Prinsjesdag: stralend weer, vrolijk publiek. Geheel in tegenspraak daarmee was de boodschap die gisteren uit vorstelijke mond klonk: met de economie gaat het slecht, met de sociale cohesie in de samenleving ook.
Met de sociale cohesie achter de dranghekken valt het nogal mee. „Het is hier altijd zo gezellig”, zegt mevrouw Dannenberg. Met drie andere dames uit Rijssen is ze al om kwart over zes van huis gegaan. „Om tien voor negen stonden we achter het hek. Er was hier toen nog bijna niemand op het Binnenhof.” Toen begon het grote wachten, 4,5 uur lang. Voor de Rijssense dames is het dagje uit voorlopig nog niet voorbij: „We gaan straks nog naar een museum en naar ’t Gouden Hooft.”
De integratie van allochtonen verloopt niet naar wens, volgens de Troonrede. Dat is op het Binnenhof te zien: ze zijn er nauwelijks.
Schoolklassen uit Benthuizen, Noordeloos, Staphorst en Tholen hangen over het hek, enthousiast zwaaiend naar elke glimmende auto die hoogwaardigheidsbekleders bij de Ridderzaal komt afleveren. Grote hoofddeksels worden voorzichtig door de deuropeningen van de auto’s naar buiten gemanoeuvreerd.
Ambassadeurs arriveren in de kledij van hun land. Hilariteit onder de kinderen als er weer een lange ’jurk’ of een ’theedoek’ met tulband uit een glanzende auto-met-vlaggetje tevoorschijn komt. „We want Blair”, blèren een paar jongens. Maar die is er niet.
Een meisje heeft de dag van het jaar: ze krijgt een handtekening van kamerlid Dittrich. Iedereen om haar heen mag de krabbel zien.
Voor de bejaarde mevrouw Rijnders uit het Amerikaanse Cape Cod is haar eerste Prinsjesdag ook een belevenis. „De monarchie is toch wel heel anders dan een republiek.” Trots is ze dat ze erbij mag zijn. „Want ik heb Nederlands bloed. Mijn voorvaderen gingen in 1640 naar Amerika. De naam is altijd Nederlands gebleven: Rijnders. Maar ik ben de laatste van ons geslacht, dus onze tak sterft uit.”
Een muziekkorps tettert ”Heb je wel gehoord van de zilvervloot” over het Binnenhof. Het plein is slecht geveegd. Of expres met zand stroef gemaakt. Geduldig luistert het publiek als de geluidsinstallatie wordt getest: „A B C, pam pam, jus d’ orange, sinaasappelsap.” Voor wie in het nazomerse weer nog geen dorst gekregen had...
Een politieofficier blaft instructies in zijn portofoon: „Dan ga je achter hem aan en zodra hij één overtreding begaat, grijp je hem.”
Bij het erepodium zit Indië-veteraan Hakkenberg op de voorste rij. Eerder stónd hij op de voorste rij. In een paar zinnen vat hij zijn veelbewogen leven samen: grootvader kwam uit Leiden, grootmoeder was een Indonesische, moeder ook. Zelf overleefde hij als marinier de slag op de Javazee, waar Karel Doorman omkwam. Hij was in vier landen Japanse krijgsgevangene, diende daarna vier jaar in Nederlands-Indië en kwam na Indonesiës onafhankelijkheid naar Nederland. „Hier, in de Ridderzaal, kreeg ik in 1950 uit handen van prins Bernhard een hoge onderscheiding. Sindsdien ben ik hier elke Prinsjesdag geweest, behalve als ik in het buitenland diende. Bij de vaandelwacht naast de ingang ben ik linksachter begonnen en rechtsvoor, als commandant, geëindigd. Nu zit ik hier als gepensioneerde. Ik geniet er nog elk jaar van.”
Oud-senator Eversdijk spoedt voorbij. „Ik ben er 26 jaar bij geweest als de Troonrede werd voorgelezen. Je zit daar maar te zitten; nu ga ik voor het eerst boven achter een raam kijken. Daar zie je tenminste wat er op het Binnenhof allemaal gebeurt.”
