Depressiviteit: „Blijf attent, ook als het contact niet wederkerig is”
Een man is depressief en trekt zich terug uit het gemeenteleven. Hoe kunnen de gemeenteleden hem steunen?
Dit artikel verscheen op 27 maart in de speciale Puntkomma-bijlage Hart & Ziel. Een predikant, een schoolmaatschappelijk werkende en een psychiater reageren op vijf vragen. In dit artikel: vraag 3.
De aanhouder wint
Ds. H. Zweistra, hersteld hervormd predikant te Nederhemert:
„Dat is niet eenvoudig. Toch betekent het –hoe paradoxaal het ook mag klinken– dat hij behoefte heeft aan contact. Het is een vorm van aandacht vragen, maar met een negatief gelaat. Vanzelfsprekend stoot dat af. Omdat deze man door zijn depressie het vermogen mist om een relatie aan te gaan, reageert hij negatief – hoewel hij dat ten diepste niet wil. Het is een vorm van zelfbescherming. Alleen heeft hij niet in de gaten dat zijn opstelling destructief werkt.
In een geval als dit haakt de omgeving vaak af: mensen willen zich niet opdringen en weten zich vaak ook geen raad met de afwerende opstelling van de ander.
De ervaring leert dat wanneer je aanhoudt, de ijskorst smelt en je een persoon ontdekt die uiterst gevoelig blijkt te zijn en kanten heeft die je verrassen. De aanhouder wint!”
Belangstelling tonen
Alberdien Polinder, schoolmaatschappelijk werkende bij het Driestar College in Gouda:
„Volgens mij is het voor een gemeente ten eerste al een uitdaging om op te merken dat iemand zich terugtrekt. Ik hoor regelmatig van leerlingen dat het niet opgemerkt wordt als ze langere tijd niet in de kerk komen. Wat dat betreft hebben we het als school makkelijker: wij merken de afwezigheid van een leerling direct op.
Als een jongen depressief is en zich terugtrekt uit de gemeente, is het het mooiste als er iemand in de kerk is die ingang bij hem heeft. In verschillende gemeenten zijn er volwassenen die, in het bijzonder, oog houden op een groep jongeren.
Het is belangrijk om belangstelling te blijven tonen. Als medegemeentelid kun je een praatje maken met de ander, iets samen doen of hem uitnodigen om te komen eten.”
Attent blijven
Dr. Hans Meissner, psychiater bij ggz-instelling Dimence in Zwolle en Kampen:
„Wie depressief is, valt stil in contacten met anderen en zit op een dood punt. Alles wordt zwaar en zwart. Wie het dienen van de Heere tot zijn of haar grootste vermaak had, weet ineens niets meer van Hem. Voor zulke mensen dreigt er een totaal isolement.
Een gerichte psychiatrische behandeling is in zo’n geval meestal toch echt nodig. De huisarts is vandaag de dag de eerst aangewezen persoon om hulpverlening in gang te zetten.
Intussen is het goed als anderen –ook uit de kerkelijke gemeente– attent blijven, ondanks dat het contact voor hen nog weinig wederkerig is. Wanneer de depressie is opgeklaard, blijkt alle steun en aandacht van anderen –ook tijdens de ziekteperiode– zeer gewaardeerd te zijn.”