Hervormde emeritus predikant dr. C. A. van der Sluijs veertig jaar in het ambt
VEENENDAAL – Dr. C. A. van der Sluijs neemt zelden een blad voor de mond. Hij houdt wel van een beetje reuring, zegt hij zelf. „Stilstaand water is verderfelijk. Ik wil mensen aan het dénken zetten. De gereformeerde theologie is veel te vriendelijk geworden.”
De hervormde emeritus predikant staat vandaag veertig jaar in het ambt. De roeping was er al vanaf de kinderjaren, vertelt dr. Van der Sluijs (70) in zijn appartement in Veenendaal. „Ik groeide op in Oude-Tonge, in een godvrezend gezin dat tot de Gereformeerde Gemeenten behoorde. Mijn ouders hadden vijf jaar op hun eerste kind gewacht. Nog voordat het geboren werd, wisten ze dat het een jongetje was dat de Heere zou dienen in Zijn wijngaard. Ze hebben me dat pas later verteld, toen ik daadwerkelijk op de preekstoel stond.”
Door het lezen van puriteinse werken en geschriften uit de tijd van de Reformatie raakte hij langzaam losgeweekt van zijn kerkverband. Zijn vader zei hem dat God hem duidelijk had gemaakt dat zijn zoon hervormd moest worden. Samen met A. de Reuver en M. Verduin ging hij theologie studeren in Utrecht. „De Heere leidde zo mijn weg naar de Nederlandse Hervormde Kerk. Maar ik ben dankbaar voor het nestje waarin ik ben opgegroeid, hoor. De diepe godsvrucht, het bevindelijke leven – die mis ik tegenwoordig in hoge mate, in alle kerken.”
Kandidaat Van der Sluijs deed op 20 december 1972 intrede in de hervormde gemeente van Poederoijen-Loevestein. Daarna diende hij de gemeenten in Veenendaal (1977) en Rotterdam-Zuid (1989). Dr. Van der Sluijs ging in 2004 met emeritaat.
Wat voelt u zich het meest: dorpspredikant of stadspredikant?
„Rotterdam, dat was toch wel de mooiste tijd. Die botsing der culturen, hè? Dan moet de gereformeerde theologie zich écht bewijzen. Dan draait het om de vragen die er werkelijk toe doen: wat is genade, wat is geloof? Dat gaat zo veel dieper dan de uitwendige godsdienst die je vandaag vaak tegenkomt.”
Daar maakt u zich zorgen over.
„Zeker, de gereformeerde theologie is zó spanningsloos. Ze is in hoge mate clichématig geworden. Zo zoekt de Gereformeerde Bond het momenteel weer in de verbondstheologie. Maar voordat je het weet, val je daarmee terug in het kuyperanisme en de leer van de veronderstelde wedergeboorte. Het wonder van de genade moet een wonder in het hart worden. Waar is het tere bevindelijke leven nog te vinden?”
Dr. Van der Sluijs mist ook de dialoog, de debatten van vroeger. Zoals die tussen ds. G. Boer en prof. C. Graafland en tussen dr. J. G. Woelderink en ds. J. van Sliedregt. „Het is tegenwoordig allemaal een herhaling van zetten. Ik vind dat doodvermoeiend. Iedereen is aardig tegen elkaar. De theologie is te vriendelijk geworden. Ze lééft niet meer.”
U staat bekend om uw uitgesproken mening. Bent u soms niet wat te fel?
„Een beetje eigenwijsheid en eigengereidheid kan me niet ontzegd worden. Ik houd wel van een beetje reuring. Dan zet je de mensen aan het denken. Stilstaand water is verderfelijk.
Ik vind het niet erg als mensen zeggen dat ik fel ben. Dat vonden ze van Luther en Calvijn ook, en van Kohlbrugge en Spurgeon. Want het gaat uiteindelijk om de ”essentialia” van de Reformatie: alleen door het geloof, alleen door genade, alleen door de Schrift. Die zaken komen in de prediking onvoldoende aan de orde. Ze sijpelen vaak zomaar tussen de vingers door weg.”
U lijdt aan de kerk?
„Niet zo’n klein beetje.”
Hij houdt kort stil. Dan: „Eigenlijk heel erg. Het gaat hollend achteruit met de kerk. Soms ben ik bang dat het allemaal voorbijgaat met de kerken in Nederland. Woorden van genade en verzoening worden wel gesproken, maar we missen de doorleving daarvan. De gereformeerde theologie heeft alles in zich, maar als we bepaalde dingen gaan verabsoluteren, dan sterft de kerk. Maar gelukkig draag ik de kerk niet, de Heere draagt haar. Hij zal erin voorzien.”
Sommigen zullen u te pessimistisch vinden.
„Dat is dan maar zo. Tegen de profeten in het Oude Testament zeiden de mensen ook: Niet zeuren. En anderen hadden het over vrede, vrede en geen gevaar.”
Uw boek ”Dordt vandaag. Over godsverlichting te midden van godsverduistering” verscheen in 1996. Is het sinds die tijd donkerder of lichter geworden?
„Wie ben ik om dat te bepalen? Hoewel, ik ben bang dat het toch weer wat donkerder is geworden in Nederland. De gearriveerdheid, de gedachte dat we er als christenen zijn, is alleen maar sterker geworden. Net als de secularisatie trouwens. De kerk is daar mede schuldig aan, omdat ze zelf ook is geseculariseerd en de innerlijke genade amper meer kent.”
U deed in 1972 intrede met de tekst uit Jesaja 41:17. Uw boodschap was dat er adventsverwachting is voor ellendigen en nooddruftigen in de kerk der Hervorming. Bent u veel veranderd in uw preken?
„Wat wil je, na veertig jaar. Misschien dat ik in het begin wat te piëtistisch preekte. Daarin is in de loop der tijd verbreding gekomen vanuit de Reformatie en Kohlbrugge. Ik heb me nooit schuldig gemaakt aan clichés, maar ik ben wel meer eigentijdse taal gaan spreken. Dan bereik je het breedste publiek.
Ik mag nog twee keer per week voorgaan. En dan moet je de wezenlijke dingen aan de orde stellen, en dan zo dat de boodschap van zonde en genade in het hart resoneert. Er is zo veel rijkdom in God, Hij is zó goed. Dat ervaar ik bij het klimmen der jaren.”
U promoveerde in 1987 op een proefschrift over Charles Haddon Spurgeon. Wat heeft u van hem geleerd?
„Als ik preken zeg, dan zou dat wat aanmatigend klinken. Ik ben zo gebrekkig in het uitdragen van het Woord van God. Als ik naar Spurgeon kijk, dan denk ik: ik ben nog maar een beginneling. Maar ook iemand die, net als hij, dicht bij God en dicht bij de mensen wilde staan.”
Digibron
In Digibron, kenniscentrum van de gereformeerde gezindte, vindt u meer artikelen van en over dr. Van der Sluijs. Hieronder een selectie artikelen.
Susannah Spurgeon: een licht voor anderen (Reformatorisch Dagblad, 29 november 2011)
Dr. C.A. van der Sluijs: Nadruk op sacramenten geen oplossing (Reformatorisch Dagblad, 17 mei 2011)
Dr. C.A. van der Sluijs: Gereformeerd past niet bij charismatisch (Reformatorisch Dagblad, 5 september 2009)
Dr. C.A. van der Sluijs: Een verschil van leven en dood Arminianisme manipuleert de mens in verkeerd verstane verantwoordelijkheid (Reformatorisch Dagblad, 23 juni 2008)
Interview: Reformatorische mensen zijn ook eigentijds, maar ze weten het niet (Reformatorisch Dagblad, 5 maart 2008)
Verlegen om afsnijdende prediking: Woordverkondiging in gereformeerde gezindte verkeert in diepe crisis (Reformatorisch Dagblad, 10 november 2005)
Interview: Een blijvende missie voor de rand (Reformatorisch Dagblad, 2 september 2004)
Interview: Niet inzetten bij de mens en zijn wedergeboorte : Dr. C.A. van der Sluijs ziet in evangelischen een herleving van oude dopersen (Terdege, 16 augustus 2000)
“We preken zolang het kan” : Ds. Hovius en ds. Van der Sluijs: Dubbelinterview over SoW (Reformatorisch Dagblad, 25 november 1999)
“De kerk houdt uitverkoop” : Dr. Van der Sluijs snijdt in boek over heiliging in eigen vlees (Reformatorisch Dagblad, 10 november 1999)
Interview: “Waar het Woord is, daar is de kerk” Dr. C. A. van der Sluijs herdenkt 25-jarig ambtsjubileum (Reformatorisch Dagblad, 19 december 1997)
,,Geref. gezindte van links tot rechts is remonstrantser dan zij weet” Dr. C. A. van der Sluijs: In lijdelijkheid én activisme wil de mens zich ‘geschikt’ maken voor genade buiten rechtvaardiging goddeloze (Reformatorisch Dagblad, 24 december 1996)
Interview: ,,Op Goede Vrijdag is ons Pascha voor ons geslacht’’ (Terdege, 3 april 1996)
Recensie proefschrift: Een studie over Spurgeon (Gereformeerd Weekblad, 11 december 1987)
Promotie Van der Sluijs op Spurgeons theologie „Geloof Reformatie veiligstellen” (Reformatorisch Dagblad, 11 december 1987)
Samen op weg? (Gereformeerd Weekblad, 26 september 1980)
Indrukken van een avondmaalstijd in Schotland (Reformatorisch Dagblad, 19 juli 1973)