : Levensgeschiedenis kerkvader getuigt van tranen over „de gevallenen” – door drs. K. Exalto (Reformatorisch Dagblad, 16-08-1989)
Cyprianus over de kerkelijke tucht – door K. Exalto (De Waarheidsvriend, 07-08-1986)
Cyprianus over Christus’ ene Kerk – door K. Exalto (De Waarheidsvriend, 31-07-1986)
Cyprianus van Carthago – door K. Exalto (De Waarheidsvriend, 24-07-1986)