Nieuwe Koranvertalingen verraden diversiteit onder moslims
Tien Nederlandse Koranvertalingen verschenen er sinds 1641. Maar de laatste maanden zijn er opeens drie nieuwe bijgekomen; van een letterlijke tot een meer dynamische vertaling. Nu heeft zo’n beetje iedereen zijn eigen Koran. Luther zou er blij mee geweest zijn.
Nu verkrijgbaar: Herziene Koranvertaling
Zomaar de Koran uitgeven? En dat nog wel in de volkstaal? De kerkelijke autoriteiten zagen er eeuwenlang geen heil in. Zo werd in 1542 in Basel een vertaling in het Latijn in beslag genomen. De stadsraad was bang dat zwakke christenen omvergepraat zouden worden en moslim zouden worden.
Maar het verbod hield geen stand. De uitgever kreeg een machtige medestander in de vorm van Maarten Luther, die de stadsraad bijna gelijk gaf en ooit over Mohammed schreef dat hij „bijna mijn profeet” werd. Toen het boek een jaar later toch uit mocht komen, schreef Luther met graagte een voorwoord.
Mensen bij Mohammed brengen was echter niet Luthers drijfveer. Integendeel. Hij vond de inhoud van de Koran verwerpelijk, en hij wilde dat iedereen zich daar persoonlijk van zou overtuigen. Precies dat was de reden dat hij de Koran niet alleen in het Latijn, maar liefst ook in de volkstaal zag verschijnen.
De reformator zou vast tevreden zijn als hij wist dat de Koran vandaag in allerlei soorten en maten vrij verkrijgbaar is. Dat geldt zeker sinds kort. Verschenen er van halverwege de zeventiende eeuw tot vorig jaar ongeveer tien Nederlandse Koranvertalingen (zie tijdlijn), sinds afgelopen december zijn er in een enkele maand tijd maar liefst drie bijgekomen.
Ter dood brengen
Waar komt deze hausse aan nieuwe Koranvertalingen vandaan? Het antwoord is eenvoudig: ze zijn ontstaan vanuit de behoefte van moslims zelf.
Dat is op zichzelf opmerkelijk, omdat de Koran volgens moslims niet vertaald kán worden. Islamitische autoriteiten zagen en zien daar vaak even weinig heil in als kerkelijke autoriteiten ten tijde van Luther en maken het soms zelfs strafbaar. Zo riep de Afghaanse premier in 2008 nog ertoe op een man ter dood te brengen die het had gewaagd op eigen houtje een Koranvertaling in het Dari –een van de Afghaanse talen– uit te brengen.
Daarom noemt de in salafistische kring zeer bekende prediker Aboe Ismail, die drie maanden geleden een Koran in het Nederlands presenteerde, zijn boek geen vertaling, maar spreekt hij over „de interpretatie van de betekenissen van de Koran.”
„Dit zijn de woorden van Allah, in zuiver Arabisch gegeven”, legt Aboe Ismail, gekleed in een smetteloos witte djellaba, uit in een zaal van ‘zijn’ Haagse As-Soennahmoskee. „Allah daagt de mensen uit om met iets te komen wat erop lijkt. Maar dat zal niet gaan, daarvoor is het wonder te groot.”
Het wonder van de Koran zit ’m in de stijl, in het woordgebruik en in de zinsconstructie, zegt de Marokkaans-Nederlandse Aboe Ismail –die eigenlijk Jamal Ahajjaj heet– stellig. „Dat kan ik niet vertalen. Ik kan alleen proberen de betekenissen in begrijpelijke Nederlandse taal over te zetten. En dan nog met schroom. Ik moet me er op de dag des oordeels voor verantwoorden. Dat maakte me in eerste instantie bang.”
Toch ging hij, enkele jaren geleden, met een aantal van zijn studenten voortvarend aan de slag. Sinds december is zijn „interpretatie” gereed.
Er liggen sindsdien, onafhankelijk van elkaar, nu drie van deze nieuwe interpretaties. Naast die van Aboe Ismail gaat het om een vertaling vanuit de Islamitische Universiteit in Rotterdam en om een vertaling van stichting Ontdek Islam. Die laatste is ontstaan vanuit het Engels en wordt op dit moment door de stichting overal in Nederland gratis weggegeven.
