Binnenland

„Wat kan een christen in jouw ogen zien?”

Ifakat Erdem-Isik: Ik ben 41 jaar geleden geboren in Oost-Turkije en woon vanaf mijn zevende jaar in Nederland, in Ede.

Niek Stam
23 June 2014 09:44Gewijzigd op 15 November 2020 11:29
Ifakat Erdem uit Ede.  beeld Niek Stam
Ifakat Erdem uit Ede.  beeld Niek Stam

Mijn man kwam 22 jaar geleden uit Turkije om met mij te trouwen. Samen hebben we drie zoons, van 19, 16 en 13 jaar oud.

Ik werkte onder anderen als onderwijsvoorlichter en zorgconsulent maar draag nu zorg voor mijn meervoudige gehandicapte zwager, die bij ons in huis woont.

Mijn vader was een gastarbeider, mijn moeder trouwens ook. Als mijn vader thuiskwam, ging mijn moeder naar de fabriek of andersom. Hij naar PCM, een fabriek waar ze beugels aan emmers zetten, en mijn moeder naar koekfabriek Nobo.

Ze kreeg nog weleens wat mee, dus we hebben thuis heel wat Nobospritsen gegeten.

Mijn ouders waren de Nederlandse taal niet machtig. Het was in die tijd ook niet de bedoeling trouwens dat gastarbeiders die taal zouden gaan leren. Mensen vergeten dat weleens als het om integratie gaat. Als er een oudergesprek was op school, dan ging mijn oudste broer erheen.

Ik heb regelmatig contact met Jolanda, nadat we hebben gesport. Zij is de enige Nederlander die ik spreek over geloof en sociale vraagstukken. Omdat zij ook gelooft in een God Die alles geschapen heeft, vertrouw ik haar. We hebben we dezelfde normen en waarden zij is erg bescheiden en houdt rekening met onze gedragscodes en cultuur.

Het christendom ken ik van de christelijke basisschool vroeger: samen Kerst vieren. En het bidden: dat we de namen noemden van kinderen die ziek waren. Bidden doe ik ook, ik vind dat mooi: dat je tegen Allah alles kunt noemen als je wilt dat hij dat oplost. Als de heer iets wil, dan gebeurt het immers ook, dus hij is de enige bron die ik kan vragen. Hij heeft ons van niets geschapen tot iets. Het mooi als je de verbinding met de heer heel serieus houdt.

Allah noem ik ook heer inderdaad. Dat is zijn naam in het Turks: heerser, dus heer. Ik geloof sowieso dat we tot één god bidden. We geloven toch allebei dat er één god is die alles geschapen heeft? Als we allebei tot de god bidden die ons maakte, dan is hij toch dezelfde?

Wat ik als kind wel apart vond is hoe christenen omgaan met het heilige boek: Was het hoofdstuk uit, dan legde iemand de Bijbel soms zomaar op de grond. Of mensen met een Bijbel onder de snelbinders van de fiets. Later begreep ik dat ze dan naar de kerk gingen.

Wel een grappig voorbeeld trouwens: een collega van mij ging trouwen en nodigde mij uit voor de kerkdienst. Ik ging daarheen, want dat is voor een moslim op zich geen bezwaar. Toen bleek dat ik daar wel zat, maar een deel van haar christelijke familie was weggebleven. Omdat ze het niet eens waren met haar kerkkeuze. Dat herken ik overigens ook wel uit de moslimwereld, die richtingenstrijd en diverse stromingen. Ook dat is cultuur.

Ik respecteer alle geloven. Ik hou mijn kinderen vaak voor: Wat kan een christen in jouw ogen zien? Want wij hebben een mooie uitdrukking: Welk geloof je ook hebt, de kleur van je tranen is altijd hetzelfde.


„Openheid van moslims over hun geloof trof mij”

Jolanda Hooyer: Mijn ouders komen uit Kesteren, waar ik in 1984 ben geboren. Ik werk sinds een aantal jaar als fysiotherapeut in de Utrechtse wijk Kanaleneiland. Verder doe ik vrijwilligerswerk voor de stichting Hart voor Veldhuizen in Ede, waar ik woon.

