Kerk & religie

Concilie van Trente stuitte op verzet in Lage Landen

De theologen van de universiteit van Leuven schaarden zich in de zestiende eeuw achter de veroordeling van het reformatorische gedachtegoed op het Concilie van Trente (1545-1563). De publicatie van de decreten van Trente zorgde echter mede voor de Opstand in de Lage Landen tegen Spanje. Een expositie in Leuven brengt de gespannen verhouding tussen Trente en de Lage Landen in kaart.

Klaas van der Zwaag
19 December 2013 14:21Gewijzigd op 15 November 2020 07:48
De Katholieke Universiteit van Leuven bevindt zich in de historische binnenstad. Beeld RD
De Katholieke Universiteit van Leuven bevindt zich in de historische binnenstad. Beeld RD

De universiteit van Leuven was in 1425 gesticht en kreeg in 1432 de faculteit theologie. In de eerste helft van de zestiende eeuw was Leuven nauw betrokken bij de roep om interne hervorming van de Rooms-Katholieke Kerk. De Leuvense theoloog Jacobus Latomus vroeg in zijn ”Quaestio Quodlibetica” (1516-1519) aandacht voor de pastorale roeping van de clerus om werkelijk een herder van de schapen te zijn en een verkondiger van het Woord van God.

Maar hoe stond hij ten opzichte van de Reformatie? Het was diezelfde Latomus die in 1521 de excommunicatie van Luther verdedigde. Latomus en andere Leuvense theologen vonden dat Luther te radicaal de gevestigde (scholastieke) leerstellingen en de kerkelijke gezagsdragers (vooral die van de paus) verwierp.

De expositie ”Leuven. De Lage Landen en het Concilie van Trente” bestaat vooral uit oude folianten, pamfletten en enkele schilderijen en opent met enkele werken van Luther, onder meer een zeer oud exemplaar van ”Ein Sermon oder Predig von dem ablasz und gnade”, uit 1518.

De Leuvense universiteit veroordeelde Luther op 7 november 1519, met een aanbeveling van de Leuvense theoloog Adrianus van Utrecht, die in 1522 paus Adrianus VI werd. In de expositie wordt Adrianus getypeerd als „een extreem criticus van Luther” maar ook als een sterk voorstander van hervorming van de kerk. „Hij erkende dat de vele misbruiken in de kerk de oorzaak van het schisma waren, maar verwierp stellig elke afwijzing van de ‘rechte’ leer. Hij wordt zelfs beschouwd als de eerste paus van de Contrareformatie.”

De decreten van het Concilie van Trente (in het Latijn verheven Sacrosanctus Concilium Tridentinum genoemd) werden in 1564 voor het eerst gepubliceerd, in 1565 verscheen de Nederlandse vertaling. De expositie toont enkele indrukwekkende folianten die betrekking hebben op de geschiedenis en de besluiten van de kerkvergadering.

Reacties

Na afloop van het concilie kwamen de reacties van de hervormers los, zoals van Bullinger en Melanchthon, maar vooral van Martin Chemnitz (1522-1586). De laatste wijdde verschillende boekdelen aan de weerlegging van de besluiten van Trente. De editie van 1574 is in Leuven tentoongesteld. Chemnitz kreeg op zijn beurt een reactie van de Leuvense theoloog Judocus Ravesteyn.

Tijdens de eerste zittingsperiode van Trente (1545-1547) was het de Leuvense theoloog Johannes Driedo die grote invloed uitoefende. Hij raakte bekend om zijn ideeën over Schrift en traditie en Trente wilde deze beide aspecten honoreren. Driedo was ook de grote inspirator van de herziening van de Vulgaat, de enige door Rome erkende Latijnse versie van de Bijbel. In de expositie zijn verschillende edities daarvan tentoongesteld, ook de Nederlandse van Nicholas van Winghe uit 1565.

Eucharistie

Tijdens de tweede zitting van het concilie (1551-1552) bestond de delegatie uit de Lage landen uit vier Leuvense theologen: Ruard Tapper, vicerector van de universiteit, en de theologen Franciscus Sonnius, Judocus Ravesteyn en Leonardus Hasselius. De Vlaamse theologen kregen zelfs de status van ”keizerlijke” theologen en hadden zodoende een prestigieuze positie op het concilie. De theologen speelden een belangrijke rol in de discussie over de sacramenten van de biecht en het laatste oliesel.

Tapper en Ravesteyn betoogden dat de eucharistie beschouwd kon worden als Christus’ offer aan het kruis. Ravesteyn deed echter ook een bescheiden poging om beperkt de volkstaal in de mis toe te staan, maar het wordt niet duidelijk hoe dit afliep. Pas in de twintigste eeuw werd dat ideaal werkelijkheid.

Tapper was in Trente ook in gesprek met de protestantse delegatie uit Saksen, die de Saksische Belijdenis opgesteld hadden. Tapper erkende dat er veel misstanden onder de curie waren, maar hij weerlegde de verwijten van de protestantse delegatie tijdens het concilie.

Tapper en Sonnius waren betrokken bij een nieuwe indeling van de bisdommen in de Lage landen, die in 1559 geïmplementeerd werd door paus Paulus IV. Deze nieuwe indeling zou later veel onvrede in de Lage Landen veroorzaken, omdat daarmee de invloed van het Spaans-Habsburgse Rijk en de Rooms-Katholieke Kerk op de Lage Landen vergroot zou worden.