Hard onderuit
Het gaat dus om drie vertalingen door moslims. Dat is belangrijk, omdat de meeste moslims geen gebruik willen maken van vertalingen die door niet-moslims zijn gemaakt. Daardoor vallen bijna alle vertalingen in het Nederlands af. Dat geldt ook voor de twee belangrijkste Nederlandse vertalingen, die van de arabisten Kramers (1956) en Leemhuis (1989). Die genieten veel respect, maar niet onder moslims.
„De Koranvertaling van Kramers stelt niets voor”, zegt Aboe Ismail op een van de vele goudkleurige banken in een zaal van de moskee. „Je moet als vertaler niet alleen de Arabische taal machtig zijn, maar je moet ook de religieuze taal kunnen snappen. Als je niet teruggrijpt naar het werk van de grote Koranexegeten, ga je hard onderuit.”
Weliswaar zijn er ook islamitische vertalingen in Nederland, maar die vallen evenmin in goede aarde. Twee van de drie door moslims gemaakte vertalingen (die uit 1934 en 1953) zijn afkomstig van de van oorsprong Pakistaanse ahmadiyyagemeenschap. Aanhangers daarvan worden echter door de meeste andere moslims als ketters beschouwd.
Wie hun vertalingen niet meerekent, houdt eigenlijk maar één door moslims zelf gemaakte Nederlandse Koran over: de Edele Koran van Sofjan Siregar uit 1996. Die werd en wordt onder moslims veel gebruikt.
Maar, met alle waardering die hij ervoor heeft, toch rammelt ook de tekst van die vertaling, zegt Aboe Ismail. Terwijl hij Marokkaanse muntthee laat aanrukken, bladert hij naar soera 21:87. In de Edele Koran, de voorganger van de vertaling van Aboe Ismail, staat dat de profeet Jona kwaad wegging „en meende dat Wij geen macht over hem hadden.”
„Dat kan dus niet”, bezweert Aboe Ismail. „Iemand die meent dat Allah geen macht over hem heeft, is ongelovig. Het is onmogelijk om Jona tot de ongelovigen te rekenen. Daarom hebben we dit vers heel anders vertaald.”
Op een tafel bewerkt met Arabische motieven ligt het pas verschenen boek van Aboe Ismail. Hij zoekt de bewuste passage op. Daar staat dat Jona boos wegging „en dacht dat Wij het hem niet moeilijk zouden maken (d.w.z. door hem te laten opslokken door de grote vis).” „Dat kan wel, daarmee maakt Jona zich niet schuldig aan ongeloof.”
Specifieke theologie
De tekst moet dus kloppen met de orthodox-islamitische theologie die in de salafistische As-Soennahmoskee wordt gehanteerd? Aboe Ismail heeft een hekel aan termen als orthodox-islamitisch, zegt hij. „Ik weiger die stempels te accepteren. Er is maar één islam. Elke moslim moet terug naar de bron. Er is dus ook geen specifieke theologie.”
Maar toch moet iedere vertaler keuzes maken omdat de Koran een fors aantal woorden bevat waarvan de betekenis hoogst onzeker is. Het raadplegen van Koranexegeten uit het verleden kan dan uitkomst bieden. „Ik heb me gericht op exegesegeleerden zoals de tiende-eeuwse Tabari en de veertiende-eeuwse Ibn Kathir”, zegt Aboe Ismail. Volgens hem zien álle moslims hen als grote geleerden, „en niet alleen de zogenaamde orthodoxe moslims onder hen. We stellen dus helemaal niet onze eigen visie voorop, we stellen de islam voorop.”
Turkse lunch
De keuze voor bepaalde geleerden, welke naam ze ook meekrijgen, heeft echter wel degelijk gevolgen voor de vertaling. Dat blijkt in de eetzaal van de Islamitische Universiteit in Rotterdam, waar prof. dr. Özcan Hidir een Turkse lunch laat voorzetten. Hidir, van Turkse komaf en zeker geen salafist, is docent Koran aan de Islamitische Universiteit en heeft zich net als Aboe Ismail de achterliggende jaren beziggehouden met een nieuwe Koranvertaling. In tegenstelling tot Aboe Ismail richtten Hidir en de zijnen zich „vooral op Turkse commentaren.” Die hebben minder moeite met de veronderstelling dat Jona een zonde beging: de tekst in Hidirs Koran spreekt er onbekommerd over dat Jona denkt dat Allah geen macht over hem heeft.
Het idee voor de ‘Turkse’ Koran dateert al uit 2006, als studenten van de Islamitische Universiteit tegen de tekortkomingen van de in hun ogen gebrekkige vertalingen aanlopen. Ze starten een werkgroep die met de vertaling aan de slag gaat. Maar hoe zorg je voor goed Nederlands? Twee studenten moeten geregeld aan hun oude docent Kees Hoek denken, die hun op de middelbare school in Rotterdam Nederlands gaf.
