New calvinists één ondanks verscheidenheid
„Als mensen de Bijbel weer serieus nemen, ook in het spreken over de radicale verdorvenheid van ons mensen, dan ben ik daar dankbaar om en blij mee.” Dat zei ds. M. K. de Wilde vrijdag in een lezing over New Calvinism.
De hervormde predikant uit Nijkerk was vrijdag in Utrecht een van de sprekers op een symposium over New Calvinism, georganiseerd door Vinculum Custodi, de reünistenvereniging van studentenvereniging Depositum Custodi. Hij ging in op de theologie van deze beweging, die in de afgelopen decennia ontstond in de Verenigde Staten.
Voorgangers uit deze stroming, zoals John Piper, Don Carson, Mark Dever en Tim Keller, kunnen ook in Nederland rekenen op de nodige belangstelling.
Verscheidenheid
Ds. De Wilde besprak in zijn lezing drie vragen: In hoeverre is het New Calvinism calvinistisch, wat kunnen Nederlandse christenen ervan leren en wat is de invloed van het New Calvinism op Nederland?
Ondanks alle verscheidenheid die de beweging kenmerkt, zijn new calvinists, „zeker calvinistisch”, aldus ds. De Wilde. „John Piper, Albert Mohler en Tim Keller hebben een grote God. Ze denken sterk vanuit God en Zijn eer en Zijn werk, helemaal in lijn van Calvijn zelf.”
Natuurlijk zijn er verschillen met Calvijn, aldus de predikant. „Maar er is ook verschil tussen het calvinisme van Calvijn en dat van de gereformeerde orthodoxie van de 16e en 17e eeuw.”
Wel signaleert ds. De Wilde dat het „opvallend is” hoeveel baptisten en charismatische christenen zich rekenen tot de new calvinists. „Wat dat betreft is er zeker sprake van een verbreding van de invloed van het calvinisme.”
Zelfonderzoek
Nederlanders kunnen van de new calvinists leren als het gaat om het zelfonderzoek rond de toe-eigening van het heil, aldus ds. De Wilde. „Ik maak me zorgen over ontwikkelingen in mijn eigen hervormd-gereformeerde hoek, waar heilstoe-eigeningsvragen in de prediking steeds meer lijken te verdwijnen. We moeten de vraag naar het hart blijven stellen. Tegelijkertijd moeten we oppassen voor obsessie met onszelf, onze ervaringen en twijfels. Het gaat ten diepste niet om ons, ons geloof en onze bevinding, maar om God. Niet of wij kunnen geloven maar wat God kan en wil schenken.”
Een ander leerpunt vindt ds. De Wilde dat new calvinists erin slagen om hoofd- en bijzaken te scheiden en één kunnen zijn in verscheidenheid. „Het maakt nogal uit hoe je kerk bent en hoe je de Heere dient. Maar als je daar opvattingen over hebt, moet je wel nagaan of je die opvattingen ook altijd kunt funderen in de Bijbel. Soms kan het ook gaan om eigen voorkeuren die met een beroep op de Bijbel of de traditie worden verdedigd en waar anderen ook op afgerekend worden. Tim Keller waarschuwt in zijn boek ”Center Church” dan ook voor het inlezen van je culturele voorkeuren en gewoonten in de Bijbel.”
Een zwakke kant van de new calvinists vindt ds. De Wilde dat de beweging ‘hangt’ aan de namen van bekende predikanten. Ook kunnen buitenkerkelijke organisaties soms een belangrijke rol spelen, ten koste van geïnstitutionaliseerde kerken. Daarnaast ziet de predikant dat kerken die zich tot het New Calvinism rekenen, de traditie van de kerk der eeuwen nogal eens loslaten. In combinatie met een „naïeve” open houding naar de cultuur zijn kerken daarmee te weinig kritisch en profetisch, aldus ds. De Wilde.
Afgoden
Naast ds. De Wilde sprak kerkhistoricus dr. J. M. Stolk, redacteur bij deze krant. Hij hield een lezing over de geschiedenis van het New Calvinism. Dr. Stolk verving prof. dr. G. Harinck, die wegens ziekte zijn lezing moest annuleren.
Dr. Stolk schetste de theologie van Calvijn aan de hand van de zogenoemde vijf punten van het calvinisme: totale verdorvenheid, onvoorwaardelijke verkiezing, particuliere verzoening, onwederstandelijke genade en de volharding der heiligen. Samen met de soevereiniteit van God, de heerlijkheid van Christus en de strijd tegen afgoden nemen deze punten een belangrijke plaats in het denken van de new calvinist in.
De vraag of de aanduiding New Calvinism voldoet, kan volgens dr. Stolk zowel met ja als met nee worden beantwoord. „Ja, omdat de belangrijkste kenmerken van de calvinistische theologie een centrale plaats in deze beweging innemen. Het ‘nieuwe’ zit dan in het feit dat deze theologie opnieuw en bij steeds meer mensen in de belangstelling staat. En nee, omdat er inhoudelijk geen grote verschillen bestaan met calvinisten in het verleden die, misschien door andere accenten te leggen, ook aandacht vroegen voor een heilig en verkiezend God, Die in Christus Jezus zondaren uit genade wil aannemen.”