Tijdens mijn werk in Utrecht kwam ik voor het eerst met moslims en de islam in aanraking. Wat me opviel, was dat zij –in tegenstelling tot wat ik verwacht had– heel open over God en Allah en geloof spraken. Dat heeft me toen positief verrast, herinner ik mij. Daarom ben ik me gaan verdiepen in de islam.

Ik leer telkens weer nieuwe dingen, vooral uit de gesprekken met mensen. Het meest leer je van wat je hoort van mensen zelf, in dit geval van moslimvrouwen. In de Edese wijk Veldhuizen zijn we een aantal jaar geleden begonnen met een sportavond voor vrouwen. Omdat het speciaal voor vrouwen is, trekt het vrijwel alleen moslima’s. Erg gezellig en leuk om te doen. Het eerste uur is voor beweging, en daarna is er een uur voor theedrinken met lekkere hapjes en gesprekken. Ik steek daar enorm veel van op, iedere keer weer. Ook dan valt me weer op hoe gemakkelijk je geloofsvragen kunt stellen aan een moslima. Makkelijker dan aan sommige christenen, denk ik weleens.

Er zijn inmiddels allerlei contacten ontstaan, en vaak vieren we met een klein groepje van hen Kerst of Pasen. Heel mooie momenten zijn dat.

De Koran heb ik wel proberen te lezen, maar die vond ik erg moeilijk, ook omdat dingen niet in een duidelijke volgorde staan. Aan sommige passages viel mij op dat Allah bijna wordt beschreven zoals wij dat in de psalmen met God doen: „De barmhartige erbarmer”, bijvoorbeeld.

De essentie van de islam heb ik leren kennen als: onderwerping. Aan Allah dus. Dat is iets wat ik vaak bij moslims terugzie: gehoorzaamheid, regels naleven. Ik leg vaak uit dat het christendom dat ook kent: onderwerping, maar dan vanuit genade. God zoekt een weg van verzoening met mensen.

Het heeft mij wel verrast dat ik moslims ontmoette die met oprechte liefde de wil van Allah willen doen. Dat ging tegen het beeld in dat ik van de islam had, als een geloof van plichten. Anderzijds zie ik veel dat moslims gebukt gaan onder angst en schuld. Ergens is dat begrijpelijk, ook voor christenen: als je God beter leert kennen, zie je namelijk ook dat je zelf tekortschiet. Maar bij de islam mis je dan de notie van genade: dat Jezus alles heeft volbracht, en wij daardoor vrij komen van de zonde. Dat je mag leven uit dankbaarheid, en vergeving. Daar probeer ik in gesprekken iets van te laten zien.

Ik zou iedere christen willen aanmoedigen om op een manier die bij hen past met een moslim contact te zoeken. Pas in de omgang met elkaar leer je zien hoe iemand anders, maar ook jijzelf, echt in het leven staat. Veel meer dan uit de theorie. Dat is leerzaam. En een mooie kans om te laten zien hoe jij je leven leidt.”

Dit is de vierde aflevering in een serie over moslims in de biblebelt. Volgende week zaterdag deel 5.


Ede: een vijfde groei door allochtonen

De gemeente Ede telt:

- 110.655 inwoners in diverse kernen: Ede, Bennekom, Lunteren, Otterlo, Wekerom, Ederveen, De Klomp en Harskamp. De bevolking groeide in de afgelopen vijf jaar met 3067 inwoners (2,8 procent).

- Zo’n 85 procent autochtonen en bijna 15 procent allochtonen (15.791 inw.). Van die laatste groep bestaat iets meer dan de helft uit niet-westerse allochtonen: Turken, Marokkanen, Somaliërs, et cetera (8237).

- Een relatief snelgroeiende groep zogeheten niet-westerse allochtonen (Turken, Marokkanen, Somaliërs, et cetera). Hun toename bedroeg over de afgelopen vijf jaar 8,7 procent. Dat groeicijfer is meer dan drie keer zo hoog als die van de totale bevolking. Dit aantal van 661 inwoners zorgt voor een vijfde van de groei van de totale gemeente in die periode.

- Ongeveer evenveel Marokkanen (2397) als Turken (2091). Het grootste deel van hen woont in de kern Ede zelf.

- Een aantal westerse allochtonen (inclusief 3206 Indonesiërs), dat even snel groeit als het bevolkingstotaal.

- Een onbekende hoeveelheid religieuze gebouwen. De gemeente Ede kon hier geen gegevens over verstrekken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer