DEN HAAG. Hoewel het totale aantal lid- en donateurschappen van grote maatschappelijke organisaties in Nederland hoog blijft, hebben steeds meer organisaties –met name politieke partijen, vakbonden en kerken– moeite om mensen aan zich te binden.
Dat is een van de conclusies in een donderdag gepresenteerd rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
In 2012 bedroeg het totaalaantal lidmaatschappen van grote organisaties ruim 31 miljoen. Tussen 1980 en 2000 steeg het aantal leden en donateurs. Vanaf 2000 stopt de groei en sindsdien is er op sommige terreinen sprake van een lichte daling.
Er zijn grote verschillen tussen organisatietypen. Bij kerkgenootschappen is het aantal leden flink gedaald, terwijl de sport-, recreatieve en consumentenorganisaties juist groeiende ledenaantallen hebben.
Veel grote maatschappelijke organisaties zien dat het moeilijker wordt om mensen te trekken en langdurig aan zich te binden. Ze zijn op zoek naar nieuwe organisatiemodellen. Voorbeelden van organisaties die het lastig hebben: politieke partijen, vakbonden en kerken.
In het rapport ”Verenigd in verandering: grote maatschappelijke organisaties en ontwikkelingen in de Nederlandse civil society” worden de ontwikkelingen geschetst in aantallen leden en donateurs van meer dan 140 grote maatschappelijke organisaties (meer dan 50.000 leden en/of donateurs) tussen 1980 en 2012.
De publicatie van het SCP vormt een vervolg op de rapporten ”Landelijk verenigd” (2005) en ”Maatschappelijke organisaties in beeld” (2008).