Kerken wijzen overheid op Tien Geboden
WOERDEN - De overheid en de samenleving moeten niet blijven steken in regels van fatsoen, maar Gods geboden als uitgangspunt nemen.
Dat is een van de aanbevelingen die een interkerkelijke werkgroep uit de reformatorische kerken woensdag doet over waarden en normen. Donderdagmorgen bood deputaat hoge overheid ds. W. Silfhout namens de kerken de brochure aan premier Balkenende aan.”Gerechtigheid en welzijn” heet de brochure, die als ondertitel ”Een boodschap van de kerken over waarden en normen” heeft. De brochure, die te bestellen is bij het kerkelijk bureau van de Gereformeerde Gemeenten, is een gezamenlijk stuk van de Christelijke Gereformeerde Kerken, de (Oud) Gereformeerde Gemeenten (in Nederland), de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk.
De brochure wijst erop dat de Bijbel een levensprogram voor ieder mens én voor de gehele samenleving heeft. De kerk en haar leden maken deel uit van de samenleving. „Waar in de samenleving het besef van normen en waarden gaat ontbreken, dient de kerk in de eerste plaats naar zichzelf te kijken. Heeft zij haar roeping wel verstaan? En heeft zij die roeping naar eis van het Woord van God vervuld? (…) Het is met schaamte over eigen tekort op dit punt dat de kerken zich gedrongen voelen om een op het Woord van God gegronde boodschap uit te dragen naar overheid en samenleving, maar ook naar de eigen leden.”
De brochure bekritiseert de relativering van de waarheid in deze postmoderne tijd: de Bijbel is het Woord van God en de waarheid daarin dient alle verbanden in de samenleving als een gist te doortrekken. De wet van God beoogt welzijn, niet in de eerste plaats welzijn in materiële, maar in immateriële, geestelijke zin. Aan de hand van de Tien Geboden zullen concrete waarden en normen worden benoemd, waarvan kerken vinden dat die door de overheid moeten worden bevorderd. De brochure werkt deze ideeën bij alle geboden uit.
Aan het eind van het document doen de kerken een oproep, in de eerste plaats gericht tot de eigen leden, die getuigend in de wereld moeten staan en een christelijke levenswandel dienen te vertonen, ook tegenover hen die onkerkelijk zijn. De kerken roepen de samenleving en de overheid ertoe op terug te keren naar Gods Woord in plaats van te blijven steken in regels van fatsoen. Zij doen deze oproep vanuit de innerlijke overtuiging dat alleen op het onderhouden van Gods geboden zegen te verwachten is.
De kerken spreken verder de verwachting uit dat Gods Koninkrijk zich baan zal breken door de weeën van het wereldgebeuren heen en dat alle antichristelijke machten de doorbraak van het Koninkrijk van God niet kunnen weerhouden.