Ondernemen als de rustdag je heilig is
Kleine winkeliers houden graag vast aan hun vrije zondag. Bij supermarkten en meubelwinkels ligt dat anders. Toch zijn er ook in die branches winkeliers die tegen de stroom in roeien. „Er is er Eén die alles bestuurt. Dat geeft ontspanning.”
Harold-Jan Seip is samen met zijn broer eigenaar van beddenspeciaalzaak Alexander Slapen in Barendrecht. De broers hebben in totaal drie winkels, twee in Barendrecht en één in Spijkenisse. In beide plaatsen zijn koopzondagen inmiddels gemeengoed. „Tot voor kort waren het er twaalf, maar intussen mogen winkels in beide gemeente het hele jaar door op zondag open. Bij de collegevorming vorig jaar in Barendrecht zijn de CU en de SGP er zelfs bewust buiten gehouden mede vanwege hun standpunt over zondagsopenstelling.” Op de meubelboulevard in Barendrecht zijn nog 4 winkels op zondag dicht, in Spijkenisse 3 van de 24.
Sinds de winkels 52 zondagen per jaar open mogen, neemt de druk op Seip toe om ook op zondag de deuren te openen. „Een wethouder uit Barendrecht heeft een poosje geleden gezegd: „Op het moment dat de winkeliers het hoofd niet meer boven water kunnen houden, gaan ze vanzelf overstag.” Dat is natuurlijk niet zo, maar het tekent de sfeer in de Randstad.”
Ook verhuurders en fabrikanten voeren de druk op. „In Spijkenisse merkte de verhuurder tijdens een vergadering van de winkeliersvereniging op dat we toch ook tussen 12.00 en 16.00 uur open kunnen gaan – dus tussen de kerkdiensten door. Ik betwijfel of hij ons in een volgend huurcontract nog vrijstelling wil geven om op zondag dicht te zijn.
Zelfs de fabrikanten die aan ons leveren propageren expliciet de koopzondag. Zo staat er in landelijke advertenties van een van de fabrikanten: „Kijk voor de koopzondagen op de website.” Ze hebben het dus niet eens meer over openingstijden.” Onlangs wilden de gebroeders Seip een franchisewinkel overnemen van deze fabrikant. „Dat is niet gelukt. Ze zochten een ondernemer die de winkel 52 zondagen per jaar zou openstellen.”
Resetten
Ook in Vlissingen is de koopzondag vrijgegeven. Daar is EMTÉ Vader de enige supermarkt die op zondag de deuren gesloten houdt. „Sinds ik in 1996 begon is dat altijd mijn beleid geweest”, zegt eigenaar van de supermarkt Kees Vader. „Allereerst zie ik de zondag vanuit mijn overtuiging als rustdag. Daarnaast vind ik dat iedereen een dag in de week nodig heeft om even te resetten. Niet iedereen zal een kerk bezoeken. Maar al gaan ze naar het strand of wandelen in het bos, het is in ieder geval goed om een dag rust te nemen.”
Vader vindt het „heel ernstig” als ondernemers zoals Seip beperkt worden in het zakendoen vanwege hun keuze voor de zondagsrust. „Het is voorzegd dat men op een zeker moment niet meer zal kunnen kopen en verkopen. Ik ben geen profeet, dus ik weet niet of die tijd bijna aangebroken is. Maar het is een feit dat die tijd komt.”
Zelf ervaart hij nog totaal geen druk van collega-ondernemers om op zondag open te gaan. Ook zijn verhuurder legt hem geen strobreed in de weg. Voor zover hij weet, worden eigenaars van supermarkten nog nergens gedwongen om op zondag open te gaan. „Zelf ben ik voorzitter van de EMTÉ Franchise Vereniging. Bij ons kun je niet verplicht worden om op zondag open te gaan, dat is allemaal heel goed vastgelegd. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor het meedoen met bepaalde acties. We hebben de vrijheid om een vervangende spaaractie te organiseren als we ergens niet achter kunnen staan.”
Begrip
Ondanks het moeilijke klimaat waarin Seip moet opereren, kan ook hij in veel gevallen op respect rekenen. „Op het moment dat we uitleggen dat wij zes dagen werken en een dag rusten, hebben de meeste mensen daar ook best begrip voor. Maar er spelen in de meubel- en in de slaapbranche veel belangen. De eigenaar van een meubelboulevard wil ook geld verdienen. We moeten allemaal concurreren met IKEA.”
Moeilijk vindt hij het niet om ervoor uit te komen dat de zondag hem heilig is. „Dat leer je vanzelf als je in deze omgeving opgroeit. Ik zeg altijd maar zo: wij als nachtrustspecialisten weten hoe belangrijk een rustdag is.”