Baius

Interessant is ook de delegatie uit Leuven tijdens de derde periode van het concilie (1562-1563). Deze bestond uit Michael Baius, Johannes Hessels en Cornelius Jansenius. Baius stond bekend om zijn radicaal antipelagiaanse, augustiniaanse ideeën en om zijn afkeer van de scholastieke methode. Hij wilde zijn theologie alleen baseren op de grondslag van de Heilige Schrift en de kerkvaders. Maar hij kreeg geen toestemming om zijn theologische standpunten naar voren te brengen tijdens de zittingen in Trente. Hij moest zich conformeren aan het besluit betreffende de rechtvaardiging tijdens de eerste zittingsperiode.

Baius was overigens ook de inquisiteur-generaal in de Lage Landen, een bewijs dat inzet voor de Bijbelse genadeleer en het trouw zoon zijn van Rome samen konden gaan.

Jansenius of Janssen werd later bisschop van Gent en raakte vooral bekend vanwege zijn verdediging van het gedachtegoed van Augustinus, over wie hij een lijvig werk schreef dat later Pascal sterk zou beïnvloeden. Janssen was een actief voorstander van hervorming van de kerk in de lijn van Trente. Hervorming van de Rooms-Katholieke Kerk betekende dus niet onderschrijving van het programma van de (protestantse) Reformatie!

Onrust

De decreten van Trente werden op 28 januari 1564 bevestigd door paus Pius IV. In hetzelfde jaar verscheen de Confessie van Trente en een herziene Index, de lijst van verboden boeken. Het duurde echter lang voordat de decreten in de Lage Landen afgekondigd werden. Het was de bedoeling dat binnen een jaar na de afsluiting van Trente alle bisschoppen en kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders zouden samenkomen in een provinciaal concilie. Zo niet in de Lage Landen. Pas in 1570 kwam de eerste kerkvergadering bijeen in Mechelen.

Volgens prof. Violet Soen, historicus aan de Katholieke Universiteit Leuven en medeorganisator van het internationale congres over Trente dat deze maand in Leuven plaatshad, waren de decreten van Trente een van de belangrijkste katalysators van de Opstand. „De publicatie van de decreten heeft de politiek in de Lage Landen zelfs meer gepolariseerd dan het verzet tegen de inquisitie. De religieuze spanningen in de Lage Landen werden pas groot toen de Spaanse koning Philips II druk uitoefende om de decreten vanaf de lente van 1564 snel te publiceren.”

De decreten van Trente zorgen voor de politieke onrust die leidde tot de Beeldenstorm van 1566. Willem van Oranje, een van de hoge edelen die zich tegen Filips II keerden, wees op de paniek die er onder protestantse prinsen in het rijk kon ontstaan. Prof. Soen: „De decreten zouden een nieuwe angst oproepen voor een mogelijke Spaans-pauselijke alliantie. Oranjes toespraak voor de Raad van State in Brussel op oudejaarsavond 1564 wordt vaak gezien als een pleidooi voor tolerantie, maar was feitelijk een oproep tegen de publicatie van de decreten van Trente in de Lage Landen. Hij argumenteerde dat niet alleen protestanten maar ook rooms-katholieke Duitse prinsen zouden weigeren om deze uit te voeren.”

De geschiedenis daarna getuigt van een toenemende crisis. Filips II eiste in zijn beruchte ”brieven van Segovia” onverbiddelijke publicatie van de decreten van Trente in de Lage Landen. Hij stuurde Fernando Alvarez de Toledo, derde hertog van Alva, in 1567 naar deze gewesten. „Hij was tot het inzicht gekomen dat alle onheil in de Nederlanden veroorzaakt werd door ongehoorzaamheid en door gebrek aan respect voor de Rooms-Katholieke Kerk”, zo stelt de Leuvense hoogleraar Gustaaf Janssens, die over dit onderwerp een lezing hield tijdens het internationale congres in Leuven.

„Alva meende dat de rebellen onder het mom van politieke eisen eigenlijk niets anders dan religievrijheid wilden. Als landvoogd heeft Alva zich opgeworpen als de verdediger van de Rooms-Katholieke Kerk. Hij maakte werk van de publicatie van een index van verboden boeken in 1564. Trente had een dergelijke lijst opgesteld omdat de leerstellingen van ketters snel via het gedrukte boek konden worden verspreid. Door de uitvoering van de decreten van het Concilie van Trente te bevorderen, toonde hij zich een voorbeeldige dienaar van de kroon en een goede katholiek.”

Hoe heeft Trente de kerk hervormd? Dat is de prangende vraag die door de expositie niet wordt beantwoord. Het was inderdaad bar met het bijgeloof gesteld, waarop Trente een antwoord wilde geven in meer onderwijs en toerusting. In een oude foliant is te lezen hoe een ziel „bevrijd wordt uit het vagevuur” door „de heilige mis” als „goed werk.” Een klein menselijk wezen stijgt naar boven, naar God, „dank zij de mis.”

Luther heeft zijn kritiek op Rome toegespitst op de mis als offer. De mis is geen offer of goed werk, schreef hij in een van zijn pamfletten tegen Rome, maar een belofte van zondevergeving, door God aan ons gedaan. Het is „onze geheel enige ellende” dat wij zo veel missen hebben, maar niemand of weinigen deze beloften en de erin voorgestelde rijkdom kennen. „Welk deel van de kerkleden weet dat de mis de belofte van Christus is?”

Niet de mis maar onze gebeden zijn offers aan God, stelde Luther. „Deze twee moeten dus niet met elkaar verward worden: Mis en gebed, sacrament en werk, testament en offer, omdat het eerste van God tot ons komt door de dienst van de priester en om geloof vraagt, het tweede van de zijde van ons geloof door de dienst van de priester gaat tot God en vraagt om verhoring.”

De expositie ”Leuven. De Lage Landen en het Concilie van Trente” is tot 6 februari te bezichtigen gratis in de Maurits Sabbe Bibliotheek van de Katholieke Universiteit in Leuven (De Beriotstraat 26) .

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer