Schotland ligt ver weg van het vasteland van Europa. Het christendom kwam er later, en de Reformatie ging daar haar eigen weg. Vraag is of John Knox ook een andere traditie schiep.
Wie goed kijkt, vallen vooral de overeenkomsten op, zegt dr. Joel Beeke, van het Puritan Reformed Theological Seminary in Grand Rapids, die zowel de Engelstalige als de Nederlandse kerkgeschiedenis kent. „Er zijn geen belangrijke verschillen tussen John Knox en de gereformeerde theologen op het continent.”
Volgens Beeke was Knox in de leer een orthodoxe calvinist. „Ook in de visie op de eredienst hield hij vast aan Calvijn. Hetzelfde geldt voor de kerkregering en de ambten.”
Had de Schotse Reformatie dan niets unieks?
„Toch wel. Onder Knox’ leiding ging de hervorming in Schotland verder, dieper en breder dan in menig ander land in Europa. Vanwege de tegenstand was de Schotse kerk gedwongen om haar positie steeds te heroverwegen en te verdedigen. Dat leidde tot grotere consistentie.”
Calvijn en Luther waren echte geleerden. Was Knox dat ook?
„Hij was zeker een van de meest geleerde mensen van zijn tijd. Hij was een meester in de Engelse taal. Maar Knox werkte niet aan een universiteit. In academische taak van de reformatie werd voorzien door mensen als Andrew Melville.”
De kenner Richard Greaves beschrijft hem als een profeet in oudtestamentische stijl. Terecht?
„Helemaal. Zelf hield Knox misschien meer van de typering van Stanford Reid; de ”heraut van God”. Knox’ beste wapen was het ”zwaard van de Geest”, het Woord van God. Als prediker had Knox nauwelijks zijn gelijke en er was zeker geen betere. Knox’ kracht was dat hij aan zijn boodschap vasthield. Hij kwam vanuit Genève naar Schotland met een sterke overtuiging van wat nodig was: hervorming van de kerk en emancipatie van het volk. Aan die doelen hield hij vast.
Hij was dus een groot kerkleider. Maar in het publieke leven een groot patriot die de andere Schotten opriep de Reformatie te omarmen en in naam van Christus onderdrukking te weerstaan. Ook de Schotse reformatie was een strijd om onafhankelijkheid. Hij heeft geweldige dingen gezegd over rechten en vrijheid.”
Op het continent spreken we van lutheranen en calvinisten. Maar in Schotland huizen ineens presbyterianen in plaats van ”knoxianen”. Hoe komt dat?
„We moeten de Schotse kerk dankbaar zijn dat ze geen cultus rond Knox heeft gecreëerd. Dat had hij ook niet gewild.
Knox claimde geen originaliteit in zijn denken. Zijn erfenis was niet zozeer theoretisch, maar heel praktisch. Hij voorzag de kerk van een geloofsbelijdenis (de Scots Confession van 1560), een liturgie (het Book of Common Order uit 1564) en een robuuste vorm van prebyteriaans kerkbestuur. Dat is in de Bijbel geworteld, en heeft ook alle tegenstand overleefd.”
Uit welke bronnen kennen we zijn ideeën?
„Dat zijn vooral zijn vele preken en enkele andere geschriften. Er is geen gebrek aan bronnen. Daarin vind je steeds terug dat hij de fundamentele beginselen van de gereformeerde leer doorgaf, en wel in de meeste levendige woorden.
We kunnen daarin ook wel zien waar Knox zelf op leunde. Aanvankelijk was hij beïnvloed door Luthers volgelingen in Schotland, maar hij ontwikkelde zich in Genève tot Calvijns getrouwste leerling.”
In Nederland zijn al eeuwen vertalingen van Schotten bekend, maar dan meer van Rutherford, Durham en Boston dan van Knox. Hoe komt dat?
„Waarschijnlijk doordat hun boodschap in die fase van de kerk in Nederland relevant was. Hun bijdrage betrof de geloofservaring, bekering en de kenmerken van de genade. Waarschijnlijk werd de bijdrage van Knox tijdens de Nadere Reformatie minder van belang geacht.”
Als het gaat om de liturgie stond de Schotse kerk vanouds op een strikt standpunt, door alleen psalmen te zingen, zonder begeleiding. Dat zou de indruk kunnen wekken dat Knox toch iets radicaler was dan Calvijn.
„Dat is een misverstand. Nederlanders die zich vandaag de dag in een Schotse dienst verbazen over de gemeentezang, horen daar gewoon hoe bijna alle reformatorische kerken in Europa zongen. Tussen Calvijn en Knox zat op dat punt geen licht. Ook in Nederland heeft het orgel na de Reformatie lang gezwegen, omdat men hiervoor geen goedkeuring zag in het Nieuwe Testament.”
De Schotse kerk lijkt minder gewicht te geven aan doop en verbond. Ze kent ook geen samenbindend doopformulier. Valt dit aan Knox toe te schrijven?
„Helemaal niet. Knox schreef wel een doopformulier, dat net als het Nederlandse was geënt op dat van Calvijn. In dat formulier legt Knox uit dat Gods belofte in de doop wordt verzegeld. Later zijn de formulieren onder invloed van de puriteinen afgeschaft.
Mede tegen de achtergrond van het verbond heeft Knox al de waarde van christelijke opvoeding benadrukt en werd scholing een taak van de kerk. Dat bleef zo tot in de 19e eeuw.”
Weinig in het Nederlands vertaald
Van de geschriften van John Knox is er nauwelijks iets in het Nederlands vertaald. De Koninklijke Bibliotheek bezit wel de bundel troostbrieven ”Bemoedigd uit het Woord”, die uitgeverij Den Hertog in 2005 op de markt bracht.
Verder heeft de KB alleen ”Beknopte geschiedenis van de Hervorming en van den Hervormer in Schotland” uit 1840 door ”Johannes Knox”. Interessant genoeg is dat geen directe vertaling uit het Engels, maar uit het Duits. In 1831 was het daar op de markt verschenen.
De belangstelling voor John Knox in Nederland is dus nooit bijzonder groot geweest. In Schotland is dat anders. Eind 19e eeuw zijn de geschriften van de Schotse hervormer verzameld in zes banden. Onder de naam ”The Works of John Knox” zijn ze nog steeds beschikbaar. Puritan Hard Drive biedt ze ook in digitale vorm aan (puritandownloads.com).
Knox is waarschijnlijk bij het brede publiek het bekendst geworden met zijn traktaten. Zowel beroemd als berucht is ”The First Blast of the Trumpet against the monstrous regiment of Women” uit 1558, tegen de regering van koningin Maria. Dat werd in ons land in de jaren negentig zelfs nog gebruikt in de SGP-discussie over het partijlidmaatschap van vrouwen.
Als hij in zijn preken dezelfde taal gebruikte als in zijn geschriften, is het geen wonder dat hij grote indruk maakte. Zijn taalgebruik was beeldend, vurig en concreet.
Ook schuwde hij het niet om controversiële standpunten in te nemen en polemiek te voeren. Een deel van zijn bekendheid is daar ook aan te danken.