Kerk & religie

Diaken anno 2015: geen uitvoerder, maar verbinder

De actuele ontwikkelingen in de samenleving vragen om een nieuw type diaken, vindt Derk Jan Poel van het Diaconaal Steunpunt in Zwolle. „Toon lef, wees een verbinder.”

15 January 2015 07:06Gewijzigd op 15 November 2020 15:51
Diakenendag van de CGK vorig jaar in Veenendaal. beeld Herman Stöver
Diakenendag van de CGK vorig jaar in Veenendaal. beeld Herman Stöver

Poel is een van de organisatoren van de landelijke diakenendag van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) en de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) op zaterdag 24 januari. Als medewerker van het Diaconaal Steunpunt is Poel vraagbaak voor diakenen in de GKV en de NGK.

Het is voor het eerst dat de drie kerkverbanden een gezamenlijke diakenendag houden. „Een mooie, maar ook logische stap”, stelt Poel. „De diaconale bureaus doen al veel dingen samen. Ze organiseren toerustingsavonden, ontwikkelen brochures en producten en nemen bijvoorbeeld deel aan projecten zoals Micha Nederland. Ook hebben de kerken een denktank opgericht die zich bezighoudt met het vertalen van de gezamenlijke visie naar de praktijk van het diaconaat.”

Het thema dit jaar luidt ”Lef om lief te hebben”. Poel: „Er verandert veel in de samenleving. Dat vraagt van de kerken lef. Lef om dingen anders te doen, om het initiatief te nemen. Vragen waarmee wij de deelnemers willen confronteren zijn: Hebt u dat lef om lief te hebben? Wat mag u dat kosten?”

Naar buiten

Sinds 1 januari zijn veel taken op het terrein van de zorg neergelegd bij de burgerlijke gemeenten. De overheid legt de nadruk meer op de eigen kracht van de burger en diens sociale netwerk. „Dat betekent voor de kerken een grote uitdaging om te laten zien dat ze niet alleen een Woord voor de wereld hebben, maar ook daden”, zegt Poel.

Ook intern klinkt de roep om als kerk meer naar buiten te treden. Uit een onderzoek van de drie kerkverbanden vorig jaar onder 505 diakenen en diaconaal werkers en 2701 gemeenteleden blijkt dat meer dan driekwart van de ondervraagden het wenselijk vindt dat er in de kerk meer oog komt voor de naaste. „Veel diaconieën worstelen met dit vraagstuk. Gaat de zorg voor buitenkerkelijken niet ten koste van de zorg voor elkaar? Hoe betrek ik mijn gemeenteleden hierbij?”

Poel adviseert diaconieën die zich bezinnen op hun rol om „gewoon te beginnen. Erken dat je een proces instapt waar je het eindstadium nog niet van weet. Wacht niet totdat alle plannen van de overheid uitgekristalliseerd zijn, maar neem zelf het initiatief.”

De actuele ontwikkelingen vragen om een nieuw type diaken, vindt de diaconaal consulent. „Een diaken was en is over het algemeen uitvoerend bezig. Anno 2015 heeft de kerk een verbinder nodig. Iemand die beleid ontwikkelt, netwerkt, coördineert, toerust en stimuleert. Die kerk en samenleving dichter bij elkaar kan brengen. Kerkenraden zouden daar rekening mee moeten houden bij de kandidaatstelling.”

In de workshop die hij op de diakenendag geeft, zal hij ambtsdragers handvatten aanreiken om zo’n verbinder te zijn. Alvast één advies: „Kerkleden hebben dringend behoefte aan goede communicatie vanuit de diaconie. Ze weten vaak niet goed wat er gebeurt. Ik hoorde van iemand die vijf jaar geleden tegen een diaken had gezegd: „Als ik iets kan doen, moet u het laten weten. Dan zorg ik ervoor dat ik er ben.” Vervolgens heeft die persoon nooit meer iets gehoord. Dat is jammer.”

Ambtsdragers zouden de kennis en ervaring van gemeenteleden meer kunnen inzetten. „Door in kaart te brengen wat er zoal gebeurt op diaconaal gebied. De een brengt wekelijks een bezoekje aan een vluchteling. De ander helpt bij een voedselbank. Die voorbeelden kunnen inspirerend werken. De gemeente kan ervoor bidden en collecteren.”

Hoerenbuurt

Poel raadt diakenen aan zich te verdiepen in actuele ontwikkelingen en op de hoogte te zijn van de nood in de gemeente en in de samenleving. In het oosten van het land kwam hij eens per ongeluk in een „hoerenbuurt” terecht toen hij op weg was naar een toerustingsavond. „De diakenen die ik die avond sprak, zei dat er geen grote nood in hun omgeving was. „Open je ogen”, wil ik hen dan toeroepen.”

Het opstellen van een diaconaal plan kan voorkomen dat diakenen overbelast raken. „Een gemeente kan niet alle problemen oplossen. Ze is genoodzaakt keuzes te maken. Daarom is het belangrijk om eerst samen na te denken: Welke nood binnen en buiten de gemeente leeft er? Welke mogelijkheden hebben wij? Zo voorkom je dat er elke vergadering een nieuw vraagstuk op de agenda staat.”

Geen sluitstuk

Het belangrijkste is echter dat het diaconaat in de kerk wordt gedragen door gebed, zegt Poel. „Laat het geen sluitstuk zijn van de vergadering. Zo van: „Het is half 11. Welke diaconale noden zijn er nog in de gemeente?” Maar zorg ervoor dat het een ruime plek op de agenda krijgt. Dat er tijd is voor bezinning en gebed.”

Een gevaar kan zijn dat het diaconale werk iets activistisch krijgt, stelt hij. „Dan denk je dat het van jou en je inspanningen afhangt. Belangrijk is daarom om in verbinding te blijven met de Bron. Diaconaat verbindt aan de Heere Jezus als de grote Diaken.” Anderzijds kan er volgens hem ook de valkuil zijn van passiviteit. „Dan wordt er gezegd: Het gaat niet om wat wij doen, maar om wat God doet. Als Jezus terugkomt zullen er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zijn. Dan komt alles goed. Wij hebben echter tot die tijd de opdracht om rentmeester te zijn. In onze eigen gemeente. In onze eigen buurt.”


Kijk op diaconaalsteunpunt.nl en cgk.nl voor meer informatie over de diakenendag.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Diaconaat

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer