Ruth David staat oog in oog met koningspaar in Zwolle
Ruth David (57) uit Dalfsen staat in de schaduw van de onderdoorgang van het provinciehuis in Zwolle. Ze wachtte donderdagmiddag op koning Willem-Alexander en koningin Máxima, die Overijssel en Flevoland met een bezoek vereerden. Een dag eerder was ze op dezelfde plek. Voor nop. „Ik had mij vergist.”
Ruth heeft meteen vrienden gemaakt. Niet zo gek. Haar verhaal is opmerkelijk; een dag te vroeg bij het Zwolse provinciehuis staan te wachten, omdat je in de war bent. „Ik zei nog tegen het personeel van de provincie. Wat is het toch rustig. Sta je mooi voor aap.” Er werd hartelijk om gelachen. „Geeft niks, nu ben ik er weer”, zegt Ruth. „Ik heb er vrij voor genomen. Hier moet je toch bij zijn. Wanneer mijn middag geslaagd is? Als ik aan familie mijn foto’s kan laten zien. Ik hou van Willem-Alexander en Máxima.”
Het is iets over halfdrie en de koning en koningin kunnen elk moment arriveren. Ze komen uit het 650-jarige ’s-Heerenbroek in de gemeente Kampen, een kilometer of 25 verderop. Daar hebben ze directeur Ben Wevers van Kaasspecialiteiten uit Rouveen trots gemaakt. De hofleverancier en tevens kleinste coöperatie van Nederland had voor de troonswisseling een speciale kroningskaas gemaakt. Die nam het koninklijk paar in ontvangst.
In Zwolle staan duizenden mensen te wachten bij het provinciehuis. Het is druk, maar niet overdreven vol. De zussen Trijn Santing (53) en Gerda Ramaker (47) uit Gramsbergen en Hilma Bunskoeken (49) uit Bergentheim hebben hun plekje ingenomen voor het provinciehuis. Zonnebril op, water bij de hand. Santing heeft in het verleden koningin Beatrix weleens gezien in haar woonplaats, het Overijsselse Gramsbergen. Wanneer was dat ook alweer? De zussen breken zich het hoofd over de kwestie, maar ze komen er niet uit. „Nu een nieuw koningspaar. Fantastisch. Dat is toch iets bijzonders in ons kleine land. Het hoort erbij. Daar moet je niet aankomen. Genieten.”
Vlak voordat het koninklijk paar door commissaris van de Koning Bijleveld en burgemeester Meijer van Zwolle welkom wordt geheten, komt de plaatselijke EHBO langs. „Kijkt u wel uit dat u de mensen niet te veel tegen de hekken aandrukt”, zegt een vrouw tegen de groep wachtenden. „En goed blijven drinken. Mensen moeten voorzichtig zijn met deze hitte.”
„Ik probeer een hand te krijgen”, zegt Zwolse Dorien Wassink (63). „Wanneer maak je dit nu mee? Het koningspaar zorgt voor binding. Kijk om je heen. Allemaal blije mensen, die het gezellig met elkaar hebben. Dat is belangrijk. Zeker nu.”
Het is bijna kwart voor drie als er gejuich opgaat. Daar zijn ze. Het ”Oranje boven” wordt aangeheven. Koningin Máxima draagt een roze mouwloze jurk. „Wat is ze mooi”, klink het. In park de Weezenlanden achter het provinciehuis houden de Zwolse burgemeester en de commissaris korte toespraken. Handen schudden, even een praatje en dan snel weer terug naar de auto. Kort maar krachtig. Het bezoek duurt een halfuur.
De mooiste plek op de weg naar de koninklijke auto is ingenomen door de 300 leerlingen van de Koning Willem-Alexanderschool uit Staphorst. Die ochtend veranderde de school zijn naam na 42 jaar in Koning Willem-Alexanderschool. Daarvoor was het ”Prins”. Om die reden kreeg de school met de Bijbel een uitnodiging om bij het bezoek te zijn. Zeven touringcars moesten eraan te pas komen om iedereen naar Zwolle te vervoeren.
Vijf leerlingen en directeur Jan Kuiers geven het koninklijk paar een groot schilderij met 300 kleurrijke duimafdrukken van alle leerlingen. Voor de prinsjes is er een oranje rugtasje met het nieuwe logo van de school. Dan klinkt uit 300 kelen het lied dat speciaal werd gemaakt voor de naamswisseling. „Koning Willem-Alexanderschool, is dat niet mooi gedaan? Een nieuwe naam voor onze school, zo heet-ie dan voortaan!”
Het lied klinkt nog steeds als de koning en de koningin al vertrokken zijn richting Goor. Daar sluit het vorstelijk paar het bezoek aan de provincie Overijssel af. Het publiek gaat naar huis. Na een warme, maar geslaagde middag in Zwolle.