De vrouwelijke kamerleden torsen grote hoeden. Van den Broek-Laman Trip (VVD) kan bijna niet onder haar zwart-rode gevaarte-met-rafelrand uitkijken. Giskes (D66) draagt een hoedje van papier. Het hele geval, zelfs de ’veren’, is van krantenpapier gemaakt. Hier en daar zijn flarden van zinnen te ontcijferen: „... Java die topterrorist werd.” Dreigende boodschap boven een vrolijk gezicht.
Twintig kamerleden komen op de fiets -PvdA’er Timmermans op een ligfiets- om hun zorg over de milieuproblemen door het toenemende autoverkeer kenbaar te maken. Ook ds. J. Driessen neemt in de Ridderzaal plaats. Hij hield dit jaar een meditatie voor de SGP-fractie, als alternatief voor de oecumenische bijeenkomst in de Kloosterkerk.
Tweede-Kamervoorzitter Weisglas gaat samen met SGP’er Van der Staaij door de hoofdingang naar binnen. Zij behoren dit jaar tot de commissie van in- en uitgeleide, die de leden van de koninklijke familie naar hun plaatsen brengt. Via de luidsprekers is te horen wat er in de Ridderzaal gezegd wordt: de kamerleden moeten gaan zitten. En vooral hun mobieltje uitdoen.
Regimenten marechaussees, grenadiers en jagers gaan aan de koninklijke koetsen vooraf. Prins Constantijn en prinses Laurentien arriveren samen met mr. Pieter van Vollenhoven en prinses Margriet in een zwarte gala-glasberline. Een paard briest. Dan rijdt, onder de klanken van het Wilhelmus, de gouden koets voor. Koningin Beatrix wordt vergezeld door prins Willem-Alexander, prinses Máxima en prins Johan Friso. Ze buigen voor het vaandel, beklimmen de trap en schrijden de Ridderzaal binnen, gevolgd door Constantijn, Laurentien, Margriet en Pieter.
De vorstin draagt een ensemble in façonné met paisley-motieven in beige en zwarte nuances. De hoed is getooid met veren in dezelfde tinten. De kroonprins is gehuld in het kolonelsuniform van het garderegiment grenadiers. Zijn echtgenote draagt een hooggesloten combinatie van crêpe in de kleur fuchsia, gecombineerd met een mantel van brokaat waarin gouddraad is verwerkt. De hoed is een pillbox van sisalmateriaal.
Prinses Margriet draagt een donkerblauwe fluwelen rok en een donkerblauw jasje in ton sur ton bloemmotief, afgebiesd met fluweel. Daarboven een donkerblauwe hoed met oranje accent. Laurentiens gezicht is onder haar hoed nauwelijks te zien.
Na het uitspreken van de Troonrede rijden de koetsen terug naar Paleis Noordeinde. Daar zet het publiek zich rijendik schrap achter het hek. „We hebben zeven jaar in Canada gewoond. Dan geniet je hier weer extra van”, zegt mevrouw Hoefnagel, predikantsvrouw uit Katwijk. Even verderop zwaait een spandoek heen en weer: ”Veenendaal is het helemaal”. Later, als de koninklijke familie weer in het paleis is verdwenen, maken aanhangers van Gretta Duisenberg misbruik van de gelegenheid om reclame te maken voor hun pro-Palestijnse demonstratie, zaterdag in Amsterdam.
De sombere boodschap van de regering is bij Paleis Noordeinde niet te horen. Hier schijnt de zon. De erewacht krijgt water uit een jerrycan, allemaal een bekertje. Rode-Kruismensen spoeden zich naar een vrouw die onwel wordt. Een enorm dikke gemeentewerker komt opvegen wat de paarden achter zich hebben laten vallen. Het zweet stroomt van zijn kale schedel.
Een paard dreigt op hol te slaan als het moet wachten omdat de gouden koets voorbijkomt. Met moeite houden twee man het dier in bedwang. Even later verschijnt de koninklijke familie op het balkon van het paleis. Prins Johan Friso staat er ditmaal nog zonder zijn verloofde, Mabel Wisse Smit. Mogelijk trouwen ze op 24 april volgend jaar.
Het wuiven is voor Friso duidelijk een verplicht nummer. Zo niet voor prinses Máxima, die zelfs met twee handen tegelijk zwaait. „Het was de eerste keer dat ik hen zag”, zegt Koos de Vos. De jonge Moerkapellenaar kende alle Oranjetelgen van een plaatje. „Maar nu zag ik ze in het echt.”