Waarom doen sneeuwklokjes het in sommige tuinen zo goed, en kwijnen zorgvuldig geplante bolletjes op een andere plek weg?
Wim Postema van Hoeve Vertrouwen in Wieringerwerf houdt zich nu ruim twaalf jaar intensief bezig met sneeuwklokjes. Mensen kunnen daar allerlei soorten bestellen. Bollen kweken doet hij al twintig jaar.
Over de vraag waar sneeuwklokjes het ’t beste doen is discussie, zegt hij. Zo heel simpel laat het tere voorjaarsbloemetje zich niet in een hokje plaatsen.
„Een van de meningen is dat sneeuwklokjes in het voorjaar zon moeten hebben, en in de zomer schaduw”, zegt Postema. „Dat is ook zo, op zo’n plek doen ze het inderdaad goed. Maar op het gras, in de volle zon, kunnen ze óók prachtig bloeien. Alleen moet het gras dan niet vroeg worden gemaaid.”
Op dit moment, terwijl de bloemetjes zowat uitgebloeid zijn, begint het blad namelijk pas echt te groeien. En ook het bolletje. „Het blad en de bol moeten na de bloeitijd nog minstens twee maanden kunnen groeien. Als je eind maart al gaat maaien, wordt het niks met sneeuwklokjes op het gazon.”
Verder doen sneeuwklokjes het goed in grond die al langere tijd niet verstoord is, weet Postema. De grond moet niet te ‘nieuw’ zijn. „Stel, je wilt een heel veld sneeuwklokjes en hebt een stuk grond geploegd en ervoor klaargemaakt. De bolletjes gaan daar geheid dood. Ze hebben behoefte aan grond die met rust gelaten wordt.”
De wortels hebben bepaalde schimmeldraden nodig, die het bolletje helpen om water en voeding uit de grond te halen. Dat zou de reden kunnen zijn dat er grond nodig is waarin niet te veel is „geroerd”, denkt Postema.
Ook is gebleken dat bolletjes die in de herfst zijn gedroogd en later worden geplant het slecht doen. „Als je nu een sneeuwklokje koopt en dat als plantje in de grond zet, gaat het beter. In het groen verplanten, noemen we dat. Mijn idee is dat op deze manier de schimmel meegaat.”
Pas kocht hij uit nieuwsgierigheid een zakje bollen in de supermarkt. „Ze waren versteend en verdroogd. Sneeuwklokjesbollen kunnen er sowieso slecht tegen boven de grond te zijn.” Al is daar wel verschil in per soort, nuanceert hij. Het gewone sneeuwklokje, Galanthus nivalis, houdt er in ieder geval niet van.
De grondsoort zelf vinden sneeuwklokjes minder doorslaggevend: zowel op zand- als kleigrond gaan ze bloeien. Wel moet de grond schoon zijn, niet vervuild. Op een plek in Postema’s tuin waar jarenlang een stapel bewerkt hout –restant van een kasje– heeft gelegen, weigeren sneeuwklokjes al jaren te bloeien.
Boek voor (en over) galanthofielen
In ”Galanthomania” (uitg. Terra, 2011) staan „portretjes” van 500 soorten sneeuwklokjes. Met mooie foto’s, aanstekelijke teksten en zeer veel informatie. „Welkom in de sneeuwklokjeswereld waarin vreemde verschijnselen hand in hand gaan met torenhoge prijzen, jaloezie met roddel en achterklap, waarin diefstal voorkomt en mensen misprijzend spreken over flappenverzamelingen (chequebookgardening).” Geschreven door tuinexpert Hanneke van Dijk, die ook sneeuwklokjesreizen naar Engeland organiseert.