Is het voor Vader lastig om in een seculiere stad als enige supermarkteigenaar voor zondagssluiting te kiezen? „Ach, je doet gewoon de deur dicht, zo moeilijk is dat niet”, zegt hij lachend. „Het ligt er ook aan hoe je het brengt. Ik loop niet de hele dag te evangeliseren, maar ik ben er wel open over dat ik een christelijke ondernemer ben en dat ik vanuit die overtuiging op zondag niet open ga. Daar sta ik heel ontspannen in. Klanten accepteren dat. Tot nu toe in ieder geval wel. Ze zien hoe we hier met onze klanten en medewerkers omgaan.”
Dat hij zijn medewerkers een dag per week rust gun, ziet Vader als onderdeel van christelijk ondernemerschap. „Ik vertel mijn medewerkers wat onze normen en waarden zijn als ze hier komen solliciteren. En of ze nu kerkelijk zijn of niet, ze vinden het prettig om te weten dat ze nooit op zondag hoeven te werken. Ook op feestdagen zijn ze altijd vrij.”
Vader vraagt zich weleens af waarom politieke partijen zo strijden voor een vrije zondagsopenstelling. „Dan denk ik: Waar zijn we mee bezig? Als we nou gewoon met z’n allen afspreken dat we zes dagen in de week van 8 tot 8 open zijn. Dan heb je als winkelier genoeg inkomsten, en toch een dag in de week om te rusten. Daar zou iedereen wel bij varen.”
VRO
Toen de gebroeders Seip tweeënhalf jaar geleden de zaak over van hun vader overnamen, was de koopzondag al niet meer tegen te houden. „We hebben er daarom heel bewust voor gekozen om ons, net als onze vader destijds, aan te sluiten bij de Vereniging voor Reformatorische Ondernemers (VRO). Ook zijn we ons meer gaan richten op klanten die de zondag nog als een rustdag zien.”
Tot zijn verrassing merkt Seip juist bij jongere klanten dat ze er bewust voor kiezen om meubels kopen in een winkel die op zondag dicht is. „Nu de strijd verloren is, ontstaat het besef dat we ons best moeten doen om te houden wat we nog hebben.” Toch zou er wat hem betreft nog meer kunnen gebeuren. „In de reformatorische zuil winkelt bijna iedereen regelmatig bij IKEA, terwijl dat de grote aanjager van de koopzondag is in onze branche.”
Vader ziet niet zo veel heil in de VRO. „Ik weet niet wat ik daar moet halen. Stickertjes of zo?” Dat de RMU er is, vindt hij wel mooi. „Die organisatie pakt maatschappelijke problemen aan. Je kunt er terecht als je een probleem hebt met je personeel. En de RMU geeft ook weleens een brochure uit waarin staat wat je rechten zijn als werknemer en als werkgever. Daar heb je echt wat aan.”
Omzet
Of hij veel inkomsten misloopt door op zondag niet open te gaan, weet Vader niet. „Er zijn dingen die je niet kunt uitrekenen, er zijn ook dingen die je niet wilt uitrekenen”, zegt hij. „Een andermans boek kun je niet lezen. Als ik kijk naar onze eigen omzet, mag ik niet mopperen. Mijn medewerkers blijven hier misschien weer langer werken omdat ze weten dat ze hier op zondagen en feestdagen altijd vrij zijn. Ik heb ook een vestiging in Koudekerke. Daar komen sommige mensen speciaal vanuit Middelburg boodschappen doen om ons te steunen.”
Ook Seip kan niet zeggen of hij veel inkomsten mist door de principiële keuze voor een wekelijkse rustdag. „We zijn nooit op zondag open geweest”, lacht hij, „en wat je nooit gehad hebt, kun je ook niet missen. In onze branche wordt wel een steeds groter deel van de omzet op zondag gemaakt. Tegelijk geloven wij dat er Iemand is Die overal boven staat. Als je je werk in afhankelijkheid doet, hoe je niet bang te zijn dat je winkel failliet gaat doordat je de rustdag houdt.”
Zo staat Vader er ook in. „Ik ben echt geen heel vrome jongen, maar dit weet ik wel: er is er Eén Die alles regelt. Je kunt heel krampachtig omgaan met de koopzondagen, maar als je denkt dat je verslagen bent is je nederlaag een feit.
Ik heb daar een mooi gedicht over, dat lees ik voor mezelf af en toe even door.” Hij citeert uit het laatste couplet:
„Als je jammert: „Ik ben zwakker
dan mijn grote concurrent”,
blijf je levenslang de stakker
die je ongetwijfeld bent.”