Kerk & religie

Mozes en Aäronkerk zit vol verhalen

AMSTERDAM – De Mozes en Aäronkerk aan het Amsterdamse Waterlooplein is meestal dicht. Het gebouw is alleen in gebruik als congreszaal. Deze zomer is dat anders: elke dinsdag staan de deuren open en zijn er rond­leidingen en orgelbespelingen.

9 July 2012 08:35Gewijzigd op 16 July 2024 14:31
Foto Rufus de Vries
Foto Rufus de Vries

Een „gebouw van verhalen”, noemt gids Hans Koster ‘zijn’ Mozes en Aäronkerk. Het belangrijkste verhaal staat voor hem op de voorgevel. Hij wijst naar de Latijnse woorden boven aan de vier zuilen bij de entree die de kerk een tempelachtig karakter geven: „Wat eeuwenlang onder het teken van Mozes en Aäron stond, is nu vernieuwd en als een nog roemrijker tempel de Verlosser toegewijd.” En boven die tekst een Christusbeeld.

Het oudste verhaal over de kerk dateert uit 1641, zegt Hans Koster. „Aan de achterkant van de huidige kerk stond toen een huis met de naam Mozes. Amster­damse franciscanen kochten dat huis om er een rooms-katholieke schuilkerk van te maken. De rooms-katholieken werden gedoogd, maar mochten geen als zodanig herkenbare kerken in de stad hebben. Rond 1680 kochten de monniken ook het nabijgelegen huis Aäron en andere panden. Zo kwam de kerk –de grootste schuilkerk van de stad– aan haar naam.” Aan de achterkant van de kerk bevinden zich nog de gevelbeeldjes van de twee oudtestamentische broers. Daartussenin staat het grote beeld van de priester Melchi­zedek.

Een ander verhaal over de kerk begint in 1837. Koster: „Toen startte de bouw van de huidige kerk. Die werd over de oude schuilkerk heengebouwd. Architect Tilleman François Suys ontwierp een neoclassicistische hallenkerk.” Tot ver in de 20e eeuw kwam er een bloeiende parochie samen.

Aangrijpend is het verhaal van de kerk tijdens de Tweede Wereld­oorlog. „Toen stond de kerk midden in het met prikkeldraad afgesloten ”Juden­viertel”.” Een van de eerste razzia’s vond bij de kerk plaats.

Na de oorlog werd de Mozes en Aäron­kerk vooral een centrum van revolutie en vernieuwing. „Naast de kerk kwam in de jaren zestig het Mozeshuis te staan: een vormings­centrum dat zich bezighield met liturgie­vernieuwing en bedrijfs­apostolaat. Later organiseerde het Mozeshuis debatten over maatschappelijke en levensbeschouwelijke thema’s, zoals aids, apartheid en kernwapens. De kerk werd een centrum voor progressieve kunstenaars en actie­groepen”, zegt de gids, die zelf bij het Mozeshuis werkte.

De kerk is nog steeds eigendom van het bisdom, het altaar en de fraaie preekstoel staan er nog en langs de muur zijn de kruiswegstaties te zien. Toch is het gewijde eraf: centraal staan een podium en rijen stoelen – de kerkbanken verdwenen in 1990.

Koster leidt een groep toeristen rond. Hij wijst op details in het altaar, dat de achterwand van de kerk geheel bedekt. Uren kan hij over de kerk vertellen.

Na een halfuurtje geeft hij het stokje echter door aan Wybe Kooijmans. De Naardense organist laat het Ademaorgel zingen. Hij heeft zijn programma aangepast aan het gevarieerde publiek. ”The Arrival of the Queen of Sheba” van Händel en andere gemakkelijk klinkende melodieën dansen door de ruimte.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer