GB roept op niet te breken met kerk
Het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond (GB) in de Nederlandse Hervormde Kerk roept zijn leden, kerkenraden en gemeenten op „niet met de weg van de kerk te breken, nu zij zich voortzet binnen de Protestantse Kerk in Nederland.” Dat staat in een verklaring die vrijdag is uitgebracht.
„Waar de zuivere bediening van het Evangelie klinkt, heeft Christus Zijn Kerk niet verlaten, daar heeft Hij beloofd aanwezig te willen zijn, en daar mogen en kunnen wij vanwege de trouw van Gods verbond met haar ook niet breken”, aldus de verklaring, die is opgesteld in de vorm van een motie.
Begin deze week kondigde dr. W. J. op ’t Hof aan dat minstens dertig hervormde gemeenten naar de burgerlijke rechter gaan. Deze willen een uitspraak van de rechter (een verklaring van recht) dat zij het recht hebben te beslissen niet toe te treden tot de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), en dit met behoud van naam en bezit. De GB wijst de gang naar de burgerlijke rechter echter „met nadruk” af, omdat de vrijheid van Gods Woord en de vrijheid van de dienst aan Hem niet in het geding zijn. „Het gevaar is levensgroot dat de naam van Christus en van de kerk in diskrediet worden gebracht. Bovendien wordt er enorm veel geld dat gegeven is ten bate van de voortgang van de dienst van het Woord en de ambtelijke zorg, aan het gemeentelijk leven onttrokken.” Tevens wijst de Bond gemeenten erop „zich er rekenschap van te geven dat voortzetting van de Nederlandse Hervormde Kerk kerkjuridisch niet mogelijk zal zijn.”
Ook het nemen van stappen om buiten de PKN te komen en zich afzonderlijk te hergroeperen in noodevangelisaties, noodclasses of een noodsynode, zoals het Comité uitdraagt, wijst het hoofdbestuur af. „Daarmee wordt de kerk opgegeven en prijsgegeven. Dat is voor hervormd-gereformeerden een vreemde weg. Daarmee komen we terecht in een proces van repeterende breuken. Daarmee wordt de zoveelste scheuring in de kerk een feit.” Verder wijst de GB het voortdurend oproepen tot kerkelijke ongehoorzaamheid in de huidige situatie en het niet erkennen van het ambtelijke gezag van de ambtelijke vergadering (de synode van de NHK) van de hand. Het hoofdbestuur verwijst hierbij naar de artikelen 30 tot en met 32 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.
In de verklaring schrijft het hoofdbestuur dat de gereformeerde belijdenisgeschriften „volledig en ongeschonden meegaan in de PKN, zodat men in deze kerk voluit gereformeerd kan zijn, ondanks ernstige principiële bezwaren die er tegen de kerkorde zijn in te brengen.” De Bond verwijst ook naar de handreiking voor de bezwaarden die het moderamen gaf -die veel bezwaarden echter niet als handreiking ervaren- en die op 12 december een verankering kreeg in het verenigingsbezluit. „Van ons wordt niet gevraagd iets te erkennen en te respecteren dat tegen het Woord van God indruist. Juist door de gebondenheid aan het gereformeerd belijden uit te spreken, wijst men alles af wat daarmee onverenigbaar is.”
De GB roept op „de bitterheid tegenover de kerk af te leggen en te komen tot een wandel en een getuigenis waardig het Evangelie, waarin we elkaar niet verachten, waarin we de weg van de kerk niet aan de boze toeschrijven, waarin we de boze, die ons uit elkaar drijft, geen ruimte geven.” Ook vraagt de Bond gemeenteleden „elkaar vast te houden en in aanvechting en spanning elkaar niet af te schrijven, maar de eenheid van de gemeente te bewaren en in liefde en onderlinge zorg te handelen.”