Kerk & religie

Academische eer voor leven en streven van musicus Suzuki

KAMPEN. „Bach en Bourgeois, Luther en Calvijn, een rijkgeschakeerde muziekliturgie en een sobere gereformeerde eredienst, de eerbiedwaardige Japanse cultuur en de westerse, door het christendom gestempelde traditie ontmoeten elkaar in uw leven en werk.”

Van onze verslaggever
29 January 2015 13:30Gewijzigd op 15 November 2020 16:16
Eredoctor Suzuki in de Bovenkerk in Kampen. beeld Niek Stam
Eredoctor Suzuki in de Bovenkerk in Kampen. beeld Niek Stam

Dat zei prof. dr. C. J. de Ruijter gistermiddag in de Bovenkerk in Kampen tegen de Japanse musicus Masaaki Suzuki (1954). De emeritus hoogleraar praktische theologie van de Theologische Universiteit Kampen (TUK) trad op als erepromotor van de Japanse dirigent en organist.

TUK-rector prof. dr. M. te Velde noemde het een bijzondere promotie. „Normaal gesproken is er bij zo’n plechtigheid een dissertatie waarover de promovendus een disputatie voert. Vanmiddag is er geen boek en ook geen disputatie. Wél is er de cd-opname van de complete cantates van Bach door Suzuki. Het aantal exemplaren dat daarvan wereldwijd is verspreid, is nog door geen enkel proefschrift van de TUK gehaald.” Prof. Te Velde noemde het ere­doctoraat een „academische waardering voor het leven en streven” van de Japanner.

In plaats van de gebruikelijke disputatie was er een „hoog­waardig concert”, waarbij Suzuki eerst op het Hinszorgel een werk van Bach speelde en vervolgens met een klein ensemble twee cantates van Bach uitvoerde.

Prof. De Ruijter haalde Luther aan, die de muziek in de liturgie omschreef als ”praedicatio sonora”, een muzikale preek. Hij bedankte Suzuki voor zijn „onvermoeibaar bijdragen aan die verkondiging in klanken” met zijn uitvoering van de Bach­cantates. „Praedicatio sonora, zo kan inderdaad uw bijdrage getypeerd worden aan de kennis van God in Christus. In de geniale ambachtelijkheid van Bachs muziek vraagt u zo tot op vandaag de aandacht voor Gods eer in de onvervalste traditie van Luther.”

De erepromotor wees ook op een ander spoor in Suzuki’s „liturgische activiteiten”, dat volgens hem bij veel bewonderaars van Suzuki onbekend is. „U hebt uw muzikale krachten ook ingezet om in Japan het Geneefse psalter in te voeren. Daarmee is niet alleen het spoor dat Luther trok in de liturgie, maar ook dat van Johannes Calvijn een diepe trek in uw leven geworden.”

Suzuki vertelde in zijn aanvaardingsrede over „de geweldige zegen” die hij en zijn Bach Collegium Japan de achterliggende twintig jaar door de cantates van Bach hebben ontvangen. Hij memo­reerde hoe hij in 1983, na zijn orgelstudie aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam, terugkeerde naar Japan en concerten ging geven.

In 1995 werd zijn woonplaats, Kobe door een aardbeving getroffen. Precies in dat jaar maakte hij daar een begin met de opnames van de Bachcantates. Dat werd een pad met hindernissen, aldus de dirigent. „Het project zou zeker schipbreuk hebben geleden als God ons in deze moeilijkheden niet had behoed en geleid. Alles wat we deden, leek omgeven door goddelijke bescherming. Ons cantate­project is niets minder dan een goddelijk wonder.”

Al die jaren voerde Suzuki Bachs cantates in het kader van een concert uit, nooit als onderdeel van een kerkdienst. Dat kon ook niet, aldus de dirigent, omdat er in Japan geen Duits gesproken wordt. „In het begin vond ik dat jammer, maar onvermijdelijk. Al snel besefte ik echter dat Bachs muziek op deze manier ook een functie kon hebben in het omvormen van het concert tot een vorm van aanbidding voor wie zichzelf opent voor de woorden van God.”

Hij haalde Calvijn aan, die sprak van muziek als een trechter naar het hart. „Het is mijn ervaring dat de Bachcantates zelfs in de concertzaal een trechter vormen waardoor Gods woorden diep in onze ziel worden gegrift en elke hoek van ons bestaan doordringen.” Zo ervoeren hij en zijn ensemble het ook zelf. „Een opnamesessie met een cantate van Bach is de beste manier om de woorden van God te ervaren.”


„Theologie en muziek horen bij elkaar”

Waarom verleent een theologische universiteit een eredoctoraat aan een musicus? vroeg erepromotor prof. C. J. de Ruijter zich gisteren hardop af. Hij wees erop dat het niet voor het eerst is. De Rijksuniversiteit Groningen benoemde in 1948 de organist, dirigent en componist Anthon van der Horst tot eredoctor vanwege zijn verdienste voor de kerkmuziek van Bach. In 2000 kreeg barokspecialist Ton Koopman een eredoctoraat van de theologische faculteit van de Universiteit Utrecht.

Toch waren die voorbeelden niet de enige motivatie van de TUK om Masaaki Suzuki een eredoctoraat te verlenen, aldus prof. De Ruijter. Hij stelde dat het voor Bach geen vraag was wat muziek en theologie met elkaar te maken hebben. „Het was de kern van in ieder geval zijn liturgische werk dat die twee in een nauw verbond dienen tot de eer van God.” Theologie is volgens prof. 
De Ruijter niet anders dan het kennen van God. „Welnu, waar wordt die kennis directer en dieper ontvouwd dan in de liturgie waar God de eer krijgt, ook in die taal die wij muziek noemen.” Daarom was het voor de TUK duidelijk dat het eredoctoraat voor Suzuki „de specifieke kleur van de liturgiek zou krijgen.”


Lees ook in Digibron

Eredoctoraat TUK voor dirigent Masaaki Suzuki (RD.nl, 21-11-2014)

Masaaki Suzuki rondt project Bachcantates af (Reformatorisch Dagblad, 23-11-2013)

Davids Psalmen in Japanse handen : Masaaki Suzuki: De God die Bach in zijn werk diende, wil ik ook volgen (Reformatorisch Dagblad, 09-04-2001)

De cantates van Bach als bindmiddel (Reformatorisch Dagblad, 14-07-2012)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer