Ambulancechauffeur Tom van Liere: Patiënt steeds mondiger
ROOSENDAAL. Steeds vaker krijgt hij te maken met patiënten die eisen om vervoerd te worden. Ambulancechauffeur Tom van Liere: „Ze hebben er recht op, menen ze, omdat ze al twintig jaar lang ziektekostenpremie betalen.”
Patiënten worden steeds mondiger, weet Van Liere, die al veertien jaar voor de ambulancedienst Brabant Midden-West-Noord werkt. „Op basis van wat zoekwerk op internet lezen ze ons als ambulancepersoneel de les.”
Sommige patiënten zijn zelfs agressief, „al is dat in de regio waar ik werk beslist geen schering en inslag”, zegt de Dordtenaar. Hij herinnert zich enkele incidenten die hem of zijn collega’s in het nauw brachten. „Zo kregen we een melding over een vrouw die van de trap was gevallen. Bij binnenkomst van de woning twijfelden we al aan het verhaal van een val. Toen we het slachtoffer de ambulance in schoven zei ze tegen ons: „Help me alsjeblieft. Mijn man heeft me geduwd.” Haar echtgenoot kwam dreigend op ons af en zei dat hij wist wat zijn partner tegen ons had gezegd. Hij zou ons weten te vinden als bekend zou worden dat hij zijn vrouw van de trap had geduwd. Toch hebben we de verklaring van het slachtoffer doorgegeven aan het ziekenhuis. ’s Avonds op de terugweg naar huis heb ik toch enkele keren in mijn achteruitkijkspiegel gekeken of ik niet werd gevolgd.”
Van Liere weet nog hoe hij en een collega afgingen op een nachtelijke melding over een niet-aanspreekbare man die ergens in de struiken langs de weg lag. „Mijn collega tikte het slachtoffer iets aan om te kijken hoe hij daarop zou reageren. Plotseling balde de man zijn vuist en raakte mijn collega vol. In een reflex ben ik boven op het agressieveling gesprongen. Via de noodknop op m’n portofoon heb ik de politie ingeschakeld. Binnen enkele minuten was die met een paar eenheden ter plaatse.”
Opstelling
Een melding over een man die op het toilet onwel was geworden, kreeg een vervelend staartje. „Hij was alweer bij toen we arriveerden. Na onderzoek van het slachtoffer en overleg met zijn huisarts stelden we vast dat de man een flauwte moest hebben gehad. We besloten hem niet mee te nemen naar het ziekenhuis. Plotseling kwam de zoon naar ons toe. Hij zei: „Ik maak een foto van mijn vader. Is hij morgen dood, dan weet ik jullie te vinden.””
Bij het beteugelen van agressie speelt de opstelling van de hulpverlener een grote rol, zegt Van Liere. „Als ik na een ingrijpende kinderreanimatie bij een veeleisende patiënt kom die klaagt over een pijnlijke teen, dan moet ik even een paar keer diep ademhalen om niet vreselijk boos te worden. Ook de houding van de hulpverlener is bepalend voor hoe hoog een dreigend conflict oploopt.”
Goed het verstand gebruiken in nijpende situaties is belangrijk, weet de Dordtse hulpverlener. „Rond carnaval reden we een straat in met feestvierders. Ze gingen aan de buitenspiegels hangen. Er was geen doorkomen aan. Op zo’n moment moet je afwegen of je uitstapt, of dat het beter is om assistentie te vragen.”
Hoe houdt Van Liere het uit in zijn baan, waarin hij met agressie en geweld te maken heeft? „Ik heb er zelf voor gekozen dat elke dag anders is. Tijdens dit gesprek kan ik worden opgepiept en dan sta ik binnen tien minuten bij een treinongeval of een reanimatie. Dat geeft een bepaalde spanning en onvoorspelbaarheid die ik blijf waarderen.”
serie Verhuftering
Dit is het vierde deel van een serie artikelen over verhuftering in de samenleving.