HILVERSUM. Het is de voor het gevoel eindeloze cadans die de meeste indruk maakt. Vierenzeventig zwarte lijkauto’s die achter elkaar het hek van de Korporaal Van Oudheusdenkazerne in Hilversum passeren. Het is een refrein van rouw.
De kazerne waar de lichamen van de omgekomen slachtoffers van vlucht MH17 worden geïdentificeerd, ligt vlak naast het vliegveld van Hilversum. Er is een vliegschool, een restaurant dat de naam ”Airport” draagt en iets verderop staat een gebouw dat Gate51 heet. Het is bijna macaber dat juist naar déze Hilversumse kazerne met deze buren de 298 slachtoffers van de vliegramp in Oekraïne worden overgebracht ter identificatie.
Het is de donderdag na de dag van nationale rouw. En de dag nadat naar deze kazerne al enkele tientallen lichamen werden overgebracht. Ook toen was er dat lange, zwarte lint van de dood. Ook toen duizenden toeschouwers. En vanavond staan er opnieuw drommen mensen langs de Hilversumse wegen en bij de kazernepoort.
Het is een warme zomeravond. Zonnestralen geven de bosrijke omgeving een goudgele gloed. Tot in de wijde omgeving staan de auto’s geparkeerd en het aantal fietsen dat tegen de bomen staat, is niet te tellen. Overal dranghekken, rood-witte linten en gele borden waarop het woord ”Incident” staat. Gelukkig hebben we in ons land blijkbaar geen borden waarop het woordje ”Ramp” geschreven staat.
Het is vanavond een gebeuren dat alles in zich heeft om een manifestatie te worden van plat ramptoerisme. En toch is het dat beslist niet. Nergens wordt er geschreeuwd, nergens wordt er gedrongen. Gepraat wordt er amper. Veel mensen dragen bloemen mee om die straks, als de lijkauto’s op het kazerneterrein zijn aangekomen, bij de poort neer te leggen.
Dan komen, zo tegen achten, de lampen van de motoren die de colonne hebben begeleid op weg van Eindhoven naar Hilversum in zicht. Daarachter de lijkauto’s. Vierenzeventig zwarte auto’s met allemaal één lijkkist. Wie er in de kisten liggen, weet niemand.
Ook dat maakt de transporten tussen Eindhoven en Hilversum zo bijzonder. De omgekomene kan in iedere auto liggen. En daarom is het net of dat hij of zij vanavond 74 keer komt langsgereden.
Een voor een draaien de lijkauto’s het terrein van de Korporaal Van Oudheusdenkazerne op. Een cadans van de dood, een ritme van rouw. En of je wilt of niet: als toeschouwer word je meegezogen in het collectieve getij van verslagenheid.
Nog drie, vier, vijf auto’s en dan sluiten motorrijders de colonne af.
Maar voorbij is het niet.
Morgen komt er weer een stoet.
En ook dan is het refrein: rouw.