SP-leider Marijnissen wist het bij het aantreden van het tweede kabinet-Balkenende zeker: deze regeringsploeg heeft zulke asociale plannen dat het Malieveld in Den Haag straks weer als vanouds zal volstromen met demonstranten. Toch is het de vraag of het zo ver komt. Is Nederland nog wel te porren voor massale demonstraties?
Als het aan het platform ”Keer het tij” ligt, herleven oude tijden. Komende zaterdag wordt in Amsterdam een protestmars van voornamelijk linkse organisaties tegen de „asociale plannen” van het kabinet gehouden. Om 13.00 uur start de actie op de Dam, waarna koers gezet wordt richting Museumplein. Zo’n 100.000 mensen kan dit plein bevatten, maar de organisatie verwacht ongeveer 10.000 demonstranten. Is dat niet erg weinig, gezien de reikwijdte van de kabinetsplannen en de grote woorden die sommige politici hebben gebruikt?
Frank van Schaik van het platform ”Keer het tij” erkent dat de verwachtingen ten aanzien van het aantal demonstranten niet al te hooggespannen zijn. Bij de grote protestdemonstraties in de jaren tachtig kwamen enkele honderdduizenden mensen opdagen en zelfs de oorlog in Irak trok dit jaar meer demonstranten. Toch vindt hij het een redelijk aantal, zeker vergeleken met de 2000 die vorig jaar opkwamen. „Mensen beginnen de gevolgen van de bezuinigingen nu echt te merken. Vooral degenen die al weinig speelruimte hebben: bijstandmoeders, WAO’ers, mensen met een in-en-doorstroombaan en asielzoekers die uitgezet dreigen te worden. Aan hen is het niet te verkopen dat er in tijden van bezuinigingen wel veel geld wordt uitgegeven aan de JSF, de Betuwelijn en de aftrek van de hypotheekrente.”
Mocht de opkomst niet al te hoog zijn, dan heeft dat vooral te maken met het krappe budget, meent het platform. En dat terwijl er ruim 230 organisaties bij betrokken zijn, die via eigen kanalen toch eenvoudig hun achterban kunnen oproepen. „Er is wel onvrede, maar de mensen weten nog niet hoe ze die willen uiten”, reageert Van Schaik, die erkent zelfs in zijn eigen vriendenkring nog mensen te moeten oproepen om de 20e niet te vergeten. Ook de reactie van minister Zalm van Financiën dat hij zich niets aantrekt van de demonstraties en wel terugzwaait, doet geen goed. „Mensen denken dan: Wat heeft het voor zin? Terwijl ik ervan overtuigd ben dat zo’n houding van het kabinet alleen maar averechts werkt.”
Ondanks veel gemor en protest lijken ook de vakbonden nog niet op het spoor van massale acties te zitten. Als die er al moeten komen, dan van het FNV, waarvan sommige lokale afdelingen bij ”Keer het tij” zijn aangesloten. Maar ook de socialistische vakbond erkent dat de kabinetsplannen „geen grote volkswoede of het gesprek van de dag” hebben opgeleverd. Niettemin sluit de vakbond massale acties niet uit wanneer de plannen concreet bekend zijn en overleg niets oplevert. „Acties begin je niet direct maar bouw je op”, aldus een woordvoerster.
Het CNV, dat inhoudelijk dicht bij het christelijk-sociale CDA staat, heeft sowieso gekozen voor de weg van het redelijk overleg en probeert via alternatieve plannen een goede gespreksbasis met het kabinet te creëren. „Er is een grote realiteitszin in het land. De mensen geven aan dat er een prijs moet worden betaald na zeven vette jaren”, zei Terpstra bij de presentatie van zijn voorstellen over loonmatiging.
Die realiteitszin constateren ook de christelijke vakorganisaties RMU en vakGMV bij hun achterban. „Iedereen heeft wel in de gaten dat er iets moet gebeuren”, aldus directeur Schalk van de RMU. Wel vindt hij dat het kabinet op sommige punten de verkeerde keuzes maakt, zoals bij de Wet werk en bijstand, die bijstandmoeders straks ertoe verplicht te solliciteren. Maar over het algemeen kan het kabinet-Balkenende een potje breken bij de RMU-achterban. „In onze gezindte is men ongelofelijk blij dat paars voorbij is.”
Dat geldt ook voor de gereformeerde achterban van vakGMV. „Balkenende en zeker ook minister De Geus zijn met een behoorlijke dosis goodwill begonnen”, zegt voorzitter Westert. Maar beiden moeten oppassen die niet te verspelen. „De mensen begrijpen dat er gesneden moet worden. Ze hebben nu vooral behoefte aan heldere informatie over wat er precies gaat gebeuren met de uitkeringen, de pensioenen en de zorg. Balkenende moet dus met de mensen in het land gaan praten en niet op een afstandelijke manier gaan snoeien en snijden.”
Acties op het Malieveld zijn volgens Westert en Schalk dan ook niet aan de orde. Dat geldt voor hun achterban, die sowieso niet snel de barricades opgaat, maar ook voor de rest van Nederland. Westert: „Het heeft geen zin om nu op een zeepkist op het Malieveld te gaan staan. De mensen lopen vandaag niet meer zomaar achter iemand aan. Daarvoor zijn ze te mondig geworden.” Schalk vult aan: „We hebben geprobeerd in Nederland alles te individualiseren. De oproep tot verzet plukt daar nu de vruchten van. Het individualisme is ook de solidariteitsbeweging binnengedrongen.”
Hun analyse wordt gedeeld door de socioloog prof. dr. A. C. Zijderveld. „De gevolgen van de individualisering zie je overal, dus ook in de actiebereidheid van het Nederlandse volk. De organisatiegraad van de werkende bevolking is in het Nederland van de 21e eeuw laag. FNV en CNV hebben per saldo niet veel leden.”
Daarbij komt dat er tegenwoordig geen omvangrijk proletariaat meer is, meent H. Vuijsje, eveneens socioloog. „Het beleid van dit kabinet raakt weliswaar allerlei groepen mensen, maar die groepen hebben onderling weinig gemeen. Misschien raken werknemers in de ict-branche door dit beleid benadeeld. Maar die gaan echt niet samen met bijstandsmoeders de straat op.” Men spreekt in dit verband wel over een ”drei-viertel-Gemeinschaft”, aldus Vuijsje. „Drievierde van de bevolking heeft het materieel goed tot zeer goed. Die krijg je niet snel aan het protesteren. De groep mensen die financieel moeilijk rond kan komen, is relatief klein. Want laten we wel zijn: in het licht van de geschiedenis, en wereldwijd bezien, is Nederland natuurlijk een puissant rijk land.”
Daarbij komt, aldus Vuijsje, dat we toch altijd „een wat lijdelijk en sullig volkje” zijn geweest. Zo bezien zijn de massale demonstraties in de jaren zeventig en begin jaren tachtig uitzonderlijker dan de huidige lauwheid. Zijderveld: „Een deel van de mensen denkt: De economie zal er best weer bovenop krabbelen. Mensen zijn ook beter geschoold en ontwikkeld. Ze zijn niet meer zo gemakkelijk tot emotioneel verzet te brengen, maar beseffen: sanering van de overheidsfinanciën is nodig.”
De emeritus hoogleraar ontwaart de laatste jaren bovendien een verharding van het maatschappelijk klimaat. „De stemming met betrekking tot uitkeringsgerechtigden en allochtonen is negatiever dan begin jaren tachtig.” Vuijsje: „De mentaliteit is Amerikaanser geworden. Gaat het niet goed met je? Dan zul je dat wel aan jezelf te wijten hebben.”