Weduwen en weduwnaars begrijpen elkaar bij Herkenning
„We begrijpen elkaar. Ik hoef mij daarom niet groot te houden.” Truus Achterstraat (68) uit Lunteren voelt zich op haar gemak tussen de leden van Herkenning. Deze reformatorische vereniging voor weduwen en weduwnaars van 50 jaar en ouder bestaat tien jaar en voorziet in een behoefte.
Ons streven is elkaar tot steun te zijn. Ieder heeft hetzelfde meegemaakt, vult Johannes Smits (80) uit Zwijndrecht aan. „Het is ook waardevol dat we met elkaar over geloofszaken kunnen praten”, aldus de voorzitter van Herkenning.
Achterstraat woont in het buitengebied van Lunteren. In de ruimte tussen de woonkamer en de keuken hangen foto’s van haar 21 kleinkinderen. Deze jongeren kennen hun opa alleen uit de verhalen van hun oma en hun ouders. „Wim overleed in 1986, twee jaar nadat er longkanker bij hem was geconstateerd”, vertelt zijn weduwe. Ze bleef met zes kinderen achter. „Het bleek zwaar om alleen verder te moeten. Mijn oudste zoon was 12 jaar. Maar ik mag tot nu toe de ondersteuning van de Heere ervaren en krijg veel liefde van mijn kinderen en kleinkinderen.”
De weduwe woont nog op de boerderij, maar de koeien en varkens die haar man hield zijn verdwenen. Het alleen zijn valt haar nog altijd moeilijk. „Ik mis het zorgen voor elkaar. Een arm om mijn schouder en de mogelijkheid om in moeilijke situaties te kunnen overleggen. Graag had ik een nieuwe levensgezel gevonden, maar dan moet je wel iemand tegenkomen met wie het goed klikt.”
Schelpen
Smits voelt die behoefte niet. „Ik herinner mij een dichtregel van Jacob Cats over twee schelpen die precies bij elkaar passen. Hoe lang je ook zoekt op het strand, een vervanger voor een van die twee schelpen kun je niet vinden. Overigens heb ik er alle begrip voor als iemand dit niet zo ervaart en tot een nieuw huwelijk komt.”
De inwoner van Zwijndrecht verloor zijn vrouw in 1999 na een kort ziekbed. Hij bleef alleen achter, want de drie kinderen waren het huis al uit. „Ik mis Alie onder andere op zondag. Onze gesprekken over geestelijke zaken zijn verleden tijd. Wel is het fijn dat elke zondag een van mijn dochters komt eten. Ook op andere momenten kan het verlies zich ineens opdringen, bijvoorbeeld wanneer ik alleen de afwas doe na een vergadering bij mij thuis.”
Achterstraat is algemeen adjunct en fungeert tevens als contactpersoon van Herkenning. „Ik vind het fijn mij op deze manier nuttig te maken en een doel te hebben. Ik voel de lege plek in mijn leven minder tijdens bijeenkomsten van de vereniging. Waarschijnlijk omdat ieder lid iemand heeft verloren.”
„Het gemis blijft, maar wordt in de loop van de jaren wel anders”, ervaart Smits. „Ik denk er niet dagelijks meer aan.” Achterstraat: „Nee? Ik vind het elke dag confronterend om alleen te zijn.”
Stil in huis
Herkenning ontstond tien jaar geleden uit Samen Alleen. Achterstraat was vanaf het begin bij deze vereniging voor weduwen en weduwnaars betrokken. „Jonge weduwen zaten destijds met vrouwen van 75 jaar aan één tafel. De een worstelde niet alleen met haar verdriet, maar stelde ook allerlei vragen rond de opvoeding. De ander had het daarentegen moeilijk omdat het in huis stil geworden was. Omdat jongeren en ouderen hun eigen vragen hebben, leek het ons beter de vereniging te splitsen. Inmiddels hanteert Samen Alleen een bovengrens van 60 jaar, terwijl mensen vanaf 50 welkom zijn bij Herkenning.”
Laatstgenoemde vereniging startte in 2002 met 65 mensen en telt inmiddels 160 leden, onder wie zo’n 20 mannen. De gemiddelde leeftijd ligt rond de 65 jaar. Herkenning belegt jaarlijks verspreid over het land tien bijeenkomsten, die door circa honderd mensen worden bezocht. ’s Morgens verzorgt bijvoorbeeld iemand van de MAF, Gevangenenzorg Nederland of een zendingsorganisatie een inleiding. In de middag ontspannen de deelnemers door samen een stadswandeling te doen, een boottocht te maken of een museum te bezoeken. Naast genoemde activiteiten vinden ieder jaar twee bezinningsmiddagen plaats en gaan enkele tientallen leden een midweek met elkaar op vakantie.
De afgelopen tien jaar zijn diverse leden van Herkenning met elkaar getrouwd. Daarmee eindigt automatisch het lidmaatschap van de vereniging. „Het vinden van een nieuwe levensgezel moet echter niet het doel van het lidmaatschap zijn”, benadrukt de algemeen adjunct.
Huilen
Maken vrienden of gemeenteleden de vereniging overbodig? Smits: „Nee, de onderlinge herkenning bij de verenigingsleden geeft een meerwaarde. De gesprekken op weg naar een bijeenkomst zijn soms zo intensief dat ik wel eens een afslag heb gemist.” Achterstraat: „We begrijpen elkaar en zitten wel eens te huilen. Niemand hoeft zich groot te houden.”
„Overigens cirkelen de gesprekken lang niet altijd rond het verlies van de levensgezel”, vult de voorzitter aan. „We beleven ook fijne momenten met elkaar en delen vreugde en verdriet.” Achterstraat: „Het bevreemdt iemand die pas weduwe of weduwnaar is soms dat we wel eens in de lach schieten.”
Er ontstaan via Herkenning nieuwe contacten. Smits vormt met enkele leden van de vereniging een „subgroepje.” „We bezoeken elkaars verjaardagen, gaan dagjes weg en eten soms na afloop van een bijeenkomst bij elkaar. Dat laatste doen we bewust, omdat het na een fijne dag hard aankomt om weer alleen de avondmaaltijd te moeten gebruiken. Een weduwnaar zei eens dat hij na een uitje van pure ellende door de polder ging fietsen. Het is overigens wel goed om ook alleen te zijn. Deelnemen aan allerlei activiteiten moeten geen vlucht worden.”
Betraande ogen
Weduwnaars en weduwen kennen hun specifieke problemen. „Een vrouw zit vaak al in het ritme van het huishouden. Dat biedt structuur. Ik merk dat ik bewust moet zorgen voor een zekere regelmaat”, aldus Smits. Achterstraat: „Een vrouw is het gewend om te zorgen. Sinds de kinderen het huis uit zijn, bekruipt mij af en toe de gedachte dat het geen zin meer heeft om de boel netjes te houden. Al weet ik met mijn verstand dat die gedachte onzin is, want er komen regelmatig kinderen, kleinkinderen en vrienden op bezoek.”
Ondanks de verschillen tussen mannen en vrouwen bestaan er veel overeenkomsten. Achterstraat: „Het doet pijn om tijdens het fietsen een ouder echtpaar tegen te komen. Ik kijk hen soms met betraande ogen na.” Smits: „Vooral de eerste jaren na het overlijden van Alie vond ik het confronterend als er in de kerk dankzegging werd gedaan voor huwelijksjubilea van leeftijdsgenoten.” Achterstraat: „Het bijwonen van een trouwdienst valt meestal niet mee. In het huwelijksformulier staat dat het niet goed is als de mens alleen is. Het blijft een worsteling om het weduwschap te aanvaarden.”