Niet lang daarna komt een van hen oud-docent Hoek plots tegen, in een warenhuis. Hij heeft intussen een Marokkaanse vrouw en heeft Musa –Mozes– aan zijn naam toegevoegd. Hij is, kortom, moslim geworden.
De studenten weten zeker: dit is een geschenk van Allah. In de jaren die volgen besteedt Kees Musa Hoek zijn beste krachten aan het verzorgen van een rimpelloze Nederlandse tekst, die redelijk vrij de Arabische en Turkse tekstvarianten volgt – in elk geval vrijer dan de vertaling van Aboe Ismail. „We kiezen er bijvoorbeeld voor om Allah aan te spreken met je en jou”, zegt Hoek. „Dat was best een gewaagde beslissing.”
Vertaalprincipe
Het grootste verschil tussen beide vertalingen is dan ook het gehanteerde vertaalprincipe. Is dat letterlijk-concordant, zoals bijvoorbeeld bij de Statenvertaling van de Bijbel, of eerder dynamisch-equivalent, zoals bij de Nieuwe Bijbelvertaling?
De vertaling van Hidir en Kees Musa Hoek is niet heel letterlijk. „Woorden in de Koran staan vaak open voor verschillende betekenissen”, legt Hidir uit. „Als er gesproken wordt over de hand van Allah, vertalen wij dat als de macht of kracht van Allah. Salafisten nemen zoiets meestal letterlijk. Wij erkennen dat de tekst statisch is; die is afkomstig uit een andere wereld, direct van Allah. Maar de betekenis is dynamisch en moet in iedere tijd opnieuw worden geïnterpreteerd. De boodschap moet leven, niet de tekst zelf.”
„Denk aan een woord als strijden”, vult Hoek aan. „Wanneer gebruik je strijden, wanneer vechten, of je inspannen? Dat zijn lange discussies geweest.”
De vertaling van Aboe Ismail lijkt qua vertaalprincipe meer op de Statenvertaling. „Als ik moet kiezen tussen een vertaling die gericht is op de doelgroep of op de bron, kies ik voor de bron”, zegt de Haagse prediker. „Maar ik zeg er direct bij: liefst wel zo begrijpelijk mogelijk.”
En mocht een moslim desondanks niet begrijpen wat hij leest: dat is geen ramp. De betekenis van alle Koranvertalingen kan eenvoudig gerelativeerd worden. Voor het gebed mág een moslim helemaal geen vertaling gebruiken. Dan mogen alleen de oorspronkelijke Arabische soera’s worden gereciteerd. Aboe Ismail wijst op een overlevering van Mohammed, waarin hij gezegd zou hebben dat iemand die de Koran reciteert, voor iedere letter tien ”hasanaat” ofwel beloningen ontvangt. „Maar dat geldt alleen voor de Arabische tekst. Dat is de wijsheid van Allah: als je het niet begrijpt, word je tóch beloond.”
Teksten vergelijken
Soera 47:4: Hoe de vijand behandeld moet worden
- De Levende Koran van Özcan Hidir
Wanneer jullie (in een oorlogssituatie) een ontmoeting hebben met ongelovigen, sla (hen) op de nekken totdat jullie hen machteloos hebben gemaakt en in voetboeien hebben vastgezet. Dan, wanneer de oorlog haar lasten heeft neergelegd, laat hen vrij (zonder enige voorwaarde), of laat hen tegen (het betalen van) losgeld vrij.
- De Koran van Aboe Ismail
Wanneer jullie degenen die niet geloven (tijdens de strijd) ontmoeten, sla dan op de nekken, totdat jullie hen verslaan. Bindt (hen) dan stevig vast (d.w.z. neem hen gevangen). (En) laat (hen) daarna vrij of bied (hun) aan om (zich) vrij te kopen, totdat de oorlog zijn lasten werpt (d.w.z. totdat de tegenstander zich gewonnen geeft).
- De Heilige Koran van Ontdek Islam
Wanneer jullie ongelovigen (op het slagveld) ontmoeten, tref dan hun nek. En wanneer jullie hen verslagen hebben, bindt hen (de gevangenen) dan stevig vast of laat hen vrij (na) een losgeld, tot de oorlog voorbij is.
Soera 42:7: Waarom de Koran in het Arabisch is
- De Levende Koran van Özcan Hidir
En op die wijze hebben Wij aan jou een Arabische Koran geopenbaard, opdat jij de moeder van alle steden (Mekka) en degenen die daaromheen wonen (de gehele mensheid) waarschuwt en opdat jij [hen] waarschuwt voor de Dag van de Samenkomst, aan de komst waarvan geen enkele twijfel bestaat. Een groep bevindt zich in de Tuin, en een groep bevindt zich in het vlammende Vuur.
- De Koran van Aboe Ismail
En zo openbaarden Wij aan jou (o Mohammed) een Arabische Koran, zodat jij de (inwoners van de) moeder van de steden (d.w.z. van Mekka) en degenen daaromheen zult waarschuwen. En (zodat jij hen ook) zult waarschuwen voor de Dag van de Verzameling, waarover geen twijfel bestaat. Een groep bevindt zich (op die Dag) in het Paradijs en een groep bevindt zich in het laaiende Vuur.
- De Heilige Koran van Ontdek Islam
En zó hebben Wij jou een Koran (in het Arabisch) geopenbaard, opdat jij de moeder der steden (Mekka) en degenen die in de omgeving ervan wonen te waarschuwen. En waarschuw voor de Dag der verzameling, waarover geen twijfel is, wanneer een deel naar het Paradijs zal gaan en een deel naar het laaiende vuur (de Hel).
Soera 9:30: Waarom christenen en joden vervloekt zijn
- De Levende Koran van Özcan Hidir
De joden zeggen: „Uzayr is de zoon van Allah”; en de christenen zeggen: „De Masih is de zoon van Allah.” Dit zijn de woorden die hun monden uiten; zij imiteren daarmee de uitspraken van degenen die eerder niet geloofden. Moge de vloek van Allah op hen rusten! Hoe zijn zij afgekeerd!
- De Kora van Aboe Ismail
En de joden zeggen: „Oezayr (Ezra) is de zoon van Allah.” En de christenen zeggen: „De Messias (Iesa) is de zoon van Allah.” Dat zijn hun woorden (die) uit hun monden (komen). Zij imiteren hiermee de uitspraken van degenen die voorheen niet geloofden. De Vloek van Allah rust op hen. Hoe kunnen zij zo afgedwaald zijn (van Zijn aanbidding)?
- De Heilige Koran van Ontdek Islam
En de Joden zeggen: „Ezra is de zoon van Allah,” en de Christenen zeggen: „de Messiah is de zoon van Allah.” Dat zijn uitspraken uit hun monden. Zij imiteren de uitspraken van de oude ongelovigen. Allah’s vloek zij op hen; hoe zij van de Waarheid zijn weggelokt!
Nederlandse Korans
1143: De allereerste Koranvertaling in een westerse taal verschijnt. De vertaling van het Arabisch in het Latijn is gemaakt door de Engelse Robert van Ketton in opdracht van Petrus Venerabilis. Nog eeuwenlang zal er op deze vertaling worden teruggegrepen.
1543: De Latijnse vertaling uit 1143 verschijnt voor het eerst in druk, in Zwitserland. Niemand minder dan reformator Maarten Luther schrijft een voorwoord. Hij zou de Koran het liefst in de volkstaal vertalen, „zodat iedereen kan zien wat een dwaas en schandelijk boek het is.”
1641: De eerste Nederlandse Koranvertaling ziet het licht, van de hand van Barent Berentsma. De vertaling is niet uit het Arabisch, maar is gebaseerd op een Duitse vertaling van 25 jaar eerder.
1657: De tweede Nederlandse vertaling is van de mennoniet Jan Glazemaker. Hij baseert zich op een Franse versie van de Koran die tien jaar daarvoor verscheen.
1859: De jurist Ludovicus Tollens maakt aan de hand van andere Europese vertalingen een Nederlandse Koran, vooral bedoeld om de vele moslims in Nederlands-Indië beter te begrijpen.
1860: Een jaar na de Koran van Tollens verschijnt er weer een, ditmaal van de Delftse islamoloog Salomon Keyzer. Ook dit is geen rechtstreekse vertaling uit het Arabisch.
1934: Voor het eerst verschijnt er een Nederlandse Koran van de hand van moslims. Het is de Heilige Qoer-an van de Lahore Ahmadiyya Beweging, een sterk missionair gerichte groep die door veel andere moslims als ketters gezien wordt. Het is een vertaling vanuit het Engels op basis waarvan veel herdrukken verschijnen.
