Oudvader in een woonwagen
Het titelblad van het oude boekje, dat ik van een bevriende antiquaar kreeg, was verdwenen. Op zich niet opzienbarend, dat komt helaas meer voor. Naar de reden kun je alleen maar gissen. Was de gravure van de titelpagina aanstootgevend? Er zijn prekenbundels van oudvaders waarin het titelblad nog aanwezig is, waarbij je je verbaast je over het feit dat er van enige preutsheid geen sprake was. Er staan op het titelblad vrouwenfiguren afgebeeld die niet veel om het lijf hebben. Vandaag de dag zou Kliksafe zulke afbeeldingen –terecht– censureren. Zelfs in een boek van de bevindelijke oudvader Johannes Verschuir (1680-1737, eerst schoolmeester-voorzanger en van 1714 tot 1737 predikant te Zeerijp) stond een aanstootgevende afbeelding op de titelbladzijde. Toen dit boek, ”Waarheid in het binnenste of Bevindelijke Godgeleerdheid”, in 1862 werd herdrukt, was die afbeelding terecht verdwenen.
De catechismusverklaring van ds. Johannes van der Kemp (1664-1718, predikant te Dirksland), was goed voor negentien drukken tussen 1717 en 1779. De titel van het boek is op de frontispiece weggedrukt in de linkerbenedenhoek. Op bijna postzegelformaat. De halfontklede negerin op de voorgrond neemt een veel royalere plaats in. Het bekende boek ”De trappen des geestelijken levens” van ds. Th. G. à Brakel (1608-1669) ontkwam evenmin aan een dergelijke afbeelding. We kunnen ons niet voorstellen dat een stichtelijk boek vandaag de dag zo’n prent zou bevatten? Gingen vroeger wijntje en Trijntje hand in hand met waarheidminnend leespubliek?
Terug naar het oude boekje dat mij was geschonken. Ondanks het ontbreken van het titelblad werd duidelijk dat Cornelis van Vollenhoven de auteur was. Over hem gaat het nu niet, maar over wat op het blanco schutblad staat: J. Verschoor, Woonwagen, B 88, Giessendam, 14.01.1954. Een oudvader in een woonwagen… Ongetwijfeld door de woningnood gedreven. Geen ‘pipowagen’, maar een soort stacaravan in de achtertuin van vader en moeder?
Schutbladen geven soms extra informatie. In oude Statenbijbels is het geen zeldzaamheid als complete geslachtsregisters vermeld zijn, levensbijzonderheden, uur van geboorte en van sterven. Onlangs zag ik een grote Statenbijbel uit het adellijke geslacht Schimmelpenninck van der Oye. Generatie na generatie werd vermeld op extra aangebrachte schutbladen. Ook nu nog kunnen (trouw)bijbels worden aangeschaft met een familieregister. Als residu van dit oude gebruik.
Er waren boekenbezitters die hele verhalen op de schutbladen kwijt konden. Zowel voor- als achterin. J. van der Klooster, geboren in 1867 te Sint Annaland, voorzag een boekje van ds. Hero Sibersma (1644-1728) van acht volgeschreven schutbladen. Vol vermanende woorden. „Een vrouw behoort gedekt te zijn. Het lange haar is een jeugddekking tot 17 jaren. God zal de afwijkers bezoeken in het verlaten van deze dure Christenplicht.” Tegen de invoering van de zomertijd op 23 juli 1908: „Houdt het uur op den rechten tijd, want de Zon is heerschappij toegekend.” En tegen de zondagsontheiliging: „Zelfs Gods volk en hun kinderen loopen met tasschen op den eersten dag der week.” Tja, waar moet je anders je Bijbeltje, zakdoek, portemonnee en mentos (voor de kinderen?) laten?