Watersnood leidt tot hulpverleningszondag
VEENENDAAL – Hulp bieden aan kerken en gemeenteleden die zwaar waren getroffen door de watersnood. Dat was het doel van een speciale collecte die op 8 februari 1953 in de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) werd gehouden. Het bleek het begin van een traditie: de eerste zondag na 1 februari is ”hulpverleningszondag”.
Een voedselproject in Mozambique en de opvang van kinderen in een tehuis in Zuid-Afrika. Onder meer die doelen staan zondag in tal van christelijke gereformeerde kerken op het collecterooster. Een preekschets, werkjes voor de zondagsschool en een presentje voor kinderen vragen eveneens aandacht voor diaconale zorg.
De speciale collectedoelen en bijbehorende materialen geven invulling aan de hulpverleningszondag, „één dag in het jaar die in onze kerken sinds de watersnoodramp van februari 1953 in het teken staat van hulp aan de naaste in nood”, aldus de deputaten diaconaat.
Prof. Van der Schuit, hoogleraar aan de toenmalige Theologische Hogeschool, nam destijds het initiatief om de eerste zondag na de watersnood in het hele land voor de kerken in het getroffen gebied te laten collecteren, zegt ds. G. Drayer, secretaris van het diaconaal bureau van de CGK. De opbrengst bedroeg ruim 70.000 gulden, „voor die tijd een flink bedrag.”
Daar kwam nog eens 30.000 gulden bij door nagekomen giften en steun van buitenlandse kerken. De gelden kwamen onder meer ten goede aan de cgk te Zierikzee, die „door de ramp ernstig was getroffen”, zegt ds. Drayer. De gemeente moest door de aangerichte schade een nieuwe kerk laten bouwen.
Een paar jaar later, in 1956, werd er opnieuw een ”rampencollecte” georganiseerd. Ds. Drayer: „Deze was bestemd voor de zusterkerken in Hongarije, die waren getroffen door de Hongaarse Opstand. Het geld werd onder meer besteed aan de opvang van Hongaarse vluchtelingen in Duitsland.”
In 1959 besloot de synode jaarlijks een collecte te agenderen voor hulpverlening in binnen- of buitenland. Als vast moment werd de eerste zondag na 1 februari gekozen, de dag waarop de diakenen in 1953 voor hulp na de watersnood collecteerden. Na verloop van tijd later raakte de aanduiding hulpverleningszondag in gebruik.
De themazondag heeft volgens ds. Drayer breed ingang gevonden in het kerkverband, waarbij de collecten tegenwoordig jaarlijks ruim 140.000 euro opbrengen. Deputaten brengen diverse projecten onder de aandacht waarvoor die zondag geld kan worden ingezameld. Dit jaar gaat het om microkredieten in Egypte, een kindertehuis in Zuid-Afrika en een project voor structurele voedselvoorziening in Mozambique. In eigen land werd ”Samen thuis” geselecteerd, een project in de multiculturele Hofwijk in Zaandam. De cgk Menorah-Zaanstad is daar actief met onder meer buurtmaaltijden, sportactiviteiten en diverse cursussen.
Onder het motto ”Gelijk oversteken” zetten deputaten de projecten voor dit jaar in een folder op een rij. Ze vragen daarmee aandacht voor wederkerigheid in de hulpverlening. „Het gaat er niet alleen om dat wij financiële steun geven, maar ook dat we iets kunnen leren van de mensen aan wie we geven. Bij de terugkoppeling over de besteding van het geld zullen we aan dat laatste nadrukkelijk aandacht geven.”
Ds. Drayer schreef een preekschets over Markus 10:46 tot 52. „De Heere Jezus vraag aan Bartimeüs: Wat wilt u dat Ik u doen zal? Dat is niet het intrappen van een open deur. De Heere Jezus neemt de ander serieus en geeft hem de gelegenheid zijn eigen vraag te stellen. Dat is een belangrijke les voor ons. We moeten niet gemakshalve invullen wat wíj denken dat de ander nodig heeft, maar datgene geven waar hij zélf om vraagt, en liefst meer dan dat.”