ALKMAAR – Terwijl grote meubelzaken overal in het land steeds vaker op zondag opengaan, houdt Van Til Interieur in Alkmaar de deuren gesloten. „De collega’s vinden het niet leuk, maar gelukkig hebben we die vrijheid nog.” Portret van een woonwinkel die principes niet onder stoelen of banken steekt.
Wie had verwacht dat Mark van Til zetelt in een lederen fauteuil en vanuit een ruime directiekamer geniet van een prachtig uitzicht over het Noordhollands Kanaal, komt bedrogen uit. Zijn werkruimte is een klein hokje, afgeschut van de winkelvloer, zonder enige luxe. Het geheel ademt pure Hollandse nuchterheid.
Wat nog het meest opvalt, is de achtergrond op het bureaublad van zijn pc: een sportvliegtuigje. Van Til (50) is een gepassioneerd piloot. Vanaf Texel vliegt hij naar meubelbeurzen in heel Europa. Daar doet hij inkopen voor de vijf zaken die tot de onderneming behoren. Trouwens, ook in Zuidoost-Azië, China, Korea, de Verenigde Staten en zelfs in Afrika zitten toeleveranciers.
„Ik zie elke keer nieuwe spullen. Als ik denk dat we die kunnen gebruiken, moet ik meteen kunnen beslissen”, zegt hij. Van Til koopt uitsluitend merkartikelen in, in grote partijen. „Altijd kwaliteit, geen rommel.”
Een uitgekiend inkoopbeleid is een van de pijlers onder het succes van het familiebedrijf. Samen met zijn broer Frank (46) geeft Mark leiding aan negentig personeelsleden. Frank gaat over de administratie en de logistiek, Mark doet de inkoop, presentatie en publiciteit.
Elk van de vijf winkels –op loopafstand van elkaar gelegen– bedient een eigen doelgroep. Samen zijn ze goed voor een omzet van tientallen miljoenen euro’s. Paradepaard Van Til Interieur –dat zich met topmerken richt op mensen met hogere inkomens– hoort bij de toonaangevende woonwinkels van Nederland.
Ondanks hun positie in de branche zijn de broers Van Til zichzelf gebleven. Hun achtergrond verloochenen ze niet: christen ben je ook in het zakenleven. Vandaar ook dat ze zich inzetten voor arme medemensen.
”Zitmeubel inruilweken”, adverteert Van Til sinds enige tijd in de grote landelijke dagbladen. Daaronder prijkt het logo van Dorcas. De naam van de christelijke hulporganisatie zal de doorsneelezer van de NRC, Volkskrant of Telegraaf waarschijnlijk weinig zeggen. De advertentie verduidelijkt: „Uw oude zitmeubelen worden verkocht in de Dorcaswinkel. De opbrengst daarvan wordt geheel besteed aan de aanleg van waterputten in Tanzania.”
Het is een idee van Mark van Til –ontstaan toen hij tijdens een Bijbelstudie in gesprek kwam met een medewerker van de Dorcaswinkel in Broek op Langedijk. De actie slaat aan, en hoe. Het aanbod is zo groot dat de opbrengst inmiddels al naar een tweede project gaat. „Mensen hebben er een goed gevoel bij”, verklaart Van Til. „Ook de fabrikanten van de merkmeubelen reageren er positief op. Die vinden het goed voor hun imago, veel beter dan adverteren met ”van-vooracties”.”
De meubelbranche heeft, als zo veel sectoren, behoorlijk last van de crisis. De onderlinge concurrentie is groot. Van Til wil echter niet klagen. „We hebben altijd goed opgelet. De gebouwen zijn ons eigendom, we hebben een goede financiële positie. Verder gaan we voor kwaliteit en goede service, zodat de mensen bij je terugkomen, ondanks de crisis.”
De klanten komen voor 80 procent van buiten de regio: veelal uit de Randstad en het noorden van het land. Ook Duitsers weten de weg naar Alkmaar te vinden. Ze krijgen steeds de nieuwste collectie te zien. „De meubelwereld is modegevoelig. Als iets niet meer actueel is, gaat het in de opruiming.”
Wie met Van Til een rondje door de zaak loopt, merkt dat de bevlogen ondernemer overal contacten legt. Onder veel bankstellen liggen handgeknoopte kleden uit Nepal. „Die importeren we zelf. Van elk kleed gaat 5 procent naar een ziekenhuis van de Leprazending.”
Zithoeken zijn gedecoreerd met kunst uit diverse landen. Opvallend zijn de handgemaakte beelden uit Burkina Faso. In dit arme Afrikaanse land doet Van Til aan ontwikkelingswerk. Hij heeft er enkele jaren geleden een stuk grond gekocht en een school laten bouwen, waar ruim 120 jongeren worden opgeleid. „Er werken 25 mensen. Onze zaak betaalt de salarissen.”
Dat warme hart voor de medemens heeft alles te maken met zijn geloof, vertelt de christelijke gereformeerde Van Til. „We zijn niet op de wereld om alleen voor onszelf geld te verdienen. Ons aardse bestaan is maar tijdelijk. De Bijbel leert ons om aan de armen te denken.”
Op zondag zijn alle winkels van het familiebedrijf gesloten. „Collega’s zeggen dat het zakelijk niet verantwoord is, maar ik denk dat er zegen op rust. Onze medewerkers waarderen het ook. Gelukkig hebben we die vrijheid nog. Gek genoeg krijgen we van klanten eigenlijk nooit klachten.”