„Kerken in de Bijlmer zijn parels in Amsterdam-Zuidoost
„Pareltjes”, noemt Danny Williams, politiecommissaris in Amsterdam, de Afrikaanse kerken in Amsterdam-Zuidoost. „De politie heeft er veel aan te danken.”

Samen met het stadsdeelbestuur zoekt de politie toenadering tot de kerken. Er is echter een groot obstakel: de Bijlmergemeenschap is erg versplinterd, want er zijn niet minder dan 150 kerken. De Pentecostal Council of Churches (PCC) moet hierin verandering brengen. „We willen niet alleen actief zijn in de Bijlmer. God kan heel Nederland bekeren.”
In oude bedrijfspanden, in ruimtes onder flatgebouwen en langs wegen; op de meest opmerkelijke plekken staan in de Bijlmer kerken. Ze zijn verspreid over de hele wijk. Bij de meeste kerken staat de deur altijd open. Een voorbeeld van een actieve kerk is de Maranatha Community Transformation Centre van pastor Moses Alagbe. Het gebouw ligt langs een drukke weg tussen Holendrecht en Bijlmer ArenA. Elke dag komen er mensen in deze ‘parkeergaragekerk’ om te bidden.
Er loopt een jongeman rond die verslaafd is aan drugs. Begeleiders leggen hun handen op zijn hoofd en bidden voor hem. „Zonder kerken was er een explosie van criminaliteit in de Bijlmer”, aldus Alagbe.
Versplintering
De pastors in Amsterdam-Zuidoost bieden verregaande hulp. Alagbe vertelt over een jong echtpaar. „Het liep zo uit de hand tussen hen dat de politie eraan te pas moest komen. De man had geweld gebruikt en een slepende zaak op het politiebureau dreigde. In tranen vluchtte hij naar pastor Emmanuel Koney –de leider van de PCC en daarmee van de gehele Afrikaanse gemeenschap– en vertelde zijn hele verhaal. Koney beval de jongeman dat hij zijn zonde moest belijden aan God en aan z’n vrouw. Uiteindelijk zei de politie: „Laat de pastor het verder oplossen.” Het stel vertelde al zijn problemen aan Koney en ging daarna in gebed. Bidden zorgt voor herstel.”
Niet alleen bij ruzies, maar ook bij drugsproblemen, schulden, kleine criminaliteit of bemiddeling bij het stadsdeel wordt de kerk ingeschakeld. De hulp van alle migrantenkerken in Nederland levert de Nederlandse staat jaarlijks 3 miljard euro op.
Ondanks alle activiteiten is het kerkelijke landschap in de Bijlmer versplinterd. Er zijn in de wijk 150 gemeenten, waarvan meer dan 50 Afrikaanse pinkstergemeenten. Juist dat was jarenlang het grote nadeel. Als het stadsdeel contact zocht met kerken ontbrak er een centraal aanspreekpunt. De versplintering zit in de Ghanese cultuur, aldus Prince Aduful, een van de vele Ghanese christenen in de Bijlmer. „Als wij een meningsverschil hebben, maken we geen ruzie, maar we gaan geruisloos uit elkaar. Ghanezen gaan de confrontatie niet snel aan.”
Ook een verschil in culturele achtergronden ligt aan de basis van dit probleem. „In Ghana heb je 29 streken met elk een eigen koning en een eigen taal. Die cultuur leeft nog onder oude generaties en dat geeft verdeeldheid.”
Huisvestingsproblemen
De versplintering geeft ook problemen als het gaat om het vinden van kerkelijk onderdak. Voor 150 kerken kan het stadsdeel niet zorgen. Veel gemeenschappen komen op straat te staan. Om dit op te lossen, zijn de kerken aan zet. Alagbe gelooft dat de PCC hierin een belangrijke taak heeft.
„De PCC moet ervoor zorgen dat kerken steeds meer samengaan. In de toekomst kun je dan vijf tot tien kerken bouwen, waar een groot deel van de Bijlmer kan samenkomen.” Het is een heikel punt op de agenda van de PCC. Het aantal kerkgangers in de Bijlmer ligt namelijk ver boven de 10.000.
De PCC is hard aan de weg aan het timmeren. Zo is er sinds kort een kerkverzamelgebouw –De Kandelaar– waar maandelijks de pastors van ongeveer vijftig kerken bijeenkomen. Het is een groot, nieuw gebouw met verschillende kerkzalen. Vijftien denominaties maken hier gebruik van. De bouw van De Kandelaar was een van de eerste stappen om de huisvestingsproblematiek op te lossen. „We geloven dat God ons een tweede Kandelaar wil geven”, aldus PCC-leider Koney.
De PCC bezint zich op de vraag „hoe Gods werk in de Bijlmer kan worden uitgebreid.” De betrokken pastors verschillen sterk qua persoon en achtergronden, maar de visie van de PCC wordt breed gedragen. Het geloof dat God de Bijlmer en de rest van Nederland volledig kan bekeren, bindt hen.
„We geloven dat de Heere dezelfde wonderen kan doen als Hij in Afrika doet”, aldus Koney. De komende tijd wil de PCC meer contact leggen met migrantenkerken in andere steden. Maar ook met autochtone kerken. „We kunnen elkaar helpen.”
Koning Willem-Alexander
Een gebed ligt aan de basis van elke vergadering. In een grote kring staan de aanwezigen hand in hand. „Laten we bidden voor ons land en voor onze nieuwe koning Willem-Alexander”, zegt Koney. Alle pastors bidden door elkaar heen met drukke handgebaren en stemverheffingen. Een van de pastors sluit af. „Het gebed heeft kracht”, zegt er één. „Als God de vergadering leidt, komen er alleen maar goede besluiten uit.”
De PCC is inmiddels een belangrijk aanspreekpunt voor de politie, de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en voor politici. De partijen werken nauw samen. Een concreet voorbeeld hiervan vormen de avonden met een dialoog tussen de Afrikaanse gemeenschap en de politie onder de titel ”Yes we can... work together”.
De samenwerking is het indirecte gevolg van wantrouwen binnen de Afrikaanse gemeenschap en breed gedragen aversie in Zuidoost tegen de politie. De politie in Amsterdam-Zuidoost zocht contact met de voorzitter van de PCC. „Koney is een sleutelfiguur in de Afrikaanse gemeenschap”, aldus politiecommissaris Danny Williams. De samenwerking mag van hem na vijf jaar een succes genoemd worden. „Deze avonden zijn uniek.”
Jeugd
Bijzonder veel aandacht binnen de PCC krijgt de jeugd, die –anders dan in veel Nederlandse kerken– de grootste groep vormt binnen de Bijlmerkerken. Maar ook de tientallen jeugdgroepen zijn versplinterd. Een speciale jongeren-PCC gaat dit veranderen. Deze maand is de eerste vergadering van de jongeren gehouden. Hun eerste wapenfeit is dat ze in september een conferentie beleggen in de Bijlmer, samen met de ‘grote’ PCC.
Alle kerken staken hun eigen activiteiten, om die van de PCC niet in de wielen te rijden. Het tekent de bereidheid tot eenheid die er groeit in het versplinterde Zuidoost.„Hoe meer we samenwerken, des te beter kunnen we het werk in Amsterdam-Zuidoost organiseren”, aldus pastor Alagbe. Ook Koney gelooft in de praktische hulp die de PCC biedt. „De Bijlmer wordt een paradijs”, glimlacht hij.
„Elke verslaafde kent me”
Op de markt bij het Anton de Komplein, achter de Amsterdamse Poort, is het een gezellige bedoening. Fleurig geklede Afrikaanse vrouwen kopen er hun kleren en bij de Rijdende Rotibus, waar Surinaams eten verkrijgbaar is, is het druk. Een contrast met het verlaten gebied achter de markt. Langs een rustig fietspad liggen enkele mannen laveloos op de grond. Veel drugsverslaafden uit Zuidoost komen hier samen.
Pastor Gabriël Kasakula van de Afrikaanse kerk Poima –aangesloten bij de Pentecostal Council of Churches (PCC)– gaat hier bijna dagelijks heen. Hij heeft een boodschappentas vol eten in zijn ene hand en een stapeltje flyers in de andere. Een oudere man met een sigaret in de mond loopt voorbij. „God bless you”, roept Kasakula, en hij haalt een appel uit z’n tas. Een flyer erbij. „Bekeer je, en kom naar de kerk. Er zijn veel kerken in de Bijlmer, ze kunnen je helpen”, zegt Kasakula. „Jezus bevrijdt je van de drugs.”
Kasakula heeft zelf enkele jaren drugs gedeald en gebruikt. Uiteindelijk werd hij gearresteerd. In de Amsterdamse gevangenis verscheen God aan hem, vertelt hij. Kasakula gelooft stellig dat Jezus de banden van drugsverslaving kan verbreken. „Honderden gelovigen in de Bijlmer hebben een drugsverleden, en zijn verlost via kerken in de buurt.” Kasakula kan uit zijn eigen kerk twintig ex-verslaafden opnoemen. „Door mijn verleden gebruikt God juist mij om naar drugsverslaafden te gaan. Elke verslaafde kent mij.”
Hij loopt naar een Nederlandse man in een gele trui met ”klus” erop. In eerste instantie lijkt hij op een pauzerende bouwvakker, maar de pastor weet wel beter. Hij geeft hem wat eten. Een gesprek wijst uit dat de man –Pieter– in een moeilijke periode zit waardoor hij minder goed voor zijn kinderen kan zorgen. Pieter gelooft dat het hem verder kan helpen als Kasakula voor hem bidt. „Ik heb het zwaar.” Kasakula pakt zijn hand en begint te bidden. Hij bidt in het Engels, in het Frans en in het Nederlands om bevrijding van de man. Vervolgens geeft hij Pieter een foldertje en omhelst hij hem. „Ik kom een keer langs”, roept Pieter.