Wat was ook alweer kenmerkend voor de vorige formatie? Inderdaad, dat er de geheel nieuwe formule van een minderheidskabinet uit voortsproot.
Nog meer misschien? Jazeker, dat het een uiterst spannende formatie was, waarbij de scenario’s snel wisselden. Eerst centrumrechts, toen paars plus, toen weer centrumrechts, toen nog eens paars plus en uiteindelijk toch centrumrechts.
Nog andere zaken die typerend waren voor de kabinetsonderhandelingen van 2010? Jawel, bij de formatie van twee jaar geleden trad onmiskenbaar een zekere spelverruwing op. VVD-leider Rutte, die, terwijl hare majesteit nog bezig was met haar gespreksronde, al rond toeterde dat wat hem betreft de formatie van het rechtste minderheidskabinet weer opgepakt kon worden. Een daad die Rouvoet (CU) „een schoffering van het staatshoofd” noemde.
PVV-voorman Wilders, die de deftige Tjeenk Willink, vicepresident van de Raad van State, een „links eurofiel anti-PVV-mannetje noemde”, dat nodig uit zijn functie ontheven moest worden. En CDA-kopstuk Verhagen, die, samen met Wilders en Rutte, zijn partijgenoot Lubbers een hak zette door ijskoud een weekje zónder de informateur te gaan vergaderen.
En nu komt het gekke. In plaats dat deze gang van zaken politiek Den Haag ertoe bracht de handen ineen te slaan en de spelregels voor de formatie nog eens grondig met elkaar af te spreken, besloot de Tweede Kamer in 2012 de koningin, als arbiter en procesbegeleider, geheel buiten de formatie te plaatsen. Zoiets als: wordt er hard, bijna te hard geknokt in de boksring? Mooi, dan gooien wij nú de spelregels in de prullenbak, verwijderen wij de touwen en sturen we de scheidsrechter op vakantie.
Dat is immers de situatie waarin politiek Den Haag nu verzeild is geraakt. De koningin is na jaren trouwe dienst afgedankt, maar wie haar plaats nu gaat innemen en hoe de procedure na 12 september precies gaat verlopen? Niemand die het weet. Het reglement van orde van de Tweede Kamer is gewijzigd; dat wel. Maar doordat kort daarna het kabinet viel, kwam het er niet meer van te verzinnen wat voor de oude gang van zaken in de plaats komt. Politiek Den Haag zette een nieuw breiwerkje op, maar verzuimde de losse eindjes netjes af te werken.
Vandaar dat er nu alom onzekerheid heerst over ieders rol. De Rijksvoorlichtingsdienst heeft geen idee of zij straks, zoals jarenlang gebruikelijk was, de woordvoering over de formatie moet doen. De staf van koningin Beatrix heeft naar verluidt al bij de Tweede Kamer gepolst of het nu inderdaad zo is dat van de vorstin geen enkele actie meer verwacht wordt. En de topambtenaren van de ministeries hebben geen idee of zij na 12 september de informateur met schriftelijke stukken moeten ondersteunen of niet.
Maar onzekerheid is niet het enige probleem. Wat bovendien dreigt, is traagheid en ondoorzichtigheid. Traagheid, omdat door de laatste wijziging van de spelregels de Tweede Kamer het initiatief moet nemen bij het aanwijzen van een (in)formateur, terwijl de nieuwe Kamer pas acht dagen na de verkiezingen voor het eerst bijeenkomt. Ondoorzichtigheid, omdat in die acht dagen tijd de fractievoorzitters natuurlijk volop aan het bellen slaan en elkaar in achterkamertjes gaan opzoeken.
Waardoor het nettoresultaat is dat de ingreep van 2012, die de transparantie van de formatie moest vergroten –geen gekonkel met de koningin meer in een hermetisch afgesloten paleisvertrek–, nu juist tot veel minder openheid gaat leiden. Daardoor ontstaat een ongerijmde situatie. Terwijl door versplintering van het politieke landschap en door uitwaaiering van de kiezer naar de radicale flanken de formatie naar verwachting uitermate complex wordt, heeft politiek Den Haag zichzelf de ankerpunten die zij nog had, ontnomen.
Hoe nu verder? Erop gokken dat het na 12 september meevalt met de chaos en dat de Kamer in verrassende eensgezindheid toch tot het aanwijzen van een informateur komt? Of toch terug naar de vorstin om haar te vragen of zij alstublieft, al was het maar voor één keer, de taak van procesbegeleider weer op zich wil nemen? Eervol voor de politiek zou die route bepaald niet zijn. Niet voor niets noemde premier Rutte dit het „hangende-pootjesscenario.” Maar verstandig misschien wel. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.