1953: Weer een Koran van moslims, ditmaal van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap – nét iets anders dan de Lahore Ahmadiyya Beweging. Deze groep wordt eveneens door de meeste andere moslims als ketters bestempeld. Ook deze Koran is vanuit het Engels vertaald en wordt vaak herdrukt.
1956: Pas in 1956 verschijnt de eerste Nederlandse Koran die rechtstreeks uit het Arabisch is vertaald. Het is het werk van de Leidse arabist Johannes Hendrik Kramers, later herzien door onder anderen de bekende arabist Hans Jansen. De laatste herdruk verscheen in 2006.
1989: Samen met de Koran van Kramers is die van de Groningse arabist Leemhuis voor veel Nederlanders het gezaghebbendst. Ook deze vertaling is rechtstreeks vanuit het Arabisch. Vorig jaar verscheen de vijftiende druk.
1996: Nu steeds meer moslims in Nederland geboren zijn, is de tijd rijp voor een islamitische vertaling van moslims die niet tot de ahmadiyyahgemeenschap behoren. Het wordt de Edele Koran, vertaald door dr. Sofjan Siregar en uitgegeven door het Islamitisch Cultureel Centrum Nederland. Het boek vindt breed aftrek, vooral onder moslims.
2008: De bekende Iraans-Nederlandse auteur Kader Abdolah waagt zich aan een niet-letterlijke, vrije vertelling van de Koran, enigszins vergelijkbaar met Het Boek als parafrase van de Bijbel. Doelgroep zijn allereerst Nederlanders die uit belangstelling de Koran willen lezen.
2013: Dit is het jaar van nieuwe islamitische vertalingen. De Levende Koran verschijnt in december. Die vertaling, vanuit het Arabisch en Turks, is tot stand gekomen vanuit de Islamitische Universiteit Rotterdam. Het is het werk van met name Turkse vertalers, met hulp van een tot de islam bekeerde Nederlander.
2013: De salafistische stichting As-Soennah publiceert, eveneens in december, een tamelijk letterlijke vertaling uit het Arabisch van de hand van de Marokkaans-Nederlandse prediker Aboe Ismail en een aantal van zijn studenten.
2013: Stichting Ontdek Islam timmert tegen het eind van het jaar aan de weg met een actie waarbij Nederlanders een gratis Koran kunnen bestellen. Het is een nieuwe vertaling vanuit het Engels door Malak Faris Abdalsalaam, die eerder allerlei islamitische traktaten in het Nederlands vertaalde. De stichting wordt gesteund door een Egyptische organisatie die is gelieerd aan de gezaghebbende Al-Azharuniversiteit in Caïro en als doel heeft de islam zo breed mogelijk te verspreiden.
Bron: R. H. van Gent, Universiteit Utrecht
Bijbel versus Koran
De vraag of de Bijbel vertaald mag worden, is vrijwel nooit serieus gesteld. Dat is ook logisch: Jezus en de discipelen gebruikten zélf een Griekse vertaling van het Oude Testament. Ook een gebeurtenis als op de eerste pinksterdag, waar duizenden mensen het Evangelie in hun eigen taal hoorden, onderstreept dat de taal totaal ondergeschikt is aan de boodschap over Christus.
Bij de Koran ligt dat anders. De Koran kán helemaal niet vertaald worden. Dat komt omdat het boek in de islamitische theologie ongeschapen is. Het maakt deel uit van Allah. Het is daarmee niet zozeer met de Bijbel te vergelijken, maar eerder met Christus. Zoals Christus het vleesgeworden Woord van God is, zo is de Koran in de islamitische theologie het boekgeworden woord van Allah.
Dat verklaart waarom de verbranding van de Koran, of het scheuren van een pagina uit het boek, regelmatig zoveel ophef veroorzaakt onder moslims. Wie de Koran verkeerd behandelt, pleegt een gruwelijke zonde tegen Allah. En wie denkt Allahs ongeschapen woorden zomaar te kunnen vertalen, doet dat ook.
Dat de Koran deel uitmaakt van Allah en daarom net zo heilig is als hijzelf, wordt nog eens onderstreept door het islamitische dogma van de onnavolgbaarheid van de Koran. In gesprek met moslims over de Koran loopt het daar al snel op uit: zij gaan ervan uit dat de Koran zó perfect is, ook in stijl en welsprekendheid, dat geen geschrift op aarde die verhevenheid ooit kan benaderen. Iemand die deze schoonheid met geen mogelijkheid in de tekst ziet, is dus bijvoorbaat geen moslim.