VEENDAM. De Groningse plaasen Veendam en Wildervank werden maandag precies zeventig jaar geleden bevrijd door Poolse militairen. Een dag daarvoor hadden ze Stadskanaal veroverd op de Duitsers. Over het aandeel van de Polen in de bevrijding van Nederland is weinig bekend.
Iemand die daar wel belangstelling voor heeft, is drs. F. M. Huiskamp (1977). Vandaag promoveert hij aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) op de rol van Poolse militairen in West-Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog. Huiskamp is majoor in het Nederlandse leger en woont op dit moment in de Duitse stad Münster, waar hij dient bij het German-Netherlands Corps.
Zeven jaar lang bestudeerde hij in zijn vrije tijd de geschiedenis van de Poolse militairen in de Tweede Wereldoorlog. Zijn onderzoek was een vervolg op de erkenning van het Poolse aandeel bij de bevrijding van Nederland tijdens de slag om Arnhem met de uitreiking van de Militaire Willemsorde aan de 1e Zelfstandige Poolse Parachutistenbrigade.
Huiskamp hoopt dat de rol van de Polen bij de bevrijding van Nederland door zijn boek nog bekender zal worden. Hij noemt de Poolse militairen vastberaden, initiatiefrijk en doordrongen van ethisch bewustzijn.
Die vastberadenheid kwam volgens Huiskamp al tot uiting in de wanhopige strijd van het Poolse leger tegen de Duitsers in 1939, maar ook toen de Polen met een eigen legereenheid meevochten aan de zijde van de geallieerden.
Na de strijd in Normandië in 1944 hielden de Polen bij Falaise dapper stand, ook toen ze bijna geen munitie meer hadden. Later dat jaar landden Poolse parachutisten onder leiding van generaal Stanislaw Sosabowski bij Driel in de Betuwe om de Engelsen bij Oosterbeek te hulp te komen. „Ze trokken de Rijn over, ondanks de toen al wanhopige situatie, en hebben de Engelsen goed bijgestaan”, aldus Huiskamp. Onder leiding van generaal Stanislaw Maczek bevrijdde de 1e Poolse Pantserdivisie in 1944 Breda en in 1945 grote delen van Oost- en Noord-Nederland.
De Poolse militairen hadden in de oorlog bij opdrachten een zekere mate van handelingsvrijheid – in tegenstelling tot de Engelsen, die bevelen veel stipter moesten opvolgen, aldus Huiskamp: „Tijdens een operatie in Normandië vroeg veldmaarschalk Montgomery aan generaal Maczek waar zijn Poolse eenheden zich bevonden. „Dat weet ik niet”, antwoordde Maczek. „Als er een gevechtspauze is, hoor ik het wel.” Zo’n antwoord was in de ogen van Montgomery onbestaanbaar.”
Het ethisch bewustzijn kwam onder meer openbaar ten tijde van de verovering van Breda, toen generaal Maczek de stad niet wilde beschieten om niet nog meer ellende te veroorzaken. „Daardoor bleef de stad gespaard”, stelt Huiskamp.
Polen is volgens Huiskamp op dit moment een loyaal lid van de NAVO, waarbij Poolse militairen „prima samenwerken” met Nederlandse collega’s. Het land houdt zich paraat naar aanleiding van de huidige Russische agressie, weet hij. „Overal in het land is men bezig paramilitaire eenheden te vormen. Het wantrouwen tegen Rusland steekt de kop weer op. De Sovjet-Unie heeft in 1939 het oostelijke deel van Polen op lafhartige wijze bezet. Dat zijn de Polen niet vergeten.”