Zaak-Martijn: Rechter stelt belang kind voorop
ASSEN – De rechtbank in Assen laat bij het verbod van pedofielenvereniging Martijn de belangen van het kind zwaarder wegen dan de vrijheid van vereniging , zo blijkt uit woensdag gevelde vonnis.
Voornamelijk opgetogen reacties klonken dinsdag na het rechterlijke verbod van pedofielenvereniging Martijn. Zeker na de Amsterdamse zedenzaak lag de pedoclub zwaar onder vuur.
Aanklaagster mr. M. de Meijer liet vijf weken geleden bij de civiele rechtbank in Assen onverholen ongenoegen blijken over wat er te vinden is op de website van de pedoclub. Ze las een akelige tekst voor met daarin een verhaal over een onderwijzer die een jongen misbruikt. Met expliciet seksuele passages. Het OM richtte de pijlen op de zogeheten „werkzaamheid” van Martijn. De club „verheerlijkt en vergoelijkt”seksueel contact tussen volwassenen en kinderen.
De rechter zit ook op dat spoor. Ernstig vindt de rechtbank dat de vereniging Martijn „voor haar leden nastreeft om seksueel contact te kunnen hebben met kinderen en de vereniging daartoe dat seksuele contact verheerlijkt en voorstelt als iets dat normaal en acceptabel is of zou moeten zijn.”
Daar wringt de schoen, betoogt de rechtbank. „Het is dat streven dat een ernstige inbreuk vormt op de geldende fundamentele waarden binnen onze samenleving en daarom indruist tegen onze rechtsorde. De bescherming van de seksuele integriteit van kinderen vormt onmiskenbaar één van de meest wezenlijke beginselen van onze rechtsorde.”
Kinderen kunnen niet goed voor zichzelf opkomen, benadrukt de rechtbank. „Een kind heeft in het algemeen niet het vermogen zich terug te trekken uit een contact met een volwassene die seksuele wensen openbaart. Het is niet natuurlijk voor een kind om seksueel contact te hebben met een volwassene.”
Het OM betoogde eerder dat de rechten van het kind zwaarder wegen dan de vrijheid van vereniging en de vrijheid van meningsuiting. „Het recht vrijheid van meningsuiting mag worden ingeperkt, de rechten van het kind mogen niet worden ingeperkt.”
In het dinsdag gewezen vonnis zit de rechter eveneens op die lijn. „De rechtbank stelt voorop dat het uitdragen van in de ogen van velen ongewenste opvattingen op zichzelf genomen geen grond geeft om tot een verbodenverklaring van de vereniging Martijn te komen. Het recht van vereniging en het recht van vrijheid van meningsuiting komt toe aan een ieder en daarom ook aan diegenen die seksuele gevoelens voor kinderen hebben. Dit doet er echter niet aan af dat de werkzaamheid van de vereniging inbreuk maakt op de algemeen aanvaarde grondvesten van ons rechtsstelsel.”
Bij de beoordeling van de vraag of Martijn verboden moet worden, neemt de rechter de uitingen op de website in ogenschouw. Ook vindt de rechter dat interviews en „andere publieke uitingen van bestuursleden” aan Martijn mogen worden toegerekend. Dit voor zover zij zich laten interviewen in hun hoedanigheid van bestuurslid, bijvoorbeeld in hun videoblogs. Op de site draagt Martijn onder meer uit, zo stelt de rechter, dat „seksueel contact tussen volwassenen en kinderen verheerlijkt moet worden en dat strafrechtelijke veroordelingen voor zedenmisdrijven met kinderen bespottelijk zijn.”
Eerder betoogde het OM dat internationaal steeds meer de nadruk gelegd wordt op de rechten van het kind. Zo beoogt het in 2007 tot stand gekomen verdrag van Lanzarote van de Raad van Europa bescherming van het kind tegen misbruik. De rechter zet daar in het vonnis van woensdag een streep onder. „Vanuit internationaal perspectief” wil de rechter voor de inbreuk van de seksuele integriteit „geen ruimte bieden.”