Elke echtscheiding is er één te veel. Wie van dichtbij meemaakt dat een huwelijk stukloopt, zal niet anders dan de waarheid van deze uitspraak kunnen beamen. De verbintenis tussen man en vrouw is de meest intieme samenlevingsvorm. Als daar een einde aan komt door een scheiding, om welke oorzaak ook, is dat diep ingrijpend. Ervaringsdeskundigen zeggen dat een echtscheiding nog meer pijn kan doen dan het overlijden van een geliefde.
Het valt niet te ontkennen dat het aantal echtscheidingen ook in reformatorische kring toeneemt. Uit een enquête van deze krant blijkt dat bijna 80 procent van de kerkelijke gemeenten in de achterban de afgelopen tien jaar te maken had met echtscheiding. Het aantal scheidingen varieert van één tot meer dan vijftien per gemeente. Er is sprake van een serieus probleem. Maar krijgt het voldoende aandacht? Of de keerzijde van dezelfde medaille: Krijgt het huwelijk de aandacht die het verdient?
Die vragen moeten we niet te snel positief beantwoorden. Natuurlijk, als het zevende gebod bij de catechismusbehandeling aan de beurt is, zal het in de preek over huwelijk en echtscheiding gaan. Net als bij de geschiedenis van Abraham die Hagar en Ismaël wegstuurt of Izak die een vrouw zoekt. Elke kerkenraad zal een huwelijksgesprek houden met stellen die willen trouwen. In veel gemeenten wordt huwelijkscatechese gegeven of worden huwelijkscursussen aangeboden. En als er huwelijksproblemen zijn of een echtscheiding dreigt, mag er van de predikant of ouderling verwacht worden dat hij een luisterend oor biedt en probeert Bijbels-pastorale zorg te verlenen.
Toch is er iets verontrustends aan de hand. Een groeiend aantal huwelijken in reformatorische kring loopt stuk. Echtscheiding is niet langer een taboe. De ophef erover wordt minder. De visie op het huwelijk verandert langzaam maar zeker. De tijdgeest –concreet: het individualisme– doet zijn werk. Het benoemen van deze zaken laat onverlet dat de ene echtscheiding de andere niet is. Het maakt een groot verschil of een huwelijk stukloopt omdat een van beide echtelieden vreemdgaat, of omdat man en vrouw op elkaar uitgekeken zijn en een nieuwe uitdaging zoeken.
Het huwelijk is een paradijsbloem. Maar wel een bloem die meer dan ooit positieve aandacht vraagt. Zouden kerkenraden niet meer kunnen stimuleren dat jonge stellen vóór hun trouwdag een huwelijkscursus volgen? Voordat jonge mensen belijdenis doen, volgen ze catechisatie om zich voor te bereiden op die belangrijke stap in hun leven. Waarom niet iets dergelijks bij een minstens zo belangrijke stap als het huwelijk?
Christenen laten hun huwelijk kerkelijk bevestigen. Die traditie is waardevoller dan zij misschien zelf beseffen. In de kerkdienst wordt niet alleen gebeden om Gods zegen over het zojuist gesloten huwelijk, maar de gemeente –waar is zij trouwens in veel huwelijksdiensten?– wordt er als getuige bij geroepen. Zij is medeverantwoordelijk voor het welslagen van het huwelijk. Bij zorgen wordt zij geacht te helpen. Als dit besef meer zou functioneren, zou het aantal echtscheidingen in reformatorische kring weleens kunnen dalen.