Ds. P. van Zonneveld en ds. C. Oorschot: gewillig gemaakte dienaren
De een preekt niet meer, de ander staat nog iedere zondag op de kansel. De een werd als jonge dertiger predikant, de ander werkte tot zijn 44e in de bouw. Maar er zijn ook overeenkomsten. In gesprek met ds. P. van Zonneveld en ds. C. Oorschot.
Ondanks zijn 86 jaar heeft ds. Van Zonneveld, emeritus predikant in de Christelijke Gereformeerde Kerken, het er nog weleens moeilijk mee dat hij niet meer voor kan gaan. In zijn huis in Nunspeet, dat wordt omringd door een weelderige bloementuin, vertelt hij: „Mijn been wil niet meer, er wordt een zenuw afgekneld in de wervelkolom, waardoor ik niet lang kan staan. Soms brandt het vuur om te willen preken nog wel. Met Pasen en Pinksteren bijvoorbeeld. Och, och, och, wat had ik graag gepreekt. Maar ik wil de gemeente die last niet aandoen. En er zijn dienaren genoeg in ons kerkverband, dus ik heb met een gerust hart afstand genomen.”
Zijn gesprekspartner ds. Oorschot, emeritus predikant binnen de Hersteld Hervormde Kerk, luistert aandachtig. Zelf is hij nog volop actief. Onlangs werd hem gevraagd één dag in de week pastorale hulp te bieden in diaconaal gastenhuis De Oase in Ouddorp.
De 80-jarige ds. Oorschot rekent snel uit dat hij inmiddels 64 jaar aan het werk is, eerst in de bouwwereld en vanaf zijn 44e als predikant. „Ik weet nog dat ik in mijn eerste gemeente, Stellendam, –waar we nu weer wonen– kwam, en dat mij werd gezegd: „Gefeliciteerd, je bent in het mekka van de Gereformeerde Bond terechtgekomen.” Tijdens de eerste ringvergadering met predikanten uit de omtrek viel het me zo vreselijk tegen. De vergaderingen in de bouw verliepen rustiger. Ik zei daarom tijdens de rondvraag: „Mij is gezegd dat ik in mekka terecht ben gekomen, maar ik heb vandaag gemerkt dat mekka nog heel ver bij Jeruzalem vandaan ligt.” Dat is dan een van je eerste ervaringen in de kerk.”
Wie waren uw leermeesters?
Ds. Oorschot: „Prof. dr. H. Jonker, hoogleraar praktische theologie in Utrecht, heeft mij veel geleerd. Over de ”meditatio” bijvoorbeeld, het je voorbereiden op de preek. Meditatio is bezinning, dat jij die zondaar voor God wordt en dat Hij Zijn hand naar jou uitstrekt. Je kunt dat niet leren, dat moet je ondervinden.”
Ds. Van Zonneveld: „Een van mijn leermeesters was prof. W. Kremer, hoogleraar preekkunde aan de Theologische School in Apeldoorn. Hij was bewogen met de gemeenten en kon er niet tegen dat alleen voorwerpelijke prediking studenten naar de kansel dreef. Een gemeente moet ook bevinding horen. Niet alleen maar, want dan wordt ze lijdelijk.”
Ds. Oorschot: „Je moet zelf door de tekst heen kruipen. Een goede exegese is ontzettend belangrijk. Maar als ik twaalf commentaren lees, heb ik geen tijd meer voor de meditatio.”
Ds. Van Zonneveld: „Bij het ouder worden gebruikte ik steeds minder commentaren. Nu heb ik mijn bibliotheek aan ‘Apeldoorn’ gegeven. Alleen de ”Korte verklaring” en Calvijn heb ik nog. Op de kansel, als de Heere het gaf, was het hart vol van Christus. Daar stond Hij dan voor me, met uitgebreide armen. Ik had vroeger een schriftje in mijn binnenzak met aantekeningen. Op een keer vergat ik dat. Snel heb ik mijn vrouw het laten halen in de pastorie. Poppenkast. Sindsdien nam ik niets meer mee op de kansel.”
De prediking is voor beide predikanten „heel verantwoordelijk” werk geweest. Ds. Oorschot: „Je moet twee wegen wijzen. En de deur niet op een kier laten.”
Zijn collega onderbreekt hem: „In de consistorie zei ik weleens: Is het niet makkelijk om zalig te worden? Het is zó makkelijk, je hoeft er niets voor te doen. De grootste der zondaren kan zomaar zalig worden vanwege de vrije gunst, die eeuwig Hem bewoog.”
Hoe kijkt u naar jongeren?
Ds. Van Zonneveld: „Daar kan mijn collega beter wat over zeggen. Ik luister ’s zondags naar de diensten in Doornspijk, via de laptop. Ik hechtte vroeger erg aan het contact met jongeren, maar dat heb ik nu niet meer.”
Ds. Oorschot: „Catechese geef ik niet meer. Ik ben de aansluiting met de jeugd kwijt. Pas moest ik ergens preken waar de jongeren tijdens de collecte zó aan het praten waren dat ik er kwaad van werd. Ik bad: Heere, geef me wijsheid. Geef me geduld en liefde. Anders dan collega Van Zonneveld gebruik ik een briefje met wat steekwoorden. Ik week daarvan af om de jongeren er met wat voorbeelden bij te betrekken. Tegen de kerkenraad zei ik: „Waarom gaat er niet een van jullie tussen hen in zitten? Dáár is jullie plaats.””
Volgens de predikant is er niet alleen sprake van een generatiekloof, maar ook van een hoorderskloof. „De jeugd is potentieel onkerkelijk. Ik vind het heel beangstigend dat zij massaal de EO-Jongerendag bezoeken. Het probleem is dat ouders niet weten waar hun kinderen mee bezig zijn. Ze leven in twee werelden.”
U bent emeriti van verschillende kerkverbanden. Waarin verschilt u van elkaar?
Ds. Van Zonneveld: „Ik zou het niet weten. Ik kijk niet naar kerkverbanden of lijstjes, maar ik kijk of de ander vol is van Christus.”
Ds. Oorschot: „De Heere is vrijmachtig. Ik ben oud gereformeerd opgevoed, heb in de wereld geleefd en ben geroepen in de Nederlandse Hervormde Kerk. Ik ontdek nu dat de Heere zowel in de Hersteld Hervormde Kerk als in de Protestantse Kerk in Nederland werkt. Wat voor mij belangrijk is, en dat proef ik ook bij ds. Van Zonneveld, zijn de woorden: „Ik zet mijn treden in Uw spoor.”” „Achter Hem aan”, vult ds. Van Zonneveld aan.
En als de woorden ”kerkelijke eenheid” vallen?
Ds. Van Zonneveld: „Ik bid niet om kerkelijke eenwording. Ik zit er ook niet op te wachten. Er is eenheid over kerkmuren heen, als ik spreek met die en gene merk ik dat.”
Ds. Oorschot: „Het klaagt ons wel aan dat Christus bidt „dat zij allen één zijn, opdat de wereld gelove dat Gij Mij gezonden hebt.” Onze verscheidenheid geeft mensen ten onrechte het excuus om helemaal niet naar de kerk te gaan.”
Ds. Van Zonneveld: „Soms sta je voor een muur, de muur van verdeeldheid. Over iets kinderachtigs als wel of geen speculaasje voor kinderen rond sinterklaas. Maar ik heb ook regelmatig hartelijke overeenstemming over kerkmuren heen ervaren, de overeenstemming over de wegen die de Heere met Zijn kinderen gaat.”
Is het moeilijk om dingen los te laten bij het ouder worden?
Ds. Oorschot: „Ik ben meerdere keren zeer ernstig ziek geweest. Toen ik eens in het ziekenhuis lag en tegen mijn vrouw zei dat een van ons –en waarschijnlijk zij– alleen zou overblijven, zei ze: „Wat moet ik dan toch beginnen, jongen?” Ik antwoordde: „Dan zal de Heere ook voor jou zorgen. Dat heeft Hij immers beloofd?” Direct daarna kregen we hier de bevestiging van. Wat is God goed!”
Voor ds. Van Zonneveld is het vooral moeilijk om het preken los te laten, herhaalt hij. Het bedanken voor de redactie van het christelijke gereformeerde blad Bewaar het Pand viel hem minder zwaar. „Ik kon die autoritten naar redactievergaderingen niet langer maken”, stelt hij nuchter.
Bij het niet meer kunnen preken zit de echte pijn. „U moet niet zeggen: „U bent oud.” Ik voel me niet oud, maar ik kan niet meer preken. Voor mij is het nu alleen nog maar rust. Maar ik mag voorbede doen voor de dienaren van het Woord, voor de kerk die ik van harte liefheb, voor Israël en voor onze kinderen en kleinkinderen. Dat is mijn taak.”
Ds. Oorschot: „De Heere is aan ons niets verplicht. Hij is niet aan een kerkverband of predikant gebonden. Hij laat me dat bij het ouder worden steeds meer zien.”
Ds. Van Zonneveld: „De Heere maakt gewillig bij het ouder worden. O, die toekomst! Hem te zien zoals Hij is!”
Ds. Oorschot: „Volmaakt.”
Gewillig gemaakte dienaren
Dit is het derde deel in een vierdelige serie waarin twee emeriti predikanten uit verschillende kerkverbanden met elkaar in gesprek gaan. Volgende week donderdag deel 4: ds. H. J. J. Feenstra (GKV) en ds. J. Bouma (NGK).
Ds. P. van Zonneveld en ds. C. Oorschot
Ds. P. van Zonneveld (1928) is geboren te Amsterdam. In 1959 werd hij christelijk gereformeerd predikant in Bennekom. Daarna stond hij te Papendrecht (1966), Leerdam (1969), Doornspijk (1977), Driebergen (1984) en ’s-Gravenhage-Scheveningen (1989). In 1993 ging hij met emeritaat. Sindsdien preekte hij tot 5 oktober 2013 iedere zondag.
Ds. C. Oorschot (1933) werkte tot zijn 44e jaar in de bouw. In 1977 werd hij bevestigd in de hervormde gemeente van Stellendam. Daarna stond hij te Lunteren (1982), Dordrecht (1986) en Wageningen (1991). In 1995 ging hij met emeritaat. Daarna diende hij parttime de hervormde gemeente van Yerseke (1999-2002). Na zijn emeritaat werkte hij ook drie jaar als bejaardenpastor in ’t Slot te Gameren en bijna negen jaar in De Vliedberg te Ouddorp. In juni begon hij als pastoraal werker in diaconaal gastenhuis De Oase te Ouddorp.
Ds. P. van Zonneveld
Meebidden met on-Schriftuurlijke predikant – interview met ds. P. van Zonneveld t.g.v. 50 jarig ambtsjubileum (Reformatorisch Dagblad, 19-11-2009)
“Ik ben geweest als Mozes en Jona” – interview met ds. P. van Zonneveld t.g.v. 40 jarig ambtsjubileum (Reformatorisch Dagblad, 18-11-1999)
Ds. Van Zonneveld neemt afscheid van Scheveningen (Reformatorisch Dagblad, 04-10-1993)
Ds. Van Zonneveld doet intrede te Scheveningen (Reformatorisch Dagblad, 09-10-1989)
Ds. Van Zonneveld nam afscheid van Driebergen (Reformatorisch Dagblad, 21-09-1989)
Ds. van Zonneveld deed intrede in Driebergen (Reformatorisch Dagblad, 04-10-1984)
Ds. v. Zonneveld vijfentwintig jaar predikant (Reformatorisch Dagblad, 17-11-1984)
Ds. Van Zonneveld nam afscheid van Doornspijk (Reformatorisch Dagblad, 26-09-1984)
Ds. Van Zonneveld deed intrede in Doornspijk (Reformatorisch Dagblad, 01-06-1977)
Ds. C. Oorschot
Bouwvakker in de kerk – interview met ds. C. Oorschot (Terdege, 23-06-2010)
“Een aannemer bouwt, een dominee sloopt eerst” – interview met ds. C. Oorschot (Reformatorisch Dagblad, 15-08-2007)
Een aannemer die dominee moest worden : Jubilerende ds. C. Oorschot: Dat de Heere zó één in Zijn dienst wil gebruiken (Reformatorisch Dagblad, 26-08-2002)
Ds. C. Oorschot verbonden aan hervormd Yerseke (Reformatorisch Dagblad, 26-05-1999)
Afscheid ds. C. Oorschot van Wageningen (De Waarheidsvriend, 21-09-1995)
Intrede ds. C. Oorschot te Wageningen (De Waarheidsvriend, 05-09-1991)
Afscheid ds. C. Oorschot van Dordrecht (De Waarheidsvriend, 19-09-1991)
Ds. Oorschot deed intrede te Dordrecht (Reformatorisch Dagblad, 22-12-1986)
Ds. Oorschot nam afscheid van Lunteren (De Waarheidsvriend, 02-01-1987)
Bevestiging en intrede ds. C. Oorschot te Lunteren (De Waarheidsvriend, 23-09-1982)
Intrede ds. C. Oorschot te Stellendam (De Waarheidsvriend, 15-